Gandalf is één van de Istari, de Tovenaars die door de Valar naar Middle-Earth zijn gestuurd. Hij heeft vele namen: 'Vele zijn mijn namen in vele landen. Mithrandir onder de Elfen, Tharkun voor de Dwergen; Olórin heette ik in mijn jeugd in het Westen dat vergeten is, in het Zuiden Incanus, in het Noorden Gandalf; naar het Oosten ga ik niet.' Gandalf is waarschijnlijk (net zoals Sauron) een Maiar, een van de mindere geesten. Hij werd op een vergadering van de Valar door Manwe uitgekozen tot 2e in de Orde van Tovenaars. Op deze vergadering is Olórin samen met Curumo (Saruman), Alatar (Radagast) naar Middle-Earth gestuurd om tegenwicht te bieden aan Sauron's macht. Toen Gandalf als tweede aankwam in Middle-Earth bij Cirdan, de Havenmeester, 'had Cirdan het gevoel dat hij de grootste geest was en de wijste, en hij begroette hem met eerbied, en hij gaf hem de Derde Ring, de Rode Narya, in bewaring. Want', zei hij, 'grote inspanningen en gevaren liggen voor u, en neem, opdat uw taak niet te groot en te vermoeiend blijkt, deze Ring om u te helpen en te vertroosten'. (Nagelaten Vertellingen, vert. Max Schuchart, blz 408-409.) J.R.R. Tolkien vertelt veel over Gandalf, o.a.: 'Maar de laatst gekomene werd onder de Elfen Mithrandir genoemd, de Grijze Pelgrim, want hij woonde nergens, en verzamelde noch rijkdom noch volgelingen, maar doorkruiste steeds de Westlanden van Gondor tot Angmar, en an Lindon naar Lorien, iedereen bijstaand in tijd van nood. Warm en geestdriftig was zijn geest (en die werd nog waardevoller door de Ring Narya), want hij was de Vijand van Sauron, het vuur dat verslindt en verwoest, bestrijdend met het vuur dat verwarmt en te hulp komt in wanhoop en verdriet, maar zijn vreugde en zijn snelle toorn waren gehuld in kleren grijs als as, zodat alleen zij die hem goed kenden, de vlam zagen die daarbinnen was. Hij kon vrolijk zijn, en vriendelijk tegen de jeugdigen en eenvoudigen, maar toch ook af en toe klaarstaan met scherpe taal en het berispen van dwaasheid; maar hij was niet trots, en zocht macht noch lof, en daarom was hij heinde en ver geliefd onder al diegenen die zelf niet trots waren. Meestal reisde hij onvermoeibaar te voet, op zijn staf leunend; en zo werd hij onder de Mensen van het Noorden Gandalf genoemd, 'de Elf van de Staf'.'