ðH geocities.com /FashionAvenue/Show/3507/meoorlogv3.html geocities.com/FashionAvenue/Show/3507/meoorlogv3.html elayed x ‹HÔJ ÿÿÿÿ ÿÿÿÿÿÿÿÿÿÿÿÿÿÿÿÿÈ Ð½É s OK text/html p0i s ÿÿÿÿ b‰.H Fri, 03 Jun 2005 19:04:57 GMT
Mozilla/4.5 (compatible; HTTrack 3.0x; Windows 98) en, * ŠHÔJ s
Quiata's Oorlogvoering in de Middeleeuwen
De onderstaande figuur is de welbekende ram. De ram werd vooral gebruikt om door deuren en muren te breken. Omdat de ram daarom dicht bij de deur of muur moest gebracht worden, werden er natte doeken bovenop een beschermend dak gelegd,
net zoals de figuur laat zien.
De ram zelf was meestal een dikke boomstam met eventueel enkele handvatten aan de zijkant en een ijzeren kop aan de voorkant.
De laatste soort belegeringtuig is de aanvalstoren. Deze toren werd gebruikt om aanvallers over de muren te krijgen.
De aanvalstorens werden uit hout gemaakt en net als de ram beschermd door natte huiden. Aanvalstorens werden tot aan de muur geduwd, waarna men bovenaan de toren een valbrug (met eventueel een houte pin) op de muur laat vallen.
De aanvallers konden dan langs die valbrug makkelijker op de muur komen om zo de aanvallers te overwinnen. De houten pin had als voordeel dat de brug veel steviger op de muur vastzat.
Een aanvalstoren had het grote voordeel dat het meer bescherming bood dan grote ladders en waardoor er meer kans was op een succesvolle aanval.
Soms werden ook tunnels gegraven onder de muren om ze op die manier te doen instorten.
Maar omdat deze techniek nogal wat risico's inhield en het van langere duur was, werd het slechts zelden gebruikt.
Bestanden en rooftochten
Het was ook heel gewoon voor de verdedigers om in te stemmen met een bestand. Ze worden dat nog wel belegerd, maar niet meer aangevallen.
Hierdoor krijgen verdedigers en aanvallers de gelegenheid om terug op krachten te komen, gewonden te verzorgen en de doden te begraven. Na afloop van het bestand, kan het worden verlengd ,geven de verdedigers zich over of vecht men terug door.
De rooftocht is een andere manier om de tegenstrever te raken. Door de landerijen van de vijand te plunderen kan je zijn economie danig in de war sturen.
Hij verliest dan de opbrengsten van zijn land en moet dan noodgedwongen zijn reserves aanspreken om toch maar in leven te blijven.
Als hij de aanval niet vergeld, kan hij zijn gezicht verliezen en zo misschien ook zijn vazallen.
Daarom werd een rooftocht ook regeld voor een belegering uitgevoerd, om meer succes te hebben.
C. Het leger
Samenstelling van het leger
De belangrijkste eenheid voor het leger, is ongetwijfeld de ridder. De ridder is de militaire elite in de Middeleeuwen.
De ridder strijd te paard, met zijn zware uitrusting is hij de tank van de Middeleeuwen. Maar door zijn zware uitrusting (helm, harnas, schild, zwaard en eventueel lans) word hij verhindert om te voet te strijden, want dan hindert zijn uitrusting hem meer dan dat het hem beschermt.
Daarom is zijn strijdros ook zijn kwestbare onderdeel. De rijkere ridders hebben dan ook meerdere paarden mee voor in de strijd.
Later gaat men de paarden beschermen door een soort harnas, waardoor de ridder zeker de tank van de Middeleeuwen is.
Naast de ridders, vormt het grootste deel van het leger het voetvolk. Het voetvolk bestaat voornamelijk uit (kruis-)boogschutters, lansiers en zwaardvechters.
Het voetvolk wordt natuurlijk ook in de strijd gebruikt en niet alleen voor het graven van greppels of het bouwen van belegeringstuigen. Naast het voetvolk gaat er soms ook nog een lichter ruiterij mee, deze lichte ruiterij is in vergelijking met de ridders bijna ongewapend. Ze bezitten ook slechts de standaard bewapening, net als het voetvolk.
Deze standaard bewapening bestaat uit een ijzeren helm, hun specifiek wapen (boog, kruisboog, lans, strijdbijl, zwaard, ...), met voor de rijkere man een malienkolder en voor de armere mannen een lederen schort of "gambeson".
Geen enkele afzonderlijke eenheid kan een aanval van ridders goed weerstaan. Alleen met onderling overleg, stalen zenuwen en een portie geluk kan men een ridder, door zijn paard te doden, op de grond dwingen. Het voetvolk wordt meestal ingezet gegroepeerd rond de ridders.
