wetgevingverzekering

Regels vanaf 1 januari 1999.

Eerste vereiste: de wagen moet sedert meer dan 25 jaar in gebruik zijn.

Tweede vereiste: de wagen mag enkel op de openbare weg komen ter gelegenheid van toegelaten manifestaties, ofwel om naar deze manifestaties te rijden, ofwel voor proefritten met het oog op manifestaties. Dit laatste enkel tussen zonsopgang en zonsondergang, en binnen een straal van 25 km.

Het voordeel situeert zich op het vlak van technische voorschriften en keuring. Voertuigen met een old-timerstatuut zijn bijna volledig vrijgesteld van het technisch reglement en keuring. Wat is er verplicht? Een voetrem, een parkeerrem, een gevarendriehoek, chassisnummer en een keuringsbewijs van staat voor old-timers met een O-plaat (inderdaad, sinds 1/1/99 krijgen old timers een nummerplaat die begint met een "O")..

Een old-timer moet dus één keer worden aangeboden bij de keuring, namelijk bij de inschrijving (let wel: elke keer dat hij van eigenaar verandert) of als het voertuig vanuit het buitenland wordt ingevoerd. De keuring bestaat uit het nazicht van het chassisnummer, werking van de remmen en de aanwezigheid van een gevarendriehoek. Politie of Rijkswacht mag uw voertuig echter op gelijk welk ogenblik keuren.

Het voertuig moet voorzien zijn van een chassisnummer dat verschillend is voor elk voertuig van éénzelfde merk en moet bestaan uit een reeks van tenminste 3 en ten hoogste 17 cijfers of letters.
Onder een voetrem (ofwel een bedrijfsreminrichting) moet men verstaan: remmen die het mogelijk maken de beweging van de wagen te controleren en het voertuig op een veilige, snelle en doeltreffende wijze tot stilstand te brengen. De bestuurder moet kunnen remmen zonder de handen van het stuur te nemen.
Een parkeerrem houdt in dat het voertuig stil moet kunnen blijven staan door een uitsluitend mechanisch werkende inrichting bij afwezigheid van de bestuurder.

Belangrijk: het voertuig moet volledig en samengesteld worden aangeboden. Dus geen voertuigen met een chassisnummer, gevarendriehoek en remmen, maar zonder motor...

Auto’s die ouder zijn dan 25 jaar zijn onderworpen aan de voordelige forfaitaire verkeersbelasting.

Verzekeringsmaatschappijen mogen hun premie vrij kiezen. Meestal kan de voordeligste prijs verkregen worden als de verzekering van de old-timer wordt gekoppeld aan een andere wagen.
Opgelet: als men de wettelijke regels niet volgt (bv binnen de straal van 25 km blijven) kunnen verzekeringsmaatschappijen tussenkomst weigeren. De meeste verzekeringsmaatschappijen geven echter een volledige dekking in burgerlijke aansprakelijkheid. Het is echter aangewezen om u goed te informeren.

Men kan altijd kiezen om de old-timer in te schrijven als een gewoon voertuig. In dit geval heeft men niet de beperkingen van een old-timer en mag men rijden waar en wanneer men wil.

Het grote nadeel is dat men elk jaar het voertuig bij de keuring moet aanbieden.

De belastingen blijven laag, de verzekeringspremies liggen iets hoger dan bij een old timer.