The Story
By Polle

Hoofdstuk 1: Hoe het allemaal begon...

Ik neem u mee naar 1998, La Paz, Bolivia. Ergens midden in de oerwouden, waar niemand ooit komt, ligt een trainingskamp van de GVD. Hier is het, waar een Special Force, codenaam: Funbuddies wordt opgeleidt. Doel van de Force is simpel, namelijk het uitroeien van iedere kwade kracht op aarde, met name de terroristische organisatie DUKO.

Het Team bestaat uit elf personen, verdeeld over drie subgroepen: een coordinatieteam, een communicatieteam en een strijdteam. Ieder team heeft zijn eigen specifieke taken.

Het Coordinatieteam is erop gebrand dat iedere aktie goed en strak verloopt. Jostijoozt, hoofd van dit Subteam en tevens het hoogst in rang, heeft de contacten met Rycko en Rocky van de GVD en krijgt de orders door. Shano, tattooeerder als dekmantel, maakt de plannen en wordt als facilitymanager afgerekend op zijn strategie. En de laatste man Player, zit voornamelijk achter de plaatselijke mayavrouwen aan en verkent de regionale SOA's.

Het communicatieteam zorgt voor jawel: een goede communicatie tijdens de operaties. Een sleutelrol is hierbij weggelegd voor Hennie, een infiltrant bij DUKO. Hij krijgt via zijn vader alle hemelse informatie die nodig is. Zijn vader is nl. de belangrijkste vertouwenspersoon van God en kan ervoor zorgen dat onze soldaten op tijd worden opgestraald wanneer zij in het nauw zitten. Onze ICT specialist, de man zonder identiteit, krijgt via ondergrondse LAN party's belangrijke informatie, gecodeerd in punkliedjes. Youssouf is de man die de communicatie vooral op de proef stelt. Door zijn besluiteloosheid heeft de rest van het team genoeg tijd om te kijken of er een betere methode is. Polle, hoofd van het subteam dankt die taak vooral doordat hij niet zoveel opvalt in de Boliviaanse barren, euh, bossen. ook heeft hij veel contact met de regionale grootheden, Che was namelijk zijn vader en Fidel zijn moeder.

Ook het strijdteam is goed vertegenwoordigd. MC Neger, strijdkracht in de oorlogen van Rwanda, Burundi, Angola, Melrose, Sierra Leone enz enz, leidt het team. Sjek, scherpschutter die zelfs als hij slaapt je aankijkt, heeft ook een belangrijke taak. Hij moet de speciale tekens, zoals 'groepsknuffel' tijdens operaties geven. Henk en Kinky MF zijn de Frank en Ronald van het team, of de Bert en Ernie, of de Peppi en Kokki. Waar de een is, is de ander. Heel handig in een oerwoud.

Lange tijd werkte deze divisie van de GVD voor de overheid. Maar toen ging het mis. Contactpersonen van de Funbuddies, Rico en Rocky, werden op 28 mei 2000 gegijseld in Napaiskak, Groenland, door de terroristische groeppering DUKO, tevens aartsvijand van de Funbuddies. De eerste reactie van de funbuddies was om ernaartoe te reizen en hun vrienden te bevrijden, maar de GVD hield dat tegen. Grote verbijstering was het gevolg. Na goed research kwamen de funbuddies erachter dat er iets speelde bij de GVD. Ze besloten in te breken in het hoofdkwartier van de organisatie. Daar vonden ze wat niemand had verwacht: De GVD sponsorde DUKO met veel geld en wapens!!!

De funbuddies waren het zat en voelden zich bedrogen. de organisatie waar zij al jaren tegen streden bleek gewoon ook van de GVD te zijn. Hierop besloot het team zich te distantieren van de GVD en zelfstandig verder te strijden tegen DUKO. Dezelfde organisatie alleen nu geprivatiseerd.


Hoofdstuk 2: De Funbuddies en de wraak van Ricardo

“Shit!” Player krabde aan z’n kruis en staarde door het raam van de auto over de zanderige vlakten van de Nevada-woestijn. “Is er wat?”, vroeg Shano. Hij zat voorin in de auto en fungeerde als bijrijder. “Ja, euh… Gonorroe natuurlijk. Een cadeautje van Kaloolawe. Klote heroïnehoer ”, zuchtte Player en stak een dikke Cubaanse sigaar op. “Ze zijn lekker hoor”, riep hij naar Polle, die de oude Amerikaanse auto prachtig op de weg hield. “Jot, bedank m’n ouders maar”, zei Polle achter het stuur vandaan en keek goedkeurend in de achteruitkijkspiegel. De rook van de sigaar zorgde niet voor overlast, aangezien de auto van de vier inzittenden een cabriolet was. Vier inzittenden ja, Hennie was namelijk ook aanwezig, maar die was in een diepe slaap verwikkeld. “Had hij gisteren maar niet zo lang op Snuitje moeten rijden. Dat paard betekent ook alles voor hem”, en terwijl Shano dat zei had hij er alweer spijt van, want ook hij hield veel van Snuitje.

Sinds een halve week waren de vier onderweg. Eerst met het vliegtuig van La Paz naar El Paso, op de grens van Mexico naar de V.S. Daar stond Vincent, contactpersoon en zwager van Shano te wachten met de nodige informatie over de gijzeling van Rycko en Rocky door DUKO. Sinds hun verdwijning waren de Funbuddies in de touwen geweest om een reddingsoperatie te organiseren. De overige Funbuddies waren ook allemaal onderweg naar het gezamenlijke punt, Seattle. Daar zouden volgens informanten de gegijzelden zitten en dat was ook de plaats waar de Funbuddies elkaar weer zouden ontmoeten. Jostijoozt en Igor waren de enigen nog die in La Paz zaten om de boel te coördineren. De overige vrienden waren allemaal in groepen onderweg naar de grote stad in het noordwesten van de V.S., zodat DUKO de verplaatsing van hun grote vijand niet kon traceren. De groepen moesten zelf hun reis bepalen.

Shano had in El Paso dus een prachtige wagen weten te bemachtigen. De vorige eigenaar, een dikke man met een grote zwarte snor en een sombrero op zijn hoofd, had het karretje graag van de hand gedaan voor twee ons cocaïne, die Shano meegevoerd had in zijn schoen. En nu hadden ze bijna 1500 km gereden. “Nog 1500 te gaan”, ging er door het hoofd van Polle, en hij nam zich voor om na 500 km weer te wisselen van bestuurder, zodat hij nog even kon slapen.

De doffe klanken van de nieuwe cd van Vulgar Cunt klonken uit de radio. Shano had de cd opgezet, want hij ergerde zich aan het monotone geneurie van Bon Jovi-liedjes door Player. Onder de stoel had deze net een foto gevonden. Een gezin, poserend in Turkse kledij voor een felblauw busje, keek hem aan. De dikke sombrerosnor stond er ook bij. Player stopte de foto in zijn zak en krabde nog een keer flink aan zijn kruis.

Een paar minuten nadat Polle een prairiehond had weten te ontwijken, werd Hennie wakker. Na zich eerst flink uit te hebben gerekt en Player flink geknuffeld had, viel hem de muziek op. “Je voelt de pijn die de band probeert te uiten” zei hij, terwijl hij een verwoedde poging ondernam de priemende en geïrriteerde blik van Polle te ontwijken. “Youssouf, zou nu lachen”, ging er door hem heen en veroorzaakte een brok in zijn keel.

De kilometers begonnen nu voorbij te vliegen. De auto naderde Seattle nu op zo’n 200 kilometer. Bij een tankstation verving Hennie Polle als bestuurder, terwijl Sjano een slof sigaretten kocht en Player een Amerikaanse tankbediende op het openbare toilet nam. Het was inmiddels half drie ’s nachts en Hennie bad tot zijn vaders werkgever dat hij de mens een 24 uurs economie had geschonken.

Om precies vijf uur ’s ochtends reed Hennie de Amerikaanse slee de parkeerplaats op van het vliegveld in Seattle. Dit was de plaats waar de Funbuddies hadden afgesproken om elkaar weer te ontmoeten. “Probeer nog wat te slapen, de rest komt pas over drieëneenhalf uur ”, adviseerde Player, waarop hij gelijk bedacht dat niemand dat zou durven in zijn bijzijn. “Wacht maar”, zei hij en hij haalde een aantal kuisheidsgordels uit de kofferbak. Nu was het wachten geblazen…

“Groepsknuffel!” Voor Hennie besefte door welke kreet hij wakker werd, voelde hij een man of vier op zich liggen. Hij opende zijn ogen en keek recht in die van Sjek, die ook moeilijk te ontwijken vielen. Verder hadden MC neger, Kinky MF, Henk en Youssouf op zijn buik plaatsgenomen. “Sorry de snorrie!”, riep de laatste en Hennie reageerde gepast met een ‘haver in de knieën’ actie. Ook de begroeting van de andere funbuddies was feestelijk, totdat Henk iets opmerkte. “Waar is Player?” Nu begonnen ook de anderen om zich heen te kijken. De paniek was van korte duur, want van links kwam een lange, witte limousine aanrijden en daar werd de vermiste, nog voor de wagen gestopt was, uitgeflikkerd.“Vuile druiper” klonk een zware stem uit de auto, die daarna met gierende banden wegscheurde. Player stond op en sloeg het zand van zijn witte pak. “Hij mompelde nog iets over klootzak en pijpen, maar toen zag hij dat de ander Funbuddies ook waren gearriveerd en een glimlach viel over zijn gelaat. “Wat is er, Kinky MF?” Polle zag dat Kinky MF helemaal wit zag. “Tja, een beetje ziek. Denk dat ik over twee weken wel weer de oude ben.” Polle moest gelijk aan Jostijoozt denken, die nog in La Paz zat. “Hoe laat is het?” vroeg Polle, waarop Hennie en Youssouf het uitbrulden van het lachen. Toen het negen uur bleek te zijn, opperde Henk maar om contact te zoeken met het hoofdkwartier in Bolivia, voor nadere instructies. “Eerst vertellen hoe jullie hier zijn gekomen”, zei Player tegen Henk.

Het verhaal was simpel: de andere groep was met het vliegtuig naar San Francisco gevlogen. Daar kende Kinky MF een bromfietsverhuurbedrijf. Ze hadden van een onverstaanbare man met een overvloed aan vocht in zijn mond, dat hij ook constant deelde met zijn metgezel (een meisje met een behoorlijk crimineel verleden), een aantal brommers gehuurd. Deze brommers reden allemaal zo’n 135 km per uur en daarom waren zij ook zo op tijd hier. De brommers hadden ze in Seattle weer in moeten leveren bij een andere vestiging van het bedrijf, waarna ze het laatste stuk gelopen hadden. Dat laatste vonden ze dan ook behoorlijk gierig.

Toen Shano een reisverslag aan de andere groep had gegeven, besloten de funbuddies actie te gaan ondernemen. “Op naar de Mac”, luidde de algemene strijdkreet. Eenmaal aangekomen duurde het behoorlijk lang voordat ze geholpen werden: een of andere speeksellekker had net een kroket in z’n onderbroek gestouwd en rende nu gillend door de winkel. Gelukkig zaten ze nu allemaal aan tafel, over een grote berg met plastic doosjes kijkend. Alleen Player was niet aan het eten: hij had geen honger, hij voelde zich niet zo goed door zijn vervelende aandoening. Hij besloot te gaan pissen.

Onderweg naar het toilet verstijfde hij. Zijn lichaam dan. Voor hem stond Ricardo, leider van DUKO…