Galilea in Runkst:
Schouder aan schouder, kleine dingen..
Verschenen in Kerk en Leven, 18 april 2001.
Een huis in de rij, in een straat zoals er in Vlaanderen ongetwijfeld duizenden zijn. Huizen, schouder aan schouder. De Gaarveldstraat in de Hasseltse wijk Runkst. Al 25 jaar, sinds 1976, wonen in deze buurt enkele zusters van de Kindsheid Jesu in de Galileagemeenschap. Geen kloostersfeertje. Geen spreekkamer. Zonder veel omhaal sta je in de woonkamer. De bekende Roeblevicoon aan de wand, NCOS-kalender, wereld-kaart. Een opengeslagen bijbel en enkele gezellig oude meubeltjes. Hier wordt geleefd, gegeten, vergaderd. Hier worden mensen ontvangen. Schijnbaar een ruim huis, bedenk ik, maar toch krap voor vijf volwassenen.
Aan de tafel vijf zusters van de Kindsheid Jesu: Gerda, Christine, Jeanne, Renée en Hilde. „In het begin was het natuurlijk niet vanzelfsprekend in een kleiner huis te wonen. Dat was vijfentwintig jaar geleden vrij nieuw. We kwamen allen uit grotere gemeenschappen. En dus was het materieel wat wennen... Maar we wilden dicht bij de mensen leven.”
Vier accenten heeft deze kleine gemeenschap. Allereerst een open deur, zonder drempels en voorgeborchten. Open voor buiten en open naar binnen. Dat is het tweede accent: de gemeenschap heeft mededeelzaamheid hoog in het vaandel. Gemeenschap is delen van elkaars leven: Ieders agenda is bekend. Het delen van elkaars evangelische inspiratie en het wekelijkse gemeenschapsgesprek zijn belangrijke momenten.
De derde klemtoon is de optie voor de kleinen. Eigen aan het charisma van de orde, maar concreet gemaakt in een veelkleurig engagement. Ten slotte wil de gemeenschap sober en eenvoudig leven. Een leven gelijk aan de mensen in de straat.
De Galileagemeenschap staat niet los van het charisma van de congregatie. De zusters van de Kindsheid Jesu is de laatste stichting van de bezielende Gentse kanunnik Triest, ook bekend als stichter van de Zusters en Broeders van Liefde. Oorspronkelijk bedoeld voor de opvang van vondelingen, richtte de congregatie zich in de loop der jaren op allerlei opvoedings- en opvangwerk. „Net zoals Triest in de negentiende eeuw noden en behoeften ontdekte en daarvoor mensen bij elkaar bracht, zo moeten wij dat ook in deze tijd doen.”
Een belstoot. Iemand betreedt de woonkamer. Een vraag over Ziekenzorg, waarvoor Christine in de parochie mee aan de kar trekt. In verband met de attentie voor de zieken op Palmzondag. ,,Voor ons is het vanzelfsprekend dat mensen aanbellen en meteen binnenkomen. Een echt open deur zegt veel. Hier kunnen we niet vluchten. We sluiten ons niet af voor buiten”, verduidelijken de zusters na het vertrek van de onverwachte bezoekster.
Van bij het begin kozen de leden van de Galileagemeenschap er voor om slechts halftijds bezoldigd te werken en zo tijd te hebben voor engagement. Vandaag werkt enkel zuster Jeanne nog halftijds bezoldigd, als gezins- en bejaardenhelpster.
Welke engagementen nemen de zusters dan wel op? Verschillende zusters zijn op een bijzondere wijze bij vzw Vriendschap betrokken. Café Anoniem, een huiskamer- en integratieproject waar mensen een stukje vriendschap kunnen vinden bij elkaar. Iedereen, ongeacht inkomen, kan er terecht voor een gezellige babbel of voor de krant. Café Anoniem biedt mensen de gelegenheid om elkaar ongedwongen beter te leren kennen en te waarderen. Een café zonder bier, zeven dagen per week. Een ander project: Klavertjevier.In deze ontmoetingsruimte kun je dagelijks en heel goedkoop een warme maaltijd krijgen. Iedereen is er welkom, de mensen uit de buurt nog het meest. Na de maaltijd is er nog wat ruimte voor een fijn gesprek en een kop koffie.
Permanentie in huis is een taak op zich. Iedereen die binnenkomt, mag er zijn en wordt hartelijk ontvangen. Christine is het vaakst thuis te vinden: ze doet een deel van het huishouden en het kookwerk.
De gemeenschap is ook bijzonder betrokken op de parochie. Renée werkt mee aan de kindernevendiensten in de parochie Sint-Hubertus, Christine met Ziekenzorg.
Jeanne is dan weer lid van de ATD-medestandersgroep Limburg. Hilde, die jarenlang kleuterleidster was, doet vrijwilligerswerk in De Heuvel, een tehuis voor gehandicapten. In de parochie houdt ze zich bezig met de vormselcatechese, de eerste communiepastoraal...
Gerda heeft een groot hart voor vreemdelingen en vluchtelingen.
Ze gaat vaak op bezoek bij vluchtelingen thuis en helpt hen wegwijs maken in de stad. Een anonieme dreigbrief over hun inzet voor vluchtelingen verhitte eventjes de gemoederen. ,,Maar hoe kun je reageren op een anonieme brief?”VOLHOUDEN
Even kan ik niet meer volgen... Overdonderd door zoveel. Hoe houden jullie het vol? „Onze sterkte is dat we hier samen voor gekozen hebben. Respect voor ieder mens, ervaar je zowel binnen in de gemeenschap als buiten.”
In de loop der jaren groeide een heus netwerk. De een verwijst de andere door naar de zusters. Gerda: „Maar wij kunnen ook niet alles, dat beseffen we maar al te goed. Daarom dat we zelf ook verwijzen naar gespecialiseerde diensten.” ,,Al bij al hebben we elke avond, vóór het slapengaan, genoeg om de Heer voor te leggen”, besluit René gevat.
Samen met de fotograaf bezoeken we even de ruime kamer op de eerste verdieping die dienst doet als gebedsruimte.Voor het altaar een fraaie symbolische uitbeelding van de lezingen van de Veertigdagentijd. Het bekende schilderij van de Verloren Zoon, de icoon van de Verheerlijking en enkele stenen, verwijzend naar de lezing over de overspelige vrouw.
Jeanne: „Iemand van ATD-Vierde Wereld merkte eens op dat wij zoveel(kunnen) uithouden, omdat we een gemeenschap zijn van bewogenheid en gebed.” Een biddende gemeenschap zijn is wezenlijk. Er zijn de persoonlijk en gemeenschappelijke uren van gebed. „Da’s tijd voor God”, zegt Renée. En dat respecteren de mensen.” Ook de dagelijkse eucharistieviering, gewoonlijk in de parochiekerk, hoort daarbij. Eenmaal per week wordt de eucharistie in huis gevierd, in het gezelschap van een twaalftal gasten. En driemaal per jaar trekt de Galileagemeenschap zich terug voor bezinning op een stille plek. Dan is het huis onherroepelijk gesloten.
De klokken van de nabijgelegen parochiekerk onderbreken ons gesprek. Tijd voor de dagelijkse De klokken van de nabijgelegen parochiekerk onderbreken ons gesprek. Tijd voor de dagelijkse avondmis. In de liturgie horen we voorlezen uit het Johannesevangeie. "Ik ben niet van deze wereld”, zegt Jezus ons. In zijn navolging leven wij, christenen, wel in deze wereld, maar getuigen we in ons leven van meer, van ‘boven’. Hier dus.
Tijdens de wandeling terug naar het huis, ontmoeten we op straat een passerende Pakistaanse jongeman uit de buurt. Eindelijk erkend als politiek vluchteling, volgt hij nu computerlessen. Een sprankje hoop. Een bemoedigend woord. Kleine dingen.
Een rapport van het Regionaal Instituut voor Maatschappelijk Opbouwwerk Limburg over de wijk Runkst in Hasselt zegt het in officiële bewoording aldus: „Als belangrijke referentiepersonen worden steeds de zusters van de Gaarveldstraat genoemd. 'Vraag het maar aan de zusters, die weten het wel'. De zusters van de Gaarveldstraat hebben wegens hun engagement het meest voeling met de schrijnende armoedeproblematiek. Ze zijn altijd beschikbaar, luisterend oor, probleemoplosser, bieden nestwarmte. Zij zijn onvoorwaardelijk vertrouwenspersonen, met een groot respect voor de kleine mens.” En we lezen verder: "Ook mensen die niet kerkelijk zijn, prijzen hun werk. Zij worden door iedereen ervaren als het hart en de bezieling van Runkst. lk vind de zusters van de Gaarveldstraat de bron, het open huis waar mensen voor alles en nog wat altijd terecht kunnen. Zij doen op een informele manier veel goed voor de mensen. Zij kennen iedereen en staan open voor iedereen. Zij luisteren naar de mensen. Dat is wat mensen nodig hebben.”
Zo hoorden de zusters van Galilea het eens van een ander.
Erik De Smet