Programma
Frans-impressionistische pianomuziek, bewerkt voor beiaard
1. | Claude Debussy | uit: Petite Suite (1888) |
1862 - 1918 | -En Bateau | |
-Cortège | ||
2. | Maurice Ravel | Suite "Ma Mère l'Oye" (1908) |
1875 - 1937 | -Pavane de la Belle au bois dormant | |
-II. - Petit Poucet | ||
-III. - les Entretiens de la Belle et de la Bete | ||
-IV. - Laideronnette, Impératrice des Pagodes | ||
3. | Maurice Ravel | Pavane pour une infante défunte (1899) |
4. | Maurice Ravel | uit: Le Tombeau de Couperin |
-I. - Pavane de la Belle au bois dormant | ||
-II. - Forlane | ||
-V. - Menuet | ||
-IV. - Rigaudon | ||
5. | Gabriel Fauré | uit: Suite "Dolly" (1894 - '97) |
1845 - 1924 | -I. - Berceuse | |
-II. - Mi-a-ou | ||
-III. - Le Jardin de Dolly | ||
-IV. - Kitty-Valse | ||
Arrangementen voor beiaard:
Nr. 1: Gildas Delaporte
Nr. 2: Frank Dellapenna
Nrs. 3 en 4: Gideon Bodden
Nr. 5: Christine Vanhoutte
>terug naar concert-overzicht NL
>back to
recital survey english
Toelichting op het programma
De omschrijving Frans-Impressionistische Pianomuziek verdient een aantal kanttekeningen.
-Kanttekening 1. - "Impressionisme".
Deze term dook in de jaren 1870 op onder kunstkenners als typering
van Monet's schilderkunst. Hoe logisch wij het tegenwoordig ook
vinden dat men al associërend Debussy's componeerstijl al
snel "muzikaal impressionisme" ging noemen, het predikaat
was oorspronkelijk juist níet vleiend bedoeld. De jonge
Debussy dong namelijk in 1887 met zijn Printemps mee naar de Prijs
van Rome. Daar sprak de Academie van Schone Kunsten over "een
gebrek aan structuur-precisie" die het gevolg was van
Debussy's "overdreven gevoel voor muzikale kleur".
Debussy werd dan ook geadviseerd "zich in de toekomst
te hoeden voor dergelijk 'vaag impressionisme', dat als een van
de gevaarlijkste vijanden van de echtheid van de Kunst beschouwd
moet worden". Het duurde evenwel vervolgens maar enkele
jaren alvorens de waarde van het impressionistische gehalte van
Debussy's muziek openlijk algemeen bepleit werd. Het is andere
vooruitstrevende componisten wel eens slechter vergaan... En
hoewel hij een afkeer tegen bestempelen in het algemeen had, deed
Debussy er vervolgens zelf nog een schepje bovenop door te stellen
dat impressionisme in de taal der muziek zelfs beter gedijde dan
in schilderkunst: striktgenomen is verf op een doek na uitdroging
bewegingsloos, terwijl klinkende muziek juist bestaat uit beweging!
-Kanttekening 2. - "Pianomuziek"
Er is vanavond geen sprake van een piano- maar van een beiaardrecital!
De behoefte van de beiaardiers de kleurenrijkdom van torenklokken
eens grondig uit te buiten, leidde haast vanzelfsprekend naar
werken van Fauré, Ravel en Debussy. Het naar hun vier handen
zetten van de oorspronkelijke pianopartituren betekende een vrij
ingrijpende wijziging daarvan. Gelukkig had Ravel laten zien dat
dat kon en hoe dat moest gebeuren. Natuurlijk, hij arrangeerde
niet voor beiaard, maar blies pianocomposities (waaronder alle
drie zijn vanavond uit te voeren composities) juist op tot orkestwerken.
Van deze orkestversies terugkijkend naar de pianopartituren, is
de stap naar een beiaardreductie met betrekkelijke trefzekerheid
te zetten.
-Kanttekening 3. - quatre mains-spelen omwille van méér
"virtuositeit"
Het lijkt zo voor de hand te liggen: vier vuisten kunnen er per
minuut méér noten doorjagen dan twee. De term virtuositeit
duidt op speeltechnische vaardigheid en doet dan ook direct aan
flitsend-snelle notenjagers denken. Maar nee, vrees voor een donderende
klokkenaanslag op uw oren is vanavond ongegrond. Dat voor de composities
op het programma van vanavond de mogelijkheden van solo-beiaardspel
te kort schieten, heeft niet zozeer te maken met een reusachtig
groot aantal te spelen noten, maar meer met de noodzaak de gekleurde,
dichtere akkoordstructuren tot het uiterste te beheersen. Juist
aan het op beiaard behoedzaam en zacht, maar toch spannend en
beweeglijk spelen van harmonisch vaak zeer complexe begeleidingen,
heeft één beiaardier zijn ledematen al meer dan
vol. Het precieze inpassen van melodievoerende stemmen, vaak tussen
de begeleiding in gelegen, vergt nogmaals twee lenige handen,
en soms ook één voet..
Nee, de beiaardiers vanavond tekenen voor een paradox: door het
opvoeren van juist díe virtuositeit de uitvoering voorzien
van een bescheidenheid die het impressionisme achter de noten
kans tot spreken biedt.
JACQUES MAASSEN
Jacques Maassen (*1947), stadsbeiaardier van Breda en directeur
van de Nederlandse Beiaardschool, is een telg uit het illuster
Bredaas beiaardiersgeslacht. Zelf studeerde hij beiaard aan de
Nederlandse Beiaardschool te Amersfoort, welke studie in 1972
bekroond werd met de Prix d' Excellence. Op verschillende wedstrijden
behaalde hij eerste prijzen, zowel voor interpretatie als voor
compositie. Van 1980 tot 1986 was hij hoofdvakdocent Schoolmuziek
aan het Koninklijk Conservatorium te 's-Gravenhage en hij was
onder meer voorzitter van de Nederlandse Klokkenspel Vereniging
en vice-voorzitter van de Beiaard Wereld Federatie. Hij geeft
regelmatig concerten, masterclasses en lezingen in binnen- en
buitenland.
GIDEON BODDEN
Gideon Bodden (*1971) kreeg zijn eerste beiaardlessen aan
de muziekschool van Hilvarenbeek en studeerde vervolgens aan de
beiaardscholen te Mechelen en te Amersfoort.
Hij won verschillende beiaardconcoursen, waaronder de Koningin
Fabiolawedstrijd in Mechelen (1993) en, samen met Gildas Delaporte,
het eerste beiaardconcours voor quatre mains-duo's te Douai (F,
1994)
Hij is thans stadsbeiaardier van Amsterdam, Oudewater en Hilvarenbeek
en concerteert als gastbeiaardier regelmatig in binnen- en buitenland.
Gideon Bodden was jarenlang bestuurslid van de Nederlandse Klokkenspelvereniging
en campanologisch adviseur van de NKV-Adviescommissie.
Hoewel dit nauwelijks bekend is, heeft het beiaardduo Maassen
/ Bodden een respectabele leeftijd. In 1985 klonk hun samenspel
al eens uit de Grote Toren van Breda en in de jaren sedertdien
zijn er door hen maar weinig quatre mains-partituren niet in Breda
doorgespeeld. Het gelijkgestemd ensemble-beiaardspelen biedt niet
alleen andere mogelijkheden maar bevordert bovendien het musiceerplezier,
en dat werpt opzichzelf weer vruchten af, menen zij.