beiaardconcert Lochem, St.-Gudulatoren
vrijdag 14 september 2001, 19:00 uur
door
Jacques Maassen & Gideon Bodden
Quatre-mains

 

Programma


­ Frans-impressionistische pianomuziek, bewerkt voor beiaard ­

 1.  Claude Debussy  uit: Petite Suite (1888)
   1862 - 1918  -En Bateau
     -Cortège
     
 2.  Maurice Ravel  Suite "Ma Mère l'Oye" (1908)
   1875 - 1937  -Pavane de la Belle au bois dormant
     -II. - Petit Poucet
     -III. - les Entretiens de la Belle et de la Bete
     -IV. - Laideronnette, Impératrice des Pagodes
     
     
 3.  Maurice Ravel  Pavane pour une infante défunte (1899)
     
   
 4.  Maurice Ravel  uit: Le Tombeau de Couperin
     -I. - Pavane de la Belle au bois dormant 
     -II. - Forlane
     -V. - Menuet
     -IV. - Rigaudon
     
 5.  Gabriel Fauré  uit: Suite "Dolly" (1894 - '97)
   1845 - 1924  -I. - Berceuse
     -II. - Mi-a-ou
     -III. - Le Jardin de Dolly
     -IV. - Kitty-Valse
     


Alle werken werden oorspronkelijk voor piano gecomponeerd.

Arrangementen voor beiaard:
Nr. 1: Gildas Delaporte
Nr. 2: Frank Dellapenna
Nrs. 3 en 4: Gideon Bodden
Nr. 5: Christine Vanhoutte

>terug naar concert-overzicht NL

>back to recital survey english

­Toelichting op het programma­

De omschrijving Frans-Impressionistische Pianomuziek verdient een aantal kanttekeningen.

-Kanttekening 1. - "Impressionisme".
Deze term dook in de jaren 1870 op onder kunstkenners als typering van Monet's schilderkunst. Hoe logisch wij het tegenwoordig ook vinden dat men al associërend Debussy's componeerstijl al snel "muzikaal impressionisme" ging noemen, het predikaat was oorspronkelijk juist níet vleiend bedoeld. De jonge Debussy dong namelijk in 1887 met zijn Printemps mee naar de Prijs van Rome. Daar sprak de Academie van Schone Kunsten over "een gebrek aan structuur-precisie" die het gevolg was van Debussy's "overdreven gevoel voor muzikale kleur". Debussy werd dan ook geadviseerd "zich in de toekomst te hoeden voor dergelijk 'vaag impressionisme', dat als een van de gevaarlijkste vijanden van de echtheid van de Kunst beschouwd moet worden". Het duurde evenwel vervolgens maar enkele jaren alvorens de waarde van het impressionistische gehalte van Debussy's muziek openlijk algemeen bepleit werd. Het is andere vooruitstrevende componisten wel eens slechter vergaan... En hoewel hij een afkeer tegen bestempelen in het algemeen had, deed Debussy er vervolgens zelf nog een schepje bovenop door te stellen dat impressionisme in de taal der muziek zelfs beter gedijde dan in schilderkunst: striktgenomen is verf op een doek na uitdroging bewegingsloos, terwijl klinkende muziek juist bestaat uit beweging!

-Kanttekening 2. - "Pianomuziek"
Er is vanavond geen sprake van een piano- maar van een beiaardrecital! De behoefte van de beiaardiers de kleurenrijkdom van torenklokken eens grondig uit te buiten, leidde haast vanzelfsprekend naar werken van Fauré, Ravel en Debussy. Het naar hun vier handen zetten van de oorspronkelijke pianopartituren betekende een vrij ingrijpende wijziging daarvan. Gelukkig had Ravel laten zien dat dat kon en hoe dat moest gebeuren. Natuurlijk, hij arrangeerde niet voor beiaard, maar blies pianocomposities (waaronder alle drie zijn vanavond uit te voeren composities) juist op tot orkestwerken. Van deze orkestversies terugkijkend naar de pianopartituren, is de stap naar een beiaardreductie met betrekkelijke trefzekerheid te zetten.

-Kanttekening 3. - quatre mains-spelen omwille van méér "virtuositeit"
Het lijkt zo voor de hand te liggen: vier vuisten kunnen er per minuut méér noten doorjagen dan twee. De term virtuositeit duidt op speeltechnische vaardigheid en doet dan ook direct aan flitsend-snelle notenjagers denken. Maar nee, vrees voor een donderende klokkenaanslag op uw oren is vanavond ongegrond. Dat voor de composities op het programma van vanavond de mogelijkheden van solo-beiaardspel te kort schieten, heeft niet zozeer te maken met een reusachtig groot aantal te spelen noten, maar meer met de noodzaak de gekleurde, dichtere akkoordstructuren tot het uiterste te beheersen. Juist aan het op beiaard behoedzaam en zacht, maar toch spannend en beweeglijk spelen van harmonisch vaak zeer complexe begeleidingen, heeft één beiaardier zijn ledematen al meer dan vol. Het precieze inpassen van melodievoerende stemmen, vaak tussen de begeleiding in gelegen, vergt nogmaals twee lenige handen, en soms ook één voet..
Nee, de beiaardiers vanavond tekenen voor een paradox: door het opvoeren van juist díe virtuositeit de uitvoering voorzien van een bescheidenheid die het impressionisme achter de noten kans tot spreken biedt.


­JACQUES MAASSEN­
Jacques Maassen (*1947), stadsbeiaardier van Breda en directeur van de Nederlandse Beiaardschool, is een telg uit het illuster Bredaas beiaardiersgeslacht. Zelf studeerde hij beiaard aan de Nederlandse Beiaardschool te Amersfoort, welke studie in 1972 bekroond werd met de Prix d' Excellence. Op verschillende wedstrijden behaalde hij eerste prijzen, zowel voor interpretatie als voor compositie. Van 1980 tot 1986 was hij hoofdvakdocent Schoolmuziek aan het Koninklijk Conservatorium te 's-Gravenhage en hij was onder meer voorzitter van de Nederlandse Klokkenspel Vereniging en vice-voorzitter van de Beiaard Wereld Federatie. Hij geeft regelmatig concerten, masterclasses en lezingen in binnen- en buitenland.

­GIDEON BODDEN­
Gideon Bodden (*1971) kreeg zijn eerste beiaardlessen aan de muziekschool van Hilvarenbeek en studeerde vervolgens aan de beiaardscholen te Mechelen en te Amersfoort.
Hij won verschillende beiaardconcoursen, waaronder de Koningin Fabiolawedstrijd in Mechelen (1993) en, samen met Gildas Delaporte, het eerste beiaardconcours voor quatre mains-duo's te Douai (F, 1994)
Hij is thans stadsbeiaardier van Amsterdam, Oudewater en Hilvarenbeek en concerteert als gastbeiaardier regelmatig in binnen- en buitenland.
Gideon Bodden was jarenlang bestuurslid van de Nederlandse Klokkenspelvereniging en campanologisch adviseur van de NKV-Adviescommissie.

Hoewel dit nauwelijks bekend is, heeft het beiaardduo Maassen / Bodden een respectabele leeftijd. In 1985 klonk hun samenspel al eens uit de Grote Toren van Breda en in de jaren sedertdien zijn er door hen maar weinig quatre mains-partituren niet in Breda doorgespeeld. Het gelijkgestemd ensemble-beiaardspelen biedt niet alleen andere mogelijkheden maar bevordert bovendien het musiceerplezier, en dat werpt opzichzelf weer vruchten af, menen zij.


>terug naar concert-overzicht NL

>back to recital survey english