PROGRAMMA
Ouverture: | ||
Roy Hamlin Johnson | Summer Fanfares | |
*1929 | [voor beiaard, 1956] | |
1. | Louis Moreau Gottschalk | Grand Scherzo |
1829 - 1869 | [voor piano, Op. 57, 1869] | |
2. | Franz Liszt | drie liederen |
1811 - 1886 | ·Der König von Thule | |
·Im Rhein, im schönen Strome | ||
·Wieder möcht' ich dir begegnen | ||
3. | Gustav Mahler | uit: Symphonie V [1902!] |
1860 - 1911 | ·Deel 1, Trauermarsch | |
4. | Gustav Mahler | uit: Symphonie III [1896] |
·Deel 2, Tempo di menuetto | ||
5. | Johannes Brahms | twee liederen |
1833 - 1897 | ·Alte Liebe | |
·An eine Äolsharfe | ||
6. | Johannes Brahms | Rhapsodie in b |
[voor piano, Op. 79, no. 1] |
Toelichting beiaardconcert Gideon Bodden Dordrecht 1 augustus 2002
thema:
Symfonische Overvloed
Brahms, Liszt en Mahler.
In de muzikale beleving van de Europese muziekliefhebbers in
de 19de eeuw speelde grootschaligheid een centrale rol. Grootschaligheid
in de zin van zowel de omvang van de orkesten, de omvang van de
composities, als van de heftige beladenheid van het palet van
muzikale uitdrukkingsmogelijkheden. De subtiele nuances die nietige
instrumenten als het spinet of de luit op de luisteraar in vroegere
tijden vermochten over te brengen, waren buiten beeld geraakt
en de fantastische explosieve potentie van de grote orkesten werd
tot het uiterste ontplooid. De gedachte dat hoe meer instrumenten
in harmonie samenklinken hoe groter de muzikale zeggingskracht
is en de overtuiging dat hoe groter de muzikale effecten zijn,
hoe sterker de gevoelige snaren van de luisteraars tot klinken
worden gebracht, heeft geleid tot de muzieksoort die wij 'symfonisch'
noemen. Wagner's opera's en Mahler's symfonieën zijn daar
de grootste vertegenwoordigers van, maar even goed behoort bijvoorbeeld
Liszt's zwoele kamermuziek tot diezelfde cultuur.
De torenmuziekinstrumenten van de Lage Landen hebben sinds de
middeleeuwen een ontwikkeling doorgemaakt die in vrijwel alle
opzichten identiek is aan die van de orkesten. Leenden de 17de
eeuwse Hollandse klokkenspelen van de Hemony's zich voor de fijnste
nuances op de vierkante millimeter; bij de 20ste eeuwse 'Grand
Carillons' die in het Amerika van de Rockefellers verrezen, ging
het om muzikale superlatieven.
De tegenwoordige Dordtse beiaard, die onversneden 'Rockefelleriaanse'
muzikale kwaliteiten bezit maar die mede door het overstelpende
charisma van zijn behuizing, de Grote Kerkstoren, klassiek gefundeerd
is, voorzag de concertgever van inspiratie voor het maken van
een symfonisch programma.
-Mahler's Vijfde Symfonie, waaruit vanavond de Trauermarsch zal
klinken, viert dit jaar haar honderdjarig bestaan.
-Al was het alleen maar om stof op te leveren voor een debat over
beiaardconcert-programma's wordt vanavond de eer gegund aan Roy
Hamlin Johnson's monumentale Summer Fanfares om als ouverture
de toon te zetten.
GB 30/04/02