Den 14en september 1626 - coram -
Compareerden etc ...........
Grietgen Hendrixdr, huijsvrouwe van Thijman
Berndsen, out ontrent 36 jaren ende Anneken
Peetersdr, huijsvrouwe van Dirck Adriaensz.
oudt ontrent 34 jaren beijde woonen(de) tot Uijtwijck
in den Lande van Althenae, de welcke hebben
ter instantie ende rechterlijken versoecke van
Abrahamis Torrentinus bedienaer des Godelijcken
Woordts tot Uijtwijck voorn(oem)t, bij haerl(iede)r eede
getuijcht ende verclaert hoe waer is dat sij getuijgen
op saterdach den vijfden september
des avondts tusschen licht ende doncker, sijn geweest
op sheeren strate, voor haerl(iede)r deuren ontrent den
uytgangh van des requirants huijs, alwaer doe (=toen) oock mede
was Metgen Hendrix, oock aldaer woonachtich
ende heeft des voorn(oemden) requirants huijsvrouwe int aanhooren van haer
Grietgen getuijge geroepen tegen Geertgen Cornelisdr haere
dienstmaecht, waer is nu de proij die u raedt
geven woude # (marge) # dese ofte diergelijcke woorden
waarop de voorn(oemde) Metgen Hendrix
comen(de) voortloopen, heeft geseijt, dat liecht ghij, ick
heb u jongwijff niet gesproken, seggende doe den
voors(ijde) requirant terstont, #
(marge) # int aenhooren van hen beijden getuijgen, soo sij
verclaren
wel Metgen, heb ik u
niet hooren seggen, compt Geertgen, wil ick u nu
raet geven? daerop de voorn(oemde) Metgen weder antwoorde
ghij stuck schelms, ghij liecht het, ende hebben sij getuijghen
gesien, dat de voorn(oemde) Metgen Hendrix daer over, de
voors(ijde) req(uiran)t dadelick met een vuijst in sijn
aensicht heeft geslagen.
In het grote WNT staat "prooi"
als verouderd scheldwoord voor een vrouw, in de voorbeelden trouwens overal
komisch gebruikt:
(Heyn:) O gy syt een drollige prooy, en
ick een vrolycke viese schacht!
(Ester:) Daarom gelycken wy wel byeen!
(uit Ogier, De Seven Hooftsonden, 1682)
………………= kan woord niet ontcijferen.
Een tweede akte werd gevonden in het notarieel archief van Gorinchem:
Den 1en junij 1627
Compareerde etc.
Michiel Adriaensz. Bel, ouderlinck der
kercke van
Uijtwijck inden lande van Althenae, ende
Willem
Boudewijsz. van Katz?, brouwer ende borger
tot Gorinchem,
oudt ontrent 52 jaren. De welcke hebben
(ten rechte-
lijcken versoeke van Abrahamus Torrentinus,
bedie-
naer des H. Evangelij tot Uijtwijck voornt.)
bij haerl[iede]r
manne waerheijt in plaetse ende inder presentatie
[marge: donderdach ?]
van eede getuijcht ende verclaerdt, soo
waer is dat
sij getuijgen den voorss. Req[uiran]t hebben
gekent over den tijdt
van acht jaren dat hij voorss. Ampt ter
selver plaatse
bedient heeft. Ende derhalven sijnen staet
ende compatrement
wel weten ende insonderheijt dat sijne
gelegentheijt
soodanich niet en is geweest dat ijemant
conse-
quentelick mede niet eene Metgen Hendrix
haer
kleedren heeft behoeven te versetten om
hem req[uiran]t in
sijn eere te houden, maer dat hij ter contrarie
wel self
gelet om eerlijck te leven, huijs te houden
ende de goede
luijde te conteneren. Seggende Michiel
Adriaensz. voornt.
voor [...] redene van wetenschap dat hij
eenige jaren vaker
ouderlingh ende in kerkelicke dienste [-heeft-]
geweest is,
[-ende de voorss-] ende oversulx dagelix
met den req[uiran]t ver-
keerdt heeft. Ende den voorss. Willem Boudewijsz,
dat de req[uiran]t alle die tijdt geduijrende
tot sijns getuijgens
huijse hier heeft gehaelt, ende hem altijt
wel[...] heeft betaalt
over ende niet onder, alsoot wel gebeurt
is dat hij req[uiran]t
betaelde tgene hem getuijge vergeten was
gelevert te
hebben, sonder hem wel off te borgen, ofte
oijt te laten
manen. Aldus verleden present Lueb Jansz.
Terlandt
ende Jacob Victor, burgers alhier, als
getuijgen
Dit merck heeft
+
Michiel Adriaensz. Bel gestelt
Willem Boudewijksz. van Cath
Lueb Janschen Terlants
J. Victor, 1627
(Met dank aan Jos de Kloe en Dave Pol)