DE SCHEIDSRECHTER ANTWOORDEN
HOME
Wat bedoelt de scheidsrechter! Welke gebaren maakt hij en wat betekenen deze?

1. Je hebt in het doelgebied van de tegenstander gestaan. Te lange tenen of te grote schoenen?
2. Je hebt verkeerd gevangen, verkeerd gestuit of getipt met de bal.
3. Te veel lopen met de bal in je hand, of je hebt de bal langer dan 3 sec. vastgehouden.
4. Omklemmen, vasthouden of duwen van de tegenstander.
5. Slaan naar de tegenstander
6. Aanvallers fout, verkeerd aanlopen of springen.
7. Je hebt een inworp, de scheidsrechter geeft de richting aan.
8. Uitworp van de keeper.
9. Vrije worp, de scheidsrechter geeft de richting aan.

10. Je houdt geen 3 meter afstand als de tegenstander een vrije worp neemt.
11. Passief spel, dit betekent dat het te lang duurt voordat je bv. op doel schiet
12. Doelpunt. Dit spreekt voor zich.
13. Scheidsrechterworp, dit gebeurt als de bal bv het plafond heeft geraakt
14. Gele kaart is een waarschuwing,  rode kaart, je mag niet meer mee doen
maar na twee minuten mag er wel een nieuwe speler meedoen.
15. Tijdelijke uitsluiting, je wordt voor 2 minuten uit het veld gestuurd.
16. Definitieve uitsluiting, je wordt eruit gestuurd, de rest van de wedstrijd speelt je team met een speler minder.
17. Time-out. Onderbreking van de wedstrijd, waarbij de tijd wordt stilgezet.
18. Toestemming om het veld te betreden tijdens een time-out.