Ik draai de oprit op. Eindelijk thuis. Mijn boterhammentrommel en de autopapieren onder de arm, en ik ga op een drafje de achtertuin in. Alex zit aan tafel, ik schrik als ik haar zie. Ze ziet er doodmoe uit. Reggie wil weer niet eten, Nina`s gezicht zit onder de olvarit-prut.
“Dag schat, hoe was je dag?” Als ik haar kus proef ik een zoute traan. Verdwaasd kijkt ze me aan. Ik heb blijkbaar de kinderen wakker gemaakt vanmorgen (om 6 uur, sorry!). Reggie`s bed was nat (alweer!), Nina had iets verhoging (tandjes!) en daardoor de hele dag hangerig. Op school was Reggie gevallen (blauwe plekken, au!), klasgenootje jarig en snoep getrakteerd (zoet maakt druk!), vriendje van Reggie op bezoek geweest, het hele huis op stelten. Nina bijna van de trap gedonderd, nog net kunnen grijpen. Nina uit de middagslaap gehaald door de aanbellende postbode (wederom een bestelde CD voor hansje!), de buren gaan verhuizen en maken veel lawaai. Nina net de luier vol onder het eten koken. Vlees aangebrand, groente te gaar. En verder…… och en verder.
Ik vraag maar niets meer. Op de vraag hoe mijn dag eigenlijk was, antwoord ik slechts: “ het ging wel”.
Ik durf niet meer over mijn dag te vertellen. Ik ben blij om thuis te zijn, alleen al omdat ik dan Alex wat werk uit handen kan nemen.
Ik kus haar nogmaals. “Zal ik afwassen, de kinderen in bad doen, de honden uitlaten en daarna wat te drinken inschenken?, Dan kan jij vast lekker op de bank gaan zitten”.
Alex knikt dankbaar.
Eigenlijk zou ik dankbaar moeten zijn, ik heb een fantastische vrouw, die veel meer respect verdiend dan dat ze nu krijgt.

Ik geloof dat ik toch maar géén huisman wil worden.

hansje