(Op)voeden is (g)een Kunst


Kijk hem daar zitten. In het hoekje van de bank. Onze Reggie. Lusteloos, alsof het hem allemaal niks interesseert. Als een dood vogeltje staart hij voor zich uit. "Wat is er schat?", probeer ik hem nog enigzins op de wereld te helpen. Verdwaasd geeft hij antwoord, alhoewel antwoord: "Niks, papa, laat mij maar.
Ik weet niet goed wat ik met hem aanmoet. Zijn rode pruillipje kleurt wel prachtig bij zijn paarse wangen. Ik voel zijn voorhoofd. Ai! Dat lijkt wel koorts, mijn handen zijn zoveel warmte niet gewoon. Toch maar eventjes de thermometer erbij halen.
Als Reggie het ding ziet, slaakt hij een kreet en zet het op een onbedaarlijk huilen.
"Nee, papa, dat wil ik niet", schreeuwt hij. Hij grijpt al naar zijn bips, en ik begrijp waarom hij de thermometer wantrouwt.
"Rustig maar", tracht ik hem uit te leggen. "Doe je mondje maar open, hij hoeft niet tussen je billen." Even snel als het huilen begon, houdt het ook weer op. Met een diepe zucht gaat het mondje open, en even kijk ik in de roodste keel die ik ooit gezien heb. Ik frommel de thermometer onder het opgezette tongetje. "Zo, doe nu je mondje maar dicht."
Het ding zit op zijn plaats. Nu nog een aantal tellen wachten, net zoals meneer Philips op de gebruiksaanwijzing aangeeft. Reggie probeert met een scheel oog het displaytje in de gaten te houden.
"Heb ik koortspijn, papa?", vraagt hij belangstellend.
Meteen dondert de thermometer uit zijn mond.
"He, toe nou toch, even je mondje dicht houden nu, anders kan papa je niet meten."
Meteen begint het huilen weer. Natuurlijk, zieke kindjes zijn labiel, bedenk ik me. Ik had het iets tactvoller moeten brengen. Te laat.
Het duurt weer een minuut of 5 vooraleer ik Reggie tot bedaren heb gebracht, maar uiteindelijk lukt het me toch.
Nogmaals het hele ritueel. Dit keer gaat het wel goed.
"39,3", mompel ik na een paar minuten, "Das niet misselijk".
Bij het horen van het woord MISSELIJK begint het Reggie te draaien in de buik.
"Ik geloof......", verder komt Reggie niet.
Het is al te laat. Een golf warme derrie verlaat zijn mondje, over mijn broek, over mijn trui, over de vloer. "He, getverdemme", reageer ik impulsief, onmiddelijk wederom gevolgd door een helse huilbui. Jezusmina, wat moet ik nou toch met hem? Snel naar de keuken, een handdoek en een emmertje water. Ik probeer de troep zo goed en zo kwaad als het kan, op te ruimen. Moet er zelf van kokhalzen. Dan een glaasje water voor Reggie. Gelaten drinkt hij het op, onderwijl mijn kleren bekijkend.
"Je bent vies, papa", merkt hij volkomen overbodig op. Oh ja, dat is waar ook, ik zit zelf ook onder de troep. Toch maar even iets schoons aandoen. Ik sjok naar boven, op zoek naar schone kleren. De hele handel maar eventjes in de biotex.
Als ik weer beneden kom, ligt Reggie te slapen op de bank. Ik doe een dekentje over hem heen en aai hem over zijn bol. Wat een ellende.
Ik sterf een beetje met hem mee.
Een beetje ziek