Na een stijf kwartiertje wordt dan ook de familie Hansje verzocht de behandelkamer te betreden. De tandarts (een vrouw van om en nabij de 25) krijgt een hand, zelfs van Reggie. Op de vraag wie er als eerste aan de beurt wil, duw ik Reggie naar voren. Niet dat ik zo bang ben, en ook niet omdat ik hem wil pesten, maar gewoon omdat ik bang ben dat er bij mij wél aan de tanden geprutst moet worden, en als Nina ziet dat ik een beetje van pijn vertrokken gezicht heb, dan wil ze vast niet meer. Reggie vindt het niet erg om als eerste in de stoel te gaan liggen. Ik mag met Nina op het bankje toekijken. Ze kruipt ineens dicht tegen mij aan. Haar ogen worden groter en groter, als ze ziet dat deze stoel helemaal omhoog kan en ook nog kan zakken. En haar mond valt al helemaal open als het ding ook nog plat gaat. De lamp gaat aan, en Reggie doet gewillig zijn mond open. Het blaaspijpje, door de tandarts liefkozend “stofzuigertje met Jan de wind” genoemd, komt er aan te pas. Reggie doet het allemaal niks, en als de tandarts zegt dat hij een “10” krijgt voor het goede poetsen, snoeft hij: “Dat wist ik wel!”. Triomfantelijk steekt hij het verworven muntje in de lucht. Nou, dat wil Nina ook wel meemaken, zover is wel duidelijk, want nog voordat de tandarts kan vragen wie de volgende patiënt is, zit ze al in de stoel. De mond gaat meteen mijlenver open, alsof ze wil zeggen: “Wat mijn broer durft, kan ik ook!” Ik moet er een beetje van lachen, en ook de tandarts vindt het prachtig. De stoel wordt een keertje extra op en neer en heen en weer gedaan; Nina waant zich op de kermis. Dan worden al haar tandjes bekeken, en ook zij maakt kennis met Jan de wind. Alles is oké, en jawel, ook voor Nina ligt een muntje klaar. Broer en zus gaan gezamenlijk de automaat opzoeken, onderwijl kan Hansje onder handen genomen worden. Het is zoals gewoonlijk tandsteen verwijderen, en hoplakee, ook Hansje komt er goed vanaf dit keer. Helaas krijg ik géén muntje, maar och, ik ben wel gewend dat ik buiten de boot val. Ik bedank de tandarts voor haar goede zorgen en ga op zoek naar mijn kids. In de wachtkamer kom ik hen weer tegen, en hoera, ze hebben allebei een stuiterbal uit de automaat gescoord. Er wordt al driftig mee gestuiterd als we de jassen aan hebben en naar buiten lopen. Op mijn vraag of ze misschien met stuiteren kunnen wachten totdat we thuis zijn, wordt met name door Reggie geërgerd gereageerd. Hij kan het dan ook niet laten om nog eens een keer flink te stuiteren. De bal raakt de stoeprand en stuitert helemaal de verkeerde kant op………en komt met een klap terecht op………Hansje`s onderlip! Pats! En jawel hoor, een tand door de lip! Auwauau!!!! Na de nodige ingetogen schelwoorden, gaan we zwijgzaam weer naar huis. Shit, heb ik toch nog pijn moeten lijden bij die vermaledijde tandarts! Gr. Hansje |