Verjaardagsfeest. Reggie is jarig. En dan moet er een feest komen, dat is wel duidelijk. Al weken is hij aan het zeuren over zijn feest, wat we gaan doen, wie er mogen komen. De hele klas is al de revue gepasseerd. Een aantal kinderen mogen zeker komen, dat zijn Jip en Job. Ook van Jeroen is het wel zeker dat hij op Reggie`s feest mag komen. Van Joris en Jelle weet Reggie het nog niet zeker, maar hij vindt ze aardig genoeg, en bovendien is hijzelf ook op de feestjes van Joris en Jelle geweest, en dat schept verplichtingen. Alleen Jonas blijft een twijfelgeval. En eigenlijk is Jonas bij ons ook een twijfelgeval. “Weet je het wel zeker, Reggie, ik geloof niet dat je Jonas zó leuk vindt.” “Ja, maar, ik ben ook op het feestje van Jonas geweest,” strubbelt Reggie tegen. Tja, daar zit wat in. Desalniettemin ben ik niet zo kapot van Jonas. En met mij Alex. Jonas is een ronduit vervelend kereltje, dat altijd de boel op stelten probeert te zetten. Als we willen gaan voetballen, wil Jonas tekenen, wil Reggie tekenen, dan moet Jonas zonodig met de dino`s spelen. Bovendien heb ik begrepen dat Jonas Reggie vaak doet plagen op school, en dat hij Reggie`s werkjes wel eens vernield. Jonas probeert Reggie`s ultieme vriendjes (Job en Jip) af te pikken, door snel met hen af te spreken op een vrije woensdagmiddag, en daarna naar Reggie de tong uit te steken. Jonas is in het kort gezegd, een ettertje. “En toch vind ik dat Jonas ook op mijn feestje mag komen, want af en toe is hij best wel aardig,” besluit Reggie, zich resoluut omdraaiend ten teken dat wat hem betreft de discussie definitief gesloten is. “Dan moet je het zelf maar weten”, ga ik meewarig met hem mee. Ik kijk Alex hulpeloos aan, maar ook zij trekt de schouders op. Helaas, we hebben het geprobeerd, het is niet gelukt. Dan moeten we maar op de blaren zitten, het is tenslotte Reggie`s feest, dus hij mag beslissen wie er komt. “Als het strakjes tegenvalt, dan is het je eigen schuld”, probeer ik het nog een keer. Het helpt allemaal geen zier. Reggie heeft beslist. En zo worden de uitnodigingen gemaakt, en op een vrij uurtje bij Reggie`s vriendjes in de brievenbus gedaan. 28 April zal het zover zijn, op een woensdagmiddag, van half 2 tot een uur of 6. Ik overleg met Alex wat we zullen gaan doen. “Pfff……. Dat zijn er een heleboel”, telt Alex, en op haar vingers tellend: “dat is inclusief Nina en ons tweeën 10 man!” “Ja, maar ik ga ons Nina niet meenemen”, schrap ik meteen de naam van onze dochter, “Het is Reggie`s feest, en ik geloof niet dat die jongens zo staan te kijken op zijn bemoeizuchtige zuster.” “Daar zit wat in, Hansje, maar hoe wil je dat oplossen? Bovendien, als je ergens naar toe wilt gaan, en dat was ik eigenlijk wel van plan, want ik laat me het huis niet afbreken, dan zullen we toch écht ergens een tweede auto moeten charteren.” In stilte tel ik de overgeblevenen, en ja hoor, ook ik kom tot de conclusie dat je niet met 9 man in een Opel Corsa kunt. “Ik bel mijn vader wel, vraag hem of ik zijn auto een dagje kan lenen, dan kunnen we met 2 auto`s gaan. Bovendien kan mijn moeder dan een middagje op Nina letten, dat vindt ze vast leuk. En voor Nina is het ook wel aardig om eens even alle aandacht te hebben.” “Ja, ja, je hebt het al helemaal in je hoofd uitgedokterd, dat zie ik wel. Ik ben benieuwd of je dat allemaal geregeld krijgt, je ouders zijn óók niet gek.” Alex heeft blijkbaar weinig vertrouwen in mijn overredingskracht en onderhandelingskunde, maar ik zou Hansje niet zijn als ik me zo snel uit het veld zou laten slaan. “Wacht maar”, besluit ik, ondertussen naar de telefoon grijpend, “ik ga meteen bellen.” En jawel, hoor, na een minuut of 5 heb ik alles in kannen en kruiken, het feest kan doorgaan, ik heb de onvoorwaardelijke goedkeuring van mijn beide ouders. Smalend lach ik Alex toe, ik wist wel dat het zou lukken. “Als jij zo goed alles kunt regelen, dan mag je ook bepalen waar we naar toe gaan”, kaatst Alex terug, maar ook daar heb ik een panklare oplossing voor. “Als het regent, gaan we naar een binnenspeeltuin, en als het mooi weer is, dan gaan we naar een buitenspeeltuin, klare zaak!” En met een air van “mij-maken-ze-niks” wuif ik allerlei beperkingen weg, die Alex voor zich ziet. “Ach kom op, ook met Jonas erbij laat ik me de kaas niet van het brood eten. Ik laat me toch niet op de kast jagen door een onnozel joch van 7, kom op zeg!” En om mijn duidelijk taal kracht bij te zetten, sla ik me eens flink tegen de borst. Alex schiet in de lach. “We spreken elkaar nog wel, vriend |