Onderdelen van de gitaar
A. Klankkast Europees dennen- of sparrenhout.
B. Kam De nylonsnaren worden door gaatjes gestoken en in een knoop gelegd.
C. Klankgat.
D. Zijkant en achterblad Palissander - hoewel ook esdoorn, notenhout, beukenhout
en andere hardhoutsoorten heel geschikt zijn.
E. Hals Meestal mahonie of ceder. Klassieke gitaren hebben een kortere en bredere hals dan
gitaren met stalen snaren. Ze hebben slechts 19 frets en komen ter hoogte van de 12de fret bij de klankkast.
F. Stemsleutels met een schroefdraad en een stangetje van been, ivoor of plastic, waar de snaren omheen worden gewonden.