facetoog

 

Aan weerszijden van de kop van een insekt bevinden zieh de ogen. Ze zijn naar verhouding erg groot. Van dichtbij is goed te zien, dat elk oog bol is. Bovendien is het niet glad. Het oppervlak bestaat uit een groot aantal kleine vlakjes.

Onderzoekers hebben vastgesteld dat elk van die vlakjes één klein oog is.

Het hele oog bestaat dus eigenlijk uit een verzameling van oogjes. Zo‘n samengesteld oog heet: facetoog. Het is genoemd naar de geslepen vlakken aan een edelsteen, die facetten heten. Insekten kunnen met hun facetogen niet scherp zien zoals wij met onze ogen. Ze zien er wel veel tegelijk mee. Vooral snelle bewegingen kunnen heel goed worden waargenomen.