Herkauwers
Alle herkauwers zijn planteneters. Ze eten hoofdzakelijk bladeren en gras. Dat is moeilijk verteerbaar voedsel. Het moet lang en grondig worden gekauwd. Herkauwers slikken hun eten echter ongekauwd door. Dat kan omdat ze over een heel bijzondere spijsvertering beschikken. Hun maag bestaat namelijk uit vier verschillende afdelingen. Ze heten achtereenvolgens pens, netmaag, boekmaag an lebmaag.
Het ongekauwde voedsel komt in de pens. Als het dier genoeg heeft gegeten, gaat hat op een rustig plekje liggen. Dan begint het eigenlijke kauwen pas. Beetje voor beetje komt het voedsel uit de pens weer in de bek. Het wordt zorgvuidig gekauwd met de brede ribbelkiezen en weer doorgeslikt. Het voedsel komt zo vaak terug om te worden gekauwd tot het eindelijk fijn genoeg is. Dan gaat het door de netmaag naar de boekmaag. Daar wordt het vocht uit het voedsel geknepen. Alleen de vaste delen gaan door naar de Iebmaag. Daar gaat de vertering verder.
Koeien, schapen, geiten, herten, kamelen en giraffen zijn allemaal herkauwers. De meeste zijn —en sommige waren —steppedieren. Ze kunnen in het gevaarlijke open veld vlug hun voedsel opeten en het Iater op een veilig plekje zorgvuldig kauwen.