In ons land komen drie soorten herten voor: het edelhert, het damhert en de ree. De mannetjes dragen alle een gewei.

Het edelhert is ons grootste hert. Het komt alleen voor in de bossen van de Veluwa. Hat mannetje noemen we kortweg "hert". Als het volwassen is draagt het een kolossaal gewei, dat wel tien kilo zwaar kan worden. Het dier zelf weegt ongeveer 200 kg. Het vrouwtje is kleiner. Het heet "hinde". Beide zijn gemakkelijk van elkaar te onderscheiden. Hinden dragen namelijk geen gewei. Ze worden daarom ook wel ‚ ‚kaalwild" genoernd. Er leven ongeveer 1000 edelherten in Nederland.

Het damhert is het bekendste hert. Je ziet het vaak in parken. Wat grootte betreft is het de middelste van de drie hertesoorten. Een volwassen damhert weegt ongeveer 100 kg. Opvallend zijn de witte vlekken op de rug en het schoffelvormige gewei van de mannetjes. In het wild komt het damhert alleen op enkele plaatsen op de Veluwe voor.

De ree is het kleinste hert. Het is ook het enige hert dat in alle provincies voorkomt. Het mannetje noemen we "bok". Het draagt een klein spits gewei en weegt als volwassen dier ongeveer 20 kg. Het vrouwtje heet "geit".

Man schat het aarital reeën in ons land op ongeveer 25.000.

Alle hertesoorten die in het vrije veld Ieven zijn erg schuw. Overdag zie je ze zelden. Alleen tegen de avond en ‘s morgens vroeg komen ze te voorschijn om te grazen.