geslachtsorganen
Alle levende wezens planten zich voort. Ze zorgen voor nieuw leven. Dat is noodzakelijk, anders zouden ze op de duur uitsterven. Dat geldt zowel voor mensen als voor planten en dieren.
Voor de voortplanting zijn ook in het lichaam van de mens speciale organen aanwezig. We noemen ze geslachtsorganen. De geslachtsorganen van de man maken zaadcellen. En door de urinebuis, in de penis, kunnen de zaadcellen het lichaam van de man verlaten.
De geslachtsorganen van de vrouw maken eicellen. Elke maand groeit er een eicel die door één van de beide eileiders naar de baarmoeder gaat.
Als één enkele zaadcel met een eicel samensmelt is de eicel bevrucht. In de baarmoeder kan de groei beginnen van een vrucht. Die vrucht is een nieuw mensje, een baby.