Reglement

over ons
   ontstaan
   het bestuur
   de lesuren
   reglement
   ligging
   agenda
   foto's

clicker-methode

gehoorzaamheid

K.K.U.S.H.

agility

nog meer informatie

sitemap

ALGEMEEN.

1. Schade veroorzaakt door uw hond, dient door uzelf vergoed te worden. Daarom, VERZEKER U (via vb. Een familiale verzekering).
2. Elke hond die de club bezoekt, dient verplicht ingeënt te zijn tegen hondenziekte en parovirus. RAADPLEEG UW DIERENARTS voor de periodieke noodzakelijke inentingen.
3. Elke geleider werkt zoveel mogelijk naar het examen toe en neemt hieraan deel van zodra dit mogelijk is.

AANWIJZIGINGEN VOOR DE LESSEN.

1. De geleider die te laat in de les komt, meldt zich eerst bij de lesgevende instructeur.
2. Tijdens één en dezelfde les mag de hond niet van geleider gewisseld worden. (behalve bij toelating van de instructeur).
3. Loopse teven worden niet toegelaten in de les.
4. Een prikband is verboden, ook omgekeerd.
5. Slaan en stampen van de hond is ten strengste verboden.
6. Roken in de les is niet toegestaan.
7. Een geleider mag niet met meerdere honden tegelijk werken.
8. Er moet gewerkt worden met een voldoende lange lijn (minsten 1 meter).
9. De overgang van een klas naar een volgende is alleen mogelijk na het afleggen en slagen van een examen. Dit in overleg met de instructeur, en in principe de laatste zondag van iedere maand. Het examen wordt afgenomen door de hoofdinstructeur, samen met de instructeur van de betreffende klas. Voor meer informatie verwijzen we naar " Overgangsexamens ".
10. Beschouw uw hond als een goede vriend, en niet als een uitlaatklep voor uw kwade luimen.
11. De ouderdom van de geleider is minstens 12 jaar. De voornaamste vereiste is echter dat de geleider de hond meester kan blijven.
    Uitzonderingsgevallen zullen besproken worden door de instructeurs, en hun uitspraak zal beslissend zijn.
12. Iedereen volgt de les zoals die gegeven wordt door de instructeur, en volgt alle bevelen op. Als basis hiervoor wordt het programma gevolgd van de Kynologische Unie St. Hubertus.
13. Bij moeilijk op te lossen problemen kan de geleider zich wenden tot een van de instructeurs.
14. Uitwerpselen van de hond worden door de geleider van de hond ONMIDDELLIJK opgeruimd, hiervoor moet een plastiek zakje gebruikt worden welke men dan in vuilbakjes aan de terreinen kwijt kan.
15. Zieke honden of honden die symptomen van ziekte vertonen worden geweigerd tot het bijwonen van de les.
16. Agressieve honden kunnen verplicht worden een muilband te dragen. Dit is zowel nuttig voor de andere geleiders als voor de geleider van de hond zelf, die dan rustiger met hun hond kunnen werken. Ervaring bij andere clubs heeft reeds aangetoond dat dit wel degelijk zijn voordeel heeft. Het dragen van een muilband wordt enkel opgelegd door de instructeurs.
17. Iedereen heeft een eigen apport bij.
18. Maak het de instructeurs niet onnodig lastig. Zij doen dit volkomen belangeloos en zuiver uit liefde voor de hond en de club. Een goed opgevoede hond is voor de mens een aangename kameraad.
19. HET BEREIKTE RESULTAAT IS EVENREDIG MET HET GEDULD, DE GOEDE WIL EN VERTROUWEN VAN DE GELEIDER, EN MET HET REGELMATIG BIJWONEN VAN DE LESSEN. OOK THUIS, IN DE LOOP VAN DE WEEK MOET ER MET DE HOND GEWERKT WORDEN.
20. Bij het betreden van het terrein of clubhuis dient de hond ALTIJD aangelijnd te zijn.