![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
In Dialoog - Communicatieve Vaardigheden - Beeldcommunicatie | |||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||
Oefeningen | |||||||||||||||
Het spreekt voor zich dat begrippen, die deel uitmaken van de antwoorden op de hiervolgende vragen, ook als afzonderlijke vraag kunnen gesteld worden. 1. Hoe ziet Joop Hellendoorn beeldcommunicatie ? 2. Geef de verschillende soorten betekenisgeving volgens Joop Hellendoorn. Illustreer telkens met een voorbeeld. 3. Hoe kan je personale betekenissen van anderen begrijpen ? 4. Wat verstaan we onder creatief "ortho"-agogisch handelen ? 5. Voor wie kan creatief ortho-agogisch handelen een antwoord bieden op een hulpvraag ? 6.Leg esthetische illusie uit. Geef een tweetal voorbeelden. 7.Leg het creatief ortho/agogisch schema uit. 8. Vul het creatief ortho/agogisch schema in. Gegeven wordt: een voorbeeld uit de cursus of een analoog voorbeeld. 9. Geef de mogelijkheden die creatief agogisch handelen in zich draagt op communicatief gebied binnen het werk van een gespecialiseerde opvoeder-begeleider. 10.Wat is de communicatieve kracht van het samen maken van poppen en het samen spelen met die poppen? 11. Wat zijn archetypen. Geef een vijftal voorbeelden. Maak ook de relatie met esthetische illusie. 12.Wat drukken de schilderijen uit van kinderen met een zware emotionele problematiek? |
|||||||||||||||
terug naar beeldcommunicatie | terug naar hoofdpagina | ||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||
terug naar communicatieve vaardigheden |