OPDRACHTEN
1. Geef suggesties voor een betere samenwerkingsrelatie tussen de ouders en de instelling.

2. Omschrijf de begrippen en geef een voorbeeld :
2.1 equifinaliteit
2.2 dubbele binding
2.3 fenomenologische betekenisgeving

3. Kader in de cursus en leg uit:

3.1 Tussen een koppel :
man: Ik verdraag niet hoe je tegen me spreekt!
vrouw: weet jij wel hoe jij tegen mij spreekt ?!

3.2 Opvoeder tegen kind :
Ik kan begrijpen dat je zeer boos bent op Mieke, maar haar pop stuk maken, dat kan niet. Heb jij een idee wat je zou kunnen doen als je in de toekomst nog eens zo kwaad wordt?

3.3 Vrouw tegen man :
Ik word er doodmoe van. Met jou valt er niet te discussiėren. Jij luistert niet, niets is goed voor jou. Elk redelijk argument wijs je af. Ik kan er niet aan doen dat ik geleerd heb rationeel te denken. Ik probeer elk probleem op te lossen.

3.4 Je bent opvoeder en een vader zegt je bij de opname van zijn kind in de instelling :
"Je bent jong en onervaren. Je hebt zelf geen kinderen. Denk je misschien dat je het beter kan dan ik ?"

Vermeld ook hoe je hierop zou reageren!

terug naar hoofdpagina
In Dialoog - Algemene Communicatietheorie
oplossingen
terug naar communicatieve vaardigheden