![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
In Dialoog - Communicatieve Vaardigheden - Vergaderkunde | ||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
Oefeningen | ||||||||||||||||
Het spreekt voor zich dat begrippen die deel uitmaken van de antwoorden op de hier volgende vragen ook afzonderlijk als vraag kunnen aangeboden worden. Vergaderkunde 1.Waarom vergaderen we eigenlijk? 2. Toon aan met een voorbeeld dat de twee soorten van winst nauw met elkaar verstrengeld zijn. 3.Wat kan er fout gaan met vergaderregels. 4.Wat zijn de taken van een voorzitter? 5.Wat is de volgorde van behandeling van een agendapunt? Wat kan er fout lopen? 6.Wat is het verschil tussen een open en een gesloten agenda? Geef twee voorbeelden van een gesloten agenda. 7. Hoe kan een voorzitter de discussie stimuleren? 8. Toon met een voorbeeld het verschil aan tussen het bewaken van het onderwerp en het bewaken van het doel. 9. Wat moet de voorzitter doen bij het nemen van een besluit? 10. Wat is de functie van het samenvatten? 11. Wat zijn de voorwaarden voor een optimaal rendement van een vergadering? 12. Leg de twee communicatiestructuren uit. Noem enkele voor- en nadelen van beide structuren. 13.Wat is beslissingen nemen via delegatie? Welke voor- en nadelen zijn hieraan verbonden? 14.Wat verstaan we onder beslissingen nemen bij consensus? 15. Geef de richtlijnen voor het bereiken van een consensus. 16. Welke elementen vergroten de besluiteloosheid? 17. Waarop moet je letten tijdens je interventies in een vergadering? Wat moet je vermijden? Hoe waren in dit kader je interventies op de video? 18. Hoe bouw je een betoog op? Geef de verschillende mogelijkheden. Illustreer met een eigen voorbeeld. 19. Analyseer de voorbeelden van argumentatie die in de cursus staan. 20. Wat bedoelen we met arrogantie van de macht? 21. Wat moet je je afvragen bij het bepalen van je eigen standpunt tijdens een vergadering? 22. Fouten en trucs in de argumentatie: een voorbeeld uit de cursus of een analoog voorbeeld kunnen uitleggen. 23. Leg uit en taxeer de rolpatronen in een vergadering. 24. Beschrijf de eigenschappen van de verschillende soorten noyulen. 25. Wat zijn de kenmerken van notulen? Teamwerk 1. Welke instelling moet je hebben om functioneel te werken in team? 2.Bespreek uw stageplaats in het kader van haar taak gerichte en sociale aspecten. 3.Bespreek de invloed van cognitieve dissonanties binnen een team. 4. Wat is je plaats in de roltheorie van Belbin? 5. Noem een aantal psychologische factoren die je prestaties in een team kunnen bevorderen of belemmeren. 6.Pas de grote vijf toe op jezelf in het kader van het werken in teamverband. 7.Geef een aantal kenmerkende persoonlijkheidsattributen die een rol spelen bij het werken in team. 8. Bespreek aan de hand van de theorie van West de visie van uw stageplaats, ook in termen van doelstellingen, subdoelen en actieplannen. (twee doelstellingen - vanuit één van de doelstellingen drie subdoelen en vanuit één van die subdoelen enkele actieplannen) 9. Verklaar de term 'sociaal luieren'. Wat is zijn impact voor het teamwerk? 10. Problemen oplossen en beslissingen nemen in groep? Bespreek. 11. Wat is het verschil tussen een evaluatiegesprek en een functioneringsgesprek? 12.Hoe verloopt de agenda van een functioneringsgesprek? |
||||||||||||||||
terug naar hoofdpagina | ||||||||||||||||
terug naar vergaderkunde |
![]() |
|||||||||||||||
terug naar communicatieve vaardigheden |