voor vragen mailen naar iede_post@hotmail.com i.p.v. alle andere op de site genoemde adressen

 Helaas werkt de website nog niet goed dit komt door dat er nog wat ge-upload moet worden! K. Norel

Start
K. Norel
Wie ben ik?
Interesses
Favorieten
Fotocollage
Feedback

 

Werkstuk Nederlands


 

 

Over K. Norel


 

 

 van Iede Post

 

Inhoudsopgave:

 

Inhoudsopgave

Inleiding

Wie is K. Norel enz.

De Bibliografie van K. Norel 1, 2

Een samenvattinkje over de boeken:

Engelandvaarders

Loods aan boord

Personen.

Vertelwijze & Spanning.

Tijd.

Decor.

Begin en het einde.

Thema en motieven

Bronnen

Mijn mening over:

ð     Het werkstuk

ð     De boeken

ð     (De schrijver K. Norel)

Een leuk weetje!

Inleiding:

Aan de lezer van dit werkstuk over K. Norel,

Dit werkstuk schrijf ik voor het vak Nederlands voor mijn examen. Het gaat over de schrijver K. Norel. K. Norel vind ik op zich wel een goede schrijver. Want zijn manier van schrijven vind ik wel prettig lezen en zijn boeken en verhalen gaan  over personen op het water of op het land of in de lucht, en dat boeit mij wel. De 3e reden dat ik K. Norel wel een goede schrijver vind is als schrijver gebruikt jij geen grof taalgebruik dit komt waarschijnlijk door zijn christelijke achtergrond.

De informatie over de schrijver heb ik uit: “Ouwe Bram leeft nog!”, dit is een blad van uitgeverij - antiquariaat ” ‘t Vergeten boek”, het gaat over protestands-christelijke jeugdschrijvers in Nederland. Een aantal hiervan ging over K. Norel.

Ik hoop dat u / jij evenveel plezier bij het lezen van dit werkstuk heeft / hebt als ik heb gehad bij het maken hiervan.

Ook weet ik nu iets meer over K. Norel

Met vriendelijke groeten,

Iede Post

Ps. Dit werkstuk komt ook op het internet. Het adres is www.geocities.com/iedepost  onder het kopje “Een werkstuk over K. Norel”.

Wie is K. Norel? En nog meer van deze vragen.

Dit is letterlijk over genomen uit “Ouwe Bram leeft nog!

K. Norel, schrijver over Holland en het water

Wie aan grote schrijvers binnen de prot. chr. jeugdliteratuur denkt, komt in eerste instantie terecht bij W.G. v.d. Huist, daarna bij Anne de Vries; de derde in belangrijkheid is waarschijnlijk K. Norel. Hij was een begrip bij de Nederlandse lezers, zowel bij volwassenen als bij kinderen. En niet alleen in eigen kring.

 

Wie was Klaas Norel? Hij was de oudste zoon van een eenvoudige veehouder, Okke Norel, die zijn bedrijfje net buiten Harlingen had en die later een kleine melkzaak in de stad uitbaatte. Zijn moeder, Jacoba Dijkstra, was eveneens van boerenafkomst. Op 9 november 1899 werd Klaas als eerste kind in het gezin geboren. Na hem kwam er nog een zus, Anna, en een broer Sake. Anna is nog in leven en woont in een verpleeghuis in Harlingen. Sake overleed op 90-jarige leeftijd in 1997, hij bouwde in Nederlands-Indië een militaire carrière op en kwam in de Tweede Wereldoorlog in Birma terecht. Het gezin Norel was rechtzinnig gereformeerd; gedurende zijn gehele leven gaf Klaas echter een eigentijdse invulling aan zijn geloof, waarin hij openstond voor elke andere mening.
Klaas, in zijn jeugd een ventje dat altijd in de buurt van de Harlinger haven te vinden was, mocht doorleren. Zo kwam hij op de ULO in Harlingen terecht. Toen Klaas veertien was, stierf zijn vader en moest hij zijn studie opgeven. Hij ging als kantoorbediende werken bij de IJzerhandel Gebr. Smeding, maar op zestienjarige leeftijd vertrok hij, avontuurlijk van aard, naar Enkhuizen, waar hij in dienst trad bij de Enkhuizer IJzerhandel. Hij hield van schrijven en in zijn vrije tijd ging bij werken als verslaggever bij "De Vrije Westfries", Nieuws- en advertentieblad voor Enkhuizen, Hoorn, Alkmaar en Omstreken, een blad uitgegeven door de Christelijke Persvereniging. Na zijn militaire dienst, in 1920, werd hem gevraagd de redactie van het blad waar te nemen, omdat de toenmalige redacteur enige tijd afwezig zou zijn. Hij pakte deze kans en werd, mede omdat de redacteur niet meer terugkwam, het gezicht van het blad. Hij schreef het vaak zelf helemaal vol. Dat het zeer gewaardeerd werd door zijn werkgever blijkt uit het gouden horloge dat hij kreeg en waarin de inscriptie staat: "Aan K. Norel, voor bewezen diensten in het jaar 1920. Het bestuur van de Vrije Westfries." Het horloge is nu nog in bezit van zijn jongste zoon, Joost.

 

Klaas was, zoals reeds gezegd, avontuurlijk aangelegd. Daarbij was hij journalist in hart en nieren en altijd in voor een primeur. Hij trouwde op 8 januari 1925 met Jantje de Vries, dochter van Joost de Vries en Maria Lub, de eerste afkomstig uit een tuindersfamilie, zijn vrouw uit een bekende vissersfamilie. Zij kregen vier kinderen: Marie, Okke, Joost en Coby, die alle vier nog in leven zijn. Jantje kreeg in de loop van haar leven nog wel eens wat te stellen met de avontuurlijke Klaas. Zo ging Klaas, als eerste, en als primeur voor zijn krant, in 1929 met een auto over het ijs naar Urk. Over een ijsvloer die bestond uit bevroren zout water waaronder eb en vloed nog dagelijks twee keer heen en weer ging. Jantje wist van niks. Gelukkig slaagde de tocht en kreeg hij in die barre winter nog vele navolgers. Maar hij was wel de eerste! Later zou zijn avontuurlijke aanleg hem over de halve wereld voeren, varend op vrachtschepen, kustvaarders, mijnenvegers en onderzeeërs.

 

Naast zijn werk bij "De Vrije Westfries" werd Norel correspondent van het gezaghebbende antirevolutionaire dagblad "De Standaard" en begon hij artikelen te schrijven voor diverse andere bladen zoals voor "De Wandelaar", "De Vriend des Huizes" en "De Spiegel". Ook schreef hij jeugdverhalen in "Vrij en Blij". Hij kwam in contact met de schrijver P.J. Risseeuw, die hem aanraadde een boek voor de jeugd te gaan schrijven. Dat kwam uit in 1935, "Land in zicht!" en werd meteen een succes. Het boek handelde over de drooglegging van de Zuiderzee. Aangemoedigd
door het succes, waagde bij zich aan een soortgelijke roman voor ouderen, "Het Getij verloopt", die ook goed ontvangen werd. Daarna had hij zijn weg gevonden. Naast zijn journalistieke werk zette hij zich aan het schrijven van boeken, zowel voor de jeugd als voor volwassenen. Dat deed bij 35 jaar lang, jaarlijks kwamen 2 tot 7 titels van hem uit, de oorlogsjaren uitgezonderd. Zo bouwde hij een oeuvre op van 160 titels, grotendeels handelend over Holland en het water. Daarbij waren een groot aantal historische boeken. Bekende titels, voor de oorlog verschenen, zijn voor volwassenen: "Regenten" en "De carrière van Nanne Vijn" en voor de jeugd: "Hobbemastate", "Tijs Proost, de stuurman" en "Jongens op de Geuzenvloot". In mei 1940 brak de Tweede Wereldoorlog uit, een periode waarin Klaas Norel zich uitzonderlijk zou onderscheiden.

Illustratie van Corrie van der Baan voor Pim, Ineke en hun hondje

Klaas, die zeer koningsgezind was en zes boeken schreef over het Koningshuis, was niet iemand die zijn mening onder stoelen of banken stak. Na de bezetting door de Duitsers begon hij onmiddellijk te rebelleren tegen de Duitse censuur en zo werd hij de eerste journalist die door de Duitsers opgepakt werd, in juli 1940 zat hij drie weken in het huis van Bewaring in Amsterdam. Na zijn vrijlating ging hij door tot "De Vrije Westfries" in april 1941 verboden werd. Hij had weer een primeur, want het was de eerste krant in Nederland, die dit overkwam. De boeken die Norel in het begin van de oorlog nog kon publiceren, gaf hij duidelijke titels zoals "Janmaats en Signeuren" en "Dispereert niet". Bij "Opstand in Holland" was het afgelopen, mede omdat hij geen lid van de Kultuurkamer wilde worden. Op dat moment startte Norel met zijn illegale werk. Met een onverstoorbaar optimisme, "nog drie maanden en dan is het wel afgelopen", ging bij aan de slag. Het zou allemaal echter een stuk langer gaan duren. Klaas werd lid van een Enkhuizer verzetsgroep, hielp onderduikers, en zamelde geld in. In oktober 1943 sloeg het noodlot toe, de groep werd opgerold. Een bevriende politieman kwam waarschuwen aan het huis van de familie Norel. Klaas was echter in Amsterdam en zou die dag met de trein thuiskomen. Op die manier zou hij zo in de val lopen. Moeder Jantje stuurde echter zo snel mogelijk haar oudste dochter Made met de trein naar Amsterdam, om vader op het vijfde perron te gaan opwachten. Bij aankomst in de hoofdstad liep Marie naar de eerste de beste trein die naar Enkhuizen zou vertrekken en vond daar haar vader. Die ruilde zijn retourkaartje met het enkeltje van zijn dochter. Marie ging terug naar Enkhuizen op het kaartje van pa en Klaas dook onder. Verschillende leden van de verzetsgroep werden wel opgepakt en geëxecuteerd.

In 1944 was Klaas ondergedoken bij een bakker in Heerhugowaard. Klaas' zoon Joost, die in 1995 een artikel over zijn vader publiceerde in "Steevast, jaaruitgave van de Vereniging Oud Enkhuizen", schrijft daarover het volgende:

"Nieuw onderdak werd gevonden bij bakker Ruiten in Heerhugowaard. Omdat de bakkerij nog stroom had, kon op de zolder een radio worden geïnstalleerd. Ook was het mogelijk stencils
te typen voor de dagelijkse nieuwsbulletins van de regionale Trouwuitgave, waarvoor Norel werkte. Het ging goed, totdat op een avond, net op het moment dat een Duitse patrouille passeerde, er lichtschijnsel uit het woonhuis naar buiten viel. En voor het woonhuis was de stroom niet bedoeld.
Een inval met controle van persoonsbewijzen was het gevolg. "Zijn er nog meer mensen in huis?" "Ja, op de meelzolder ligt nog een ziek geworden voedselhaler."
Een Duitser beklom de trap en riep naar "de patiënt". Naast het trapgat was de zolder
gelukkig donker; er was juist een stencil in voorbereiding. Het eigen persoonsbewijs werd getoond en het ziekteverhaal bevestigd. "In Ordnung". De Duitsers vertrokken en iedereen haalde opgelucht adem. Dat was goed afgelopen. Maar de bakker vertrouwde het niet. "Norel, je moet weg." "Welnee, het ging toch prima zo." "En toch moet je weg!" Nog tegenstribbelend werd de onderduiker naar een veldschuurtje gebracht. Nog geen tien minuten later stopte een overvalwagen voor de deur en werd het huis omsingeld. De Duitsers stormden direct de zoldertrap op. Norel moest voor de dag komen! Maar de vogel was gevlogen. De bakker wist van niets; zijn gast was plotseling vertrokken."

Na de bevrijding werd Klaas Norel chefredacteur Binnenland bij Trouw, maar raakte door het vele werk, door moeilijke contacten met hoofdredacteur Bruins Slot, en waarschijnlijk ook als reactie op de hectische oorlogsjaren, overspannen. Het was duidelijk dat hij moest kiezen: òf schrijver òf journalist. Hij koos voor het eerste.

Daarin legde hij een ijzeren discipline aan de dag. Na het ontbijt zette hij zich onmiddellijk aan het werk, schreef alles eerst in klad om het daarna op de schrijfmachine verder uit te werken. Over één onderwerp schreef hij soms gelijktijdig drie boeken, één voor volwassenen, één voor de oudere jeugd en één voor jongere kinderen. Met zijn al in de oorlog geschreven trilogie "Engelandvaarders" raakte hij in het gehele land bekend. Het werd zijn allergrootste succes naast andere bestsellers als "Varen en vechten", "Vliegers in het vuur", "Scheepsmaat Woeltje", "Mannen van Sliedrecht" (eerste hoofdstuk van Herman de Man, na diens dood door K. Norel afgemaakt), enz. Bekende titels voor de jeugd zijn: "O 16", "in kruiend ijs", "Houen jongens!" "Die kwajongens" en vele andere. Ook schreef Klaas diverse schoolboekjes, soms samen met Aart Grimme, zoals de serie "Bij huis en van honk" met illustraties van W.G. v.d. Huist jr. Joost omschrijft zijn vader als een heel goede vader, ondanks diens drukke werkzaamheden, optimistisch van aard, die spannend kon vertellen en vaak met zijn kinderen op stap ging. Door zijn avontuurlijk karakter, waardoor hij vaak van huis was, kwam wel een groot gedeelte van de opvoeding op moeder terecht.

Na de oorlog verhuisde Klaas Norel naar Amstelveen, waar hij zich o.a. inzette voor het christelijk onderwijs. Hij had een wekelijkse column in het kerkblad van Amstelveen en leefde erg mee met gebeurtenissen in kerk en samenleving. Zelf stelde hij zich open voor samenwerking, stond zeer positief tegenover oecumene en het samengaan van de drie grote christelijke partijen in één CDA.
Hij was bevriend met bekende schrijvers uit eigen kring zoals W.G. v.d. Huist sr. en jr., Anne de Vries en Mary Pos en was lid van de Christelijke Auteurskring. Ook voor literatuur had hij belangstelling, zoals voor de boeken van Simon Vestdijk.
Hoe kun je het werk van K. Norel het best inhoudelijk beschrijvend? Baccarne doet dat in de Jeugdboekengids van 1981: "Leren en beieren, instrueren en informeren, dat was zijn bekommernis, Het reële beperkte zich tot feiten en technische aspecten, om de bekende roerselen van de ziel maalde hij niet zo, deze oud-journalist. Wel documenteerde hij zich grondig door op allerlei boten en in allerlei middens van zeewezen en waterstaat het dagelijkse doen en laten mee te maken". Toch ziet Baccarne ontwikkelingen in het werk van Norel. Over het in 1971 verschenen boek "Ruurd Westra" schrijft hij: "In dit boek zijn het avontuur en de spanning nog altijd van de partij, maar nu al veel meer geruggensteund door reële psychische elementen en karakterspanningen."
Zal Norel als schrijver de 21e eeuw halen? Uit informatie bij een grote boekhandel, gespecialiseerd in protestants-christelijke boeken, blijkt dat nog slechts twee titels van de bekende zondagsschool- boekjes in voorraad zijn. Een boekhandel van algemene signatuur heeft helemaal niets in voorraad. Wel is er nog vraag naar "Engelandvaarders" en de andere oorlogstrilogieën, die nog steeds herdrukt worden. Toch wordt het allemaal duidelijk minder. Een normale zaak, iedere tijd heeft zijn eigen schrijvers, slechts enkelen overleven met hun werk meerdere generaties. Verzamelaars van het werk van Norel zijn er nog velen. Meestal gaat het daarbij om zijn jeugdboeken. Op boekenmarkten is er altijd nog vraag naar. Voor zijn werk voor volwassenen is dat duidelijk minder. Die boeken zijn vaak terug te vinden in de guldensdozen. Dat je ze daar zo veel ziet wil echter ook zeggen dat ze vroeger wel heel veel gelezen werden. Op het moment van overlijden van Klaas Norel, ten gevolge van een auto-ongeval op 4 mei 1971, waren er al drie miljoen boeken van hem verkocht. Enkele van zijn boeken werden in het Engels en het Duits vertaald.

Wij zullen ons K. Norel herinneren als één van de grotere talenten binnen de protestants-christelijke groep boekenschrijvers, die met zijn onopgesmukte werk veel lezers aan zich bond. Mocht er ooit nog eens een biografie over hem verschijnen dan zou die het beste als titel "Recht door zee" kunnen meekrijgen. Daarmee is hij het best getypeerd, zowel in leven als in werk.

RvS

De bronnen die “Ouwe Bram leeft nog!”  heeft gebruikt:

bullet

NBIC, documentatiemap K. Norel

bullet

B. Baccarne: Klaas Norel in "Jeugdboekengids' 1981, 23e jaargang, nr. 7

bullet

Joost Norel: "Klaas Norel, een Enkhuizer vrije (West)Fries' in 'Steevast" 1995

bullet

Vraaggesprek met Joost Norel op 13 januari 1998

 

 

 

 

De Bibliografie van K. Norel.

Dit is letterlijk over genomen uit “Ouwe Bram leeft nog!”

Een bibliografie is een beschrijving van wat iemand heeft geschreven.

De honderdzestig titels die van Norel bekend zijn, zijn in zeer wisselende oplagen verschonen. Sommige boeken zijn zoveel verkocht, dat ze op iedere rommelmarkt voor een prikje te krijgen zijn. Niet dus omdat het slechte boeken zijn, maar met name omdat de aantallen zo groot waren, dat ze eigenlijk nooit echt zeldzaam worden. Sommige andere titels zijn echter niet of nauwelijks meer te vinden. Uiteraard zijn dit de meest interessante voor verzamelaars. Onderstaande lijst is niet meer dan een opsomming van titels. Uitgevers, drukgeschiedenis etc. blijven achterwege. Dat kan ook
niet anders omdat zo'n uitgebreide bibliografie meer dan één nummer van ons blad zou omvatten. We hopen echter, dat deze lijst, samengesteld door Joost Norel, G.A.H. de Groot en G.J. de Vries voor verzamelaars nog nieuwe titels oplevert of hen ervan verzekert dat ze alles van Norel al in huis hebben. De lijst is gesplitst in vijf onderdelen, die steeds chronologisch gerangschikt zijn.

Romans
1 Het getij verloopt (1937)
2 Aan dood water (1938)
3 Do dijk breekt (1938)
4 Regenten (1939)
5 Dorp en de wereld (1939)
6 De carrière van Nanne Vijn (1939)
7 Janmaats en sinjeuren (1940)
8 Dispereert niet (1941)
9 Anthony van Diemen (1942)
10 De Eenhoorn (1942)
11 Opstand in Holland (1946)
12 Dokter Frans (1946)
13 Tyrannie verdrijven (1946)
 
trilogie:

14 Geuzen (Spaanse tijd; 1946)
15 Oranjeklanten (Franse tijd; 1947)
16 Vrijheidsstrijders (Duitse tijd; 1948)
17 Mannen van Sliedrecht (1949)
18 De Europeaan (1950)
19 Vrouwvolk aan boord (1953)
SOS-omnibus (3 delen):
20 SOS wij komen (1954)
21 loods aan boord (1957)
22 Ik worstel en kom boven (1953)
23 De bergen en de zes (1954)
Ahoy-omnibus (3 delen):24 Blauwe boten in de branding (1962)
25 Sleepboot Jonge Jan (1955)
26 Doorbraak in de Delta (1959)
27 De vrouw Alberdien (1956)
28 Bestevaer (1956)
29 Vervult de aarde (1957)
30 Klazien (1958)
Driemaster (3 delen):
31 De bakens verzet (1960)
32 Wan tij (1968)
33 In de buik van de walvis (1967)
34 Op zee en onder negers en roodhuiden (1964)

35 Mannen en dijken (1965)

Koningshuis:

36 Ons koninklijk gezin (1961)

37 Vier zonnekinderen
38 Het huwelijk van onze Kroonprinses

39 Prinsessen vinden partners
40 De prinsessen krijgen kinderen

41 Prinsen en prinsessen

Jeugdhoeken

42 Land in zicht (1935)
43 Hobbemastate (1936)
44 Twee ankers (1936)
45 De grote gouverneur (1936)
46 Tijs Proost de stuurman (1938)
47 Jongens op do Geuzenvloot (1938)
48 Pioniers in Zuiderzeeland (1939)
49 Tocht met do ijsvlot (1939)
50 Jonker op de vloot van Houtman (1940)
51 Drie op een schots (1941)
Engelandvaarders (3 delen):
52 Engelandvaarders (194. )
53 Strijders (194. )
54 Verzet en Victorie (1945)
55 Vogelvrij
56 Vuur en vlam
57 Wie" wou wat anders (1945)
58 O 16 (1946)
59 Oranjeklanten uit de tijd van Jan de Wit (1946) 60 Pieter onder de Piraten (1947)
61 Stille nacht (1948)

Woeltje trilogie:

62 Scheepsmaat Woeltje (1948)
63 Stuurman Aart (1949)
64 Schipper Wessels (1950)
65 Kees Moddergeus (1949)
66 Waar vrijheid eeuwen stond (1949)
67 In kruiend ijs (1950)
68 In en uit Siberië (1951)
69 Coasters varen uit (1951)
70 Jan en Janneke in Canada (1951)
71 Pioniers in het wilde westen (1952)
72 Hollanders in Canada (1951)
73 Houen jongens! (1953)
74 Het bruidspaar (1954)
75 Aaltje zoekt de herders (1954)
76 Het pinksterkamp der zeeverkenners (1954) Scheepvaarttrilogje:
77 Van Doggersbank tot Barentzee (1954)
78 Op de grote vaart (1955)
79 Bij de marine (1956)
80 Die kwajongens (1955)

81 Schipbreuk op Malta (1955)
82 Hertevoet en Zilveroog (1956)
83 Vakantie in Palestina (1956)
84 Behouden teelt (1957)
85 Breiboeken en Moddergeuzen (1957)
86 Zwerver op het wad (1957)
87 Hans en Grietje op de Rijn (1957)
88 Linekes tocht naar de zingende klokken (1957) 89 De grote skitocht (1958)
90 Baggerjongens (1958)
91 Van diredomdeine (1959)
92 Cor en Corry in het hoge Noorden (1959)

(trilogie):

93 Vliegende Hollander (1959)
94 Piloot Jan Staal (1960)
95 Friendships vliegen (1961)
96 Jan Haring op de Geuzenvloot (1960)
97 Anneke en Rooie Kees (1960)
98 Ik volg je naar Amsterdam (1960)
Varen en vechten (trilogie):99 Eerste wacht (1960)
100 Hondewacht (1960)
101 Dagwacht (1960)
102 Janneke en Juno (1960)
103 De leeuw van Rorá (1961)
104 Marijke op het eiland (1961)
105 Marijkes kerstvakantie (1961)
106 Vanglijn over (1962)
107 Waterrotten (1963)
108 Voor de mast (1963)
109 't Is Oranje, 't blijft Oranje (1963)
110 In de branding (1964)
111 Blanke Flip en zwarte Fanny (1964)
112 De kruisvlag geplant (1965)
113 Politie te water (1966)
114 Pier in het wonderjaar (1966)
115 De monnik van Wittenberg (1967)
116 Pim, lneke en hun hondje (1963)
117 Leer mij ze kennen de Noordhollanders (1968) 118 Vuur onder de golven (1968)
119 Krojoto's wonderbare reis (1968)

(trilogie):

120 Zarco de zeevader (1968)
121 Spion of spionier (1970)
122 Secretaris op de vloot van Houtman (1970) Vliegers in het vuur (trilogie):

123 Met de rug tegen de muur
124 Trillende Evenaar
125 Voorwaarts
Geen zee te hoog (trilogie):
126 Kopstuk Hilbert
127 Volle kracht vooruit
128 Zeegang 9
129 Karel commandeur
130 Schiermonnikoog
131 Ruud Westra
132 Fanny en Philip in het zuiden
133 Karin de zeehond
134 Hoor de klokken luiden
135 Jeroen en Koosje
136 Jij leeft in vrijheid
137 De keerzijde

Journalistieke en verzamelwerken

138 Rondom het land van morgen (1939)
139 De tyannie verdrijven (1948)
140 Te land en te water (1950)
141 Een vaste burcht (1950)
142 Dispereert niet; hoorspel NCRV (1951)
143 Pionier in het wilde westen; hoorspel NCRV (1953)

144 Water, wind en vuur

Schoolboeken

145 Kristal deel 1 en 2
146 Dieren zoals ze zijn deel 1 en 2 (met Grimme;1962)

147 Mannen van naam
148 Maarten Luther
149 Op vleugels do eeuwen door
150 Bij huis en van honk (met Grimme)
151 Onze dijkbouwers en waterwerkers
152 Onze mijnbouw
153 Onze strijd tegen het water
154 Onze akkerbouw (met Boerefijn; 1953)
155 Onze steenkoolwinning
156 Onze spoorwegen
157 Onze textielnijverheid (1956)
158 Landing op de maan (met lasschuyt en Blom)
159 Wij in het verkeer (met Hukema)
160 Zon en schaduw (met Terlinde)
De illustraties bij de bibliografie komen uit Bij huis en van honken zijn gemaakt door W.G. van de Huist jr.

De Bibliografie(2)/(Vervolg) van K. Norel.

Dit is bijna letterlijk over genomen uit “Ouwe Bram leeft nog!”

Een bibliografie is een beschrijving van wat iemand heeft geschreven.

Op de lijst op de vorige pagina kwam in “Ouwe Bram leeft nog!” een flinke stapel reacties binnen, van abonnees die de lijst naast hun eigen overzicht gelegd hadden. Zodoende kan hieronder een behoorlijke aanvulling gegeven worden. Hopelijk is nu de lijst met werk van Norel ( een indrukwekkende lijst) compleet. Voor de duidelijkheid: hieronder zijn alleen de aanvullingen te vinden. Hierbij is geen splitsing gemaakt in romans en jeugdboeken etc. Alleen titels die ontbraken zijn vermeld.

100 jaar schepen, 40 jaar motoren (1952)
De Geuzenschool (1962)
Harm Watergeus (1971)
De Haringstad (1946)
Gereformeerde kerk van Enkhuizen (1941)

Oranje boven uit de bid van Jan de Wit (1948)

Verder is werk van Norel te vinden in de volgende verhalenbundels:

Alle klokken luiden
De lichte nacht
De waterkant
Den vijand wederstaan
Dorp en do wereld
Gij kind van Bethlehem
Het grote gebod deel 1
Het grote gebod deel 2
Hoor de klokken luiden
In de wereld van het schone boek
Je weet niet wat je leest
Kerstboek
Kerstvertelboek
Kerstvertellingen
Kleine wereld
Ons Jeugdboek
Ons jeugdboek (verhalen voor iedereen) Verhalenboek voor de jeugd
Wolken wind en water
Zeemansleven

Eén inzender meldde ook alle schoolboekjes, waarin fragmenten van werk van Norel zijn opgenomen. Om de lijst niet te onoverzichtelijk te maken èn omdat dit in wezen niets toevoegt aan het 'verzameld werk', worden deze hier niet opgenomen.

Verhalen van Norel worden ook gepubliceerd in tijdschriften. Ook een opsomming hiervan zou te lang worden en daarom alleen de tijdschrifttitels:
De vriend des huizes
De Vrije Westfries
De Wandelaar
Heemschut
Ons vrije Nederland
Op den uitkijk
Uit het Peperhuis
Vrij en blij
De Speelwagen
De Spiegel

Tot slot: in onze lijst in Ouwe 'Bram leeft nog! no. 10 ontbraken de volgende schoolboekjes:

Ons loods- en reddingwezen
Onze luchtvaart
Onze oliewinning
Onze scheepsbouw
Onze scheepvaart
Onze suikerindustrie
Onze veeteelt
Onze zeevisserij

Samenvattinkjes:

De boeken die ik in dit werkstuk behandel zijn:

1.       Engelandvaarders

Vogelvrij

Vuur en vlam

Verzet en victorie

2.     Loods aan boord uit S.O.S. - OMNIBUS (dit is een boek met daarin de boeken:  1. S.O.S. – Wij komen!  2. Loods aan boord  3. Ik worstel en kom boven.

Engelandvaarders

K. Norel

Evert Gnodde, een visser uit Urk, is wanneer de Duitsers komen meteen fel tegen ze, en hij wil graag meteen naar Engeland, om daar op een MTB-boot de Nederlandse marine te dienen, maar hij blijft eerst nog een poos bij zijn vader om hem te helpen met het vissen. Op een dag houdt de SS een razzia, maar door het waarschuwingssysteem van de Urkers zijn alle jongemannen veilig verborgen en de meest onmogelijke schuilplaatsen.
Door puur toeval valt Evert toch in handen van de SS, samen met een andere jongen.
Maar Evert springt, als hij thuis is om afscheid te nemen, door een raampje heen, en ontkomt zo toch nog aan de SS. Daarna besluit Evert dat het te gevaarlijk is op Urk, en dus duikt hij onder.
Op de boerderij waar hij ondergedoken is, raakt hij bevriend met een jongen, Jan genaamd.
Doordat Evert heeft gewacht met naar Engeland te vluchten, zijn nu bijna alle vluchtwegen afgesloten, maar samen met Jan bedenkt hij het plan om aan de monsteren bij de Duitse marine, en te proberen om dan met een boot weg te komen naar Engeland.
Het gebeurt ongeveer zoals ze het bedacht hadden, en Evert en Jan komen dus in Engeland, en monsteren daar aan bij een MTB boot. Daar beleven ze een hoop avonturen, lijden ze schipbreuk, komen ze weer in Nederland terecht en ontsnappen via de pilotenroute weer naar Engeland.
In het laatste deel van het boek wordt beschreven hoe Evert en Jan natuurlijk nog een berg avonturen beleven, maar buiten dat ook meedoen aan de invasie van Frankrijk, en parachutespringen boven Holland, waardoor ze daar weer mee kunnen helpen met de bevrijding van Holland.

Loods aan boord

K. Norel

Jan Loots wordt loods

K. Norel is ongetwijfeld bekend bij veel lezers. Oorlog en water zijn de thema's in veel van zijn boeken. Uitgeverij Callenbach besloot ”Loods aan boord” opnieuw uit te geven, maar dan wel „iets moderner, iets eigentijdser.”

De hoofdpersoon, Jan Loots, is het maken van verre reizen over de wereldzeeën beu. Hij wil graag een beroep waarbij hij vaker bij zijn vrouw kan zijn. Zo komt het dat hij zijn achternaam eer aandoet en het beroep van zijn voorgeslacht gaat uitoefenen: Jan Loots wordt loods.

We maken dan kennis met de veelzijdige, gevaarlijke kanten van dit beroep: Er moet gewerkt worden in dichte mist en sneeuw; Jan krijgt te maken met een dronken bemanning; ook moet hij tijdens een zware storm uitwijken naar Noorwegen, zodat zijn vrouw en kinderen in grote spanning zitten. Tijdens die reis ervaart Jan dat de bemanning vaart op Gods genade. Het is Norel ook in dit boek gelukt het christelijk element op een natuurlijke manier te verwerken. Bovendien kenmerkt dit boek zich door de sfeer, de warmte, de 'knusheid' die eigen is aan het werk van Norel.

Verhalen
Het boek is geen doorlopend verhaal, maar bestaat uit een aantal losse 'delen'. De hoofdpersoon is wel in het hele boek loods Jan, maar in hoofdstuk 7 beleeft hij een avontuur in de mist, in de volgende hoofdstukken raakt hij in een zware storm, in hoofdstuk 13 komt hij terecht in een sneeuwbui... Het zijn (onbedoeld) allemaal op zichzelf staande verhalen. Dat doet echter niets af aan het feit dat eerbetoon aan een stukje van onze geschiedenis (in dit geval dus het loodswezen) op zijn plaats is.

Personen:

Engelandvaarders

Hoofdpersoon:

Karakter eigenschappen:

Evert Gnodde, een visser uit Urk

Wilt voor de koningin in Engeland vechten en gaat via de Duitse weermacht naar Engeland en helpt op die manier mee aan de bevrijding van Nederland.

Jan

Een vriend Evert gaat samen met hem naar Engeland en bevrijdt samen met Evert de dominee en smokkelen hem de boot op waar ze opvaren.

Bijpersonen:

Dirk

een broer van Evert

Ali Romkes

Ze is de vriendin van Evert en ze is hem altijd trouw gebleven, óók toen hij een tijdje in het door hem en iedereen gehate  uniform zat

vader van Evert

Hij is eerst verdrietig, omdat Evert naar de Duitsers gaat, maar als blijkt dat hij op deze manier met zijn eigen boot, de U.K. 194 (was door de Duitser gevorderd), naar Engeland gaat is hij trots op Evert

Dominee van Velden

Eerst predikant in Meer. Hier is hij opgeven ogenblik opgepakt.

Clara

Een mede verzetstrijder.

Loods aan boord

Hoofdpersoon:

Karakter eigenschappen:

Jan Loots (zijn achternaam is ontstaan doordat er in zijn familie loodsen waren) Hij was eerst zeeman en later loods.

Hij voer eerst op de grote vaart en is om zijn vrouw over gestapt naar het loodsen bestaan.

Bijpersonen:

Jane

Vrouw van Jan Loots en wilt graag dat Jan niet meer zover van huis gaat.

Vertelwijze & Spanning:

Norel schreef Loods aan boord voornamelijk in ik-vorm de hij-vorm komt er een heel klein beetje er in voor en de ik-persoon is in Loods aan boord Jan Loots. Als je kijkt naar Spanning dan kan je dat vrij aardig terug vinden, want op dag dat Jan Loots op fjord in Noorwegen in de mist moet varen dat heel plotseling komt op zetten.

 Engelandvaarders Norel juist weer meer in de hij-vorm.

Voorbeeld:

’Maak open!’ commandeert een harde stem. De tromp van een pistol is voor haar ogen.

Het zijn Duitsers. Haar eerste opwelling is snel te vluchten door de tuin. Maar ogenblikkelijk onderdrukt ze die gedachte. Daar-voor is het te laat. Een koelbloedig spel moet ze nu spelen.

Ze trekt de schoot uit het slot. Vier Duitsers stormen binnen.

‘Waar zijn mannen?’ schreeuwen zij.

‘Hier zijn geen mannen,’ antwoordt Clara.

Letterlijk overgenomen

uit Engelandvaarders

deel 3, blz. 124

Ook de Spanning is hier ook uit te halen en ook als je kijkt naar andere citaten uit Engelandvaarders. Neem bijvoorbeeld bovenstaand citaat, de spanning is daar om te snijden op zo’n moment!

K. Norel gebruikte om de haverklap spanning en schreef zowel in de ik-vorm als in de hij-vorm. Hij kan zowel het een als het ander. Ik vind het zelf niet zoveel uitmaken in welk vorm hij schrijft. 

In dit  hoofdstuk is het twee hoofdstuk Vertelwijze  en het hoofdstuk Spanning verweven tot een

hoofdstuk, want het zijn hoofdstukken die precies dezelfde raakvlakken hebben en in elkaar overlopen.

Tijd:

De tijd waar het boek Engelandvaarders zich afspeelt kan je o.a. zien aan het onderstreepte in onderstaand stukje. De totaal beschreven tijd is 5 á 6 jaar en het is chronologisch verteld.

'Wat is er aan de hand?' vraagt hij aan zijn vriend.
'We gaan er op los! Het is invasie'
'Wie zegt dat?'
'Iedereen.'
'Iedereen...,' schampert Evert. 'Iedereen heeft 't al honderd keer
gezegd.'
'Maar nou is 't zo. De vrachtboten zijn allemaal stikvol soldaten.'
'Da's meer gebeurd,' zegt Evert koel.
'De slagschepen gaan de haven uit.'
'Een oefentochtje,' blijft Evert koppig.
'De jagers maken los.'
Nu wordt het Evert toch te machtig. Hij slaat zijn boek dicht en gaat Jan achterna naar boven. De hele haven is in actie. Dikke rook stijgt uit de schoorstenen van de schepen. Sleepbootjes trekken hakkepoffend de kruisers van de kade los. Op de wal marcheren nog steeds troepen aan, maar veel dekken staan reeds vol soldaten, die joelen en zingen van Tipperary en van de was, die aan de Siegfriedlijn te drogen wordt gehangen. En iedereen is aangestoken door een vecht- en aanvalsgeest.
Maar de wind fluit in het want. De zee is vol met witte koppen. De golven bruisen tegen de basalten glooiing. En het is morgen volle maan. Deze gelegenheid is voor een overtocht volslagen ongeschikt. Dit is een grootscheepse manoeuvre, gelooft Evert. Het bootsmansfluitje snerpt. 'Aantreden op het achterdek,' gelast de schipper.
De bemanning verzamelt zich op het achterdek. Temidden van zijn officieren treedt de commandant voor het scheepsvolk. Hij leest een brief voor, een dagorder van generaal Eisenhower. 'D-day', de grote dag, waar naar gij allen uitgezien hebt, is gekomen. Wij gaan ten aanval om West-Europa te bevrijden en Duitsland te verslaan. Ik reken er op dat alle geallieerde strijdkrachten, te land, ter zee en in de lucht hun plicht vervullen zullen. Voorwaarts! Wij zullen overwinnen!'
Evert krijgt een schok. Dus toch! Dus nu! Al zijn pessimisme is verdwenen. Plotseling zijn z'n weifelingen weg. Het gaat er op los. Het is invasie. Holland wordt bevrijd.

*'D-day' - Decision-day - dag van de beslissing, van de invasie.

Blz. 79 uit Engelandvaarders deel 2.

Loods aan boord speelt in de tijd dat er nog wel zeilvaart was, maar de stoomboten steeds meer op drongen en dit is ongeveer in het jaar 1807.

Hoe lang het boek op zich zelf (“De speeltijd”) duurt weet ik niet want er zitten nogal veel flashbacks in.

Decor:

De boeken van Norel spelen voor namelijk af op zee, maar ook in de lucht of op het land, dit komt door dat hij een grote liefde voor de zee had. Deze 2 boeken spelen zich af in Engeland, Frankrijk, Nederland en in Scandinavië.

Begin en einde:

Engelandvaarders begint volgens mij open, want hoofdstuk 1 begint als volgt:

HOOFDSTUK 1

Oorlog!

 

In de kleine stuurkast van de U.K. 194 leunde Evert Gnodde sla-perig op het roer. Het valt niet mee voor een jongen van zestien om wacht te houden in het holst van de nacht, wanneer het stage schommelen van de botter en de schuit zo rustig ligt te trekken aan de kor. ..............................

Letterlijk overgenomen uit Engelandvaarders deel 2, blz. 220

Ik vind dit een open begin, omdat het verhaal begint midden op zee. Het verhaal eindigt gesloten, maar toch ook wel weer open. Want als Ali en Evert thuis komen dan eindigt het verhaal met het begin van de maaltijd wat onder brokken word door.........

‘Tast toe!’ zegt Romkes na het gebed. Maar eer ze goed en wel aan het eten zijn, stroomt het smalle straatje vol muziek. De Ur-ker fanfare is op pad. Met rinkelende bekkens, een dreunende trom en schetterende trompetten komt ze afgemarcheerd. Voor het huis van Romkes houdt het muziekcorps halt. Een serenade voor de Engelandvaarder! Evert en Alie staan arm in arm voor de deur. Hun ouders aan weerskanten. Het koppel broertjes en zusjes, veel meer dan een dozijn sterk, verdringt zich in het smalle tuintje voor het huis. ‘Adriaan Valerius’ speelt een daverende mars. Bij het Wilhelmus, dat daarna gespeeld word, staat de soldaat stram in de houding. ‘En nou zou ik willen dat je nog Psalm 89 vers 8 speelde,‘ zegt Gnodde tot de dikke dirigent. Die brengt zijn hand aan zijn karpoets en heft daarna zijn diri-geerstok. En terwijl het corps het koraal speelt, zingt het straatje, opgepropt met mensen, te zamen met de familie op de stoep:

Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht hunne kracht,

Uw vrije gunst alleen wordt d’ere toegebracht...

 Letterlijk overgenomen uit Engelandvaarders deel 2, blz. 220

Loods aan boord begint open, want het verhaal begint op het moment dat hij van de boot gaat en een vriend groet en daarna diep hij herinneringen op.

Het verhaal eindigt gesloten, want het verhaal eindigt bij Jan thuis en aan het einde van een gesprek.

Thema en motieven:

 De reden dat de boeken van Norel voor namelijk ook op zee afspelen komt door dat hij een grote liefde voor de zee had. Zo ging hij wel eens, voor niets, met een boot mee naar Canada of naar Vancouver Island! En als die van zo’n reis terug kwam had hij weer een boek af.

Ook schrijft hij over het dagelijks leven. Een voorbeeld is: ”Het Pinksterkamp der zeeverkenners”, dit boek is gebaseerd op een pinksterkamp van zijn zoon Joost die bij de zeeverkenners zat. Of in andere boeken werden bijvoorbeeld de namen van zijn kinderen gebruikt.

De 2e Wereld Oorlog was voor hem ook een onderwerp waar hij over kon schrijven.

De motieven om Engelandvaarders te schrijven zijn was vooral om de toekomstige jeugd te laten herinneren “zo was het”. Zie onderstaande citaat.

Norel schreef dit voor de pocket-/ Norelserie uitgegeven door Elsevier.

Het thema van Engelandvaarders is oorlog, dit blijkt óók onderstaand citaat. 

Woord vooraf.

Deze pocketherdruk van Engelandvaarders is niet meer, als de die vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog uitkwam, herinnering voor degenen die de Duitse bezetting bewust hadden beleefd en bij het lezen dikwijls zeiden: 'ja, zo was het'.

Het boek zal nu, naar ik hoop, vooral zijn lezers vinden onder de jonge Nederlanders die geen weet hebben gehad van die bange en bewogen tijd. Zij mogen er uit leren hoe fel ons volk geschokt werd door de overval van 10 mei '40, hoe diep het was verslagen door de snelle nederlaag, boe wreed en vals het door de Nazi's werd verdrukt. Maar ook hoe het verzet ontwaakte en sterker werd naarmate de Nazi's harder trapten.

Er was toen veel ellende en leed, er was ook avontuur! En wel avontuur dat stond in dienst van recht en vrijheid. Dit heeft de jeugd van toen sterk aangesproken. Ik vind het een fijne zaak dat het ook de jonge Nederlanders van nu nog blijkt te boeien.

DE SCHRIJVER 

De schrijver is in dit geval K. Norel

Het thema in Loods aan boord is scheepvaart en varen dit zie je ook terug in het boek Engelandvaarders en in het leven van K. Norel, want Norel hield van varen en dat deed hij ook vaak zoals hierboven ook staat. En dat varen zal denk ik de reden zijn dat hij dit geschreven heeft.

Bronnen:

ð     Bronnen op het internet:

v        http://www.reformatorischdagblad.nl/

v        http://www.scholieren.com/

 

ð     Papieren bronnen:

v    Ouwe Bram leeft nog!

v    De boeken:

Ø       Engelandvaarders

Ø       Loods aan boord

Mijn mening over...

ð     het werkstuk:

Ik vond het leuk om het werkstuk te maken.

Er is heel wat tijd in gaan zitten, zelfs de vakantie moest er voor een deel aan geloven.

ð     de boeken:

Ik vind de boeken leuk om te lezen om dat er wel spanning in zit en van een beetje spanning houd ik wel.

ð     (de schrijver K. Norel):

Mijn mening over de schrijver staat in de inleiding

Een leuk weetje!

Ik werkte in Amsterdam, beging een verkeersfout op het Victorieplein. “Halt politie”. “Meneer, u doet het verkeerd.” Ik zeg: “Meneer u heeft gelijk.” Je moet agenten altijd gelijk geven. Hij zegt “Ja, ik heb gelijk en ik moet u bekeuren.” Ik zeg: “Nou als ‘t niet anders is, dan... “ “Hoe is uw naam?” “Norel” Even stilte. Hij zegt: “U bent toch geen familie van die schrijver?” Ik zeg: “Ja dat is mijn vader.” “Meneer, ik kan u niet bekeuren, want ik ben juist een boek van ‘m aan ‘t lezen.” Dus zo heb je toch wel eens een keer voordeel van zoiets, aldus Joost Norel, Joost vertelde dit op de 3e

Ouwe-Bramdag.

Start | K. Norel | Wie ben ik? | Interesses | Favorieten | Fotocollage | Feedback

Deze site is voor het laatst bijgewerkt donderdag 03 januari 2002