Verklarende woordenlijst
afweerstoffen: dit zijn stoffen die immuniteit veroorzaken, zij vernietigen het virus
afweersysteem: verdedigingssysteem van het lichaam tegen ziektes
antigeen: wanneer een lichaamsvreemde stof (schimmels, bacteriën, virussen) het lichaam binnendringt, worden er antistoffen tegen gemaakt
complicaties: bijverschijnselen of bijkomende problemen
endotoxinegehalte: gehalte dat je kunt meten van endotoxine in een entmiddel, of het wel/niet giftig is
epidemie: wanneer er in een groot gebied een bepaalde ziekte heerst onder veel mensen tegelijk
hypothese: het antwoord op de vraag volgens jezelf
immuun: eigenschap van het lichaam om lichaamsvreemde stoffen onschadelijk te maken
inactivatie: buiten werking stellen, het omgekeerde van activeren
infecteren: het binnendringen van een lichaamsvreemde stof in het lichaam
pH: zuurgraad, 1-6 is zuur, 6-8 is neutraal, 8-14 is basisch
residu: overblijfsel van een filtratie
risicogroepen: mensen die in aanmerking komen voor de griepprik
salyclaten: groep medicijnen
steriliteit: vrij van bacteriën of andere micro-organismen
suspensie: mengsel van twee vloeistoffen dat een niet heldere oplossing vormt
symptomen: eigenschappen van de ziekte, waaraan je de ziekte herkent
thiomersalconcentratie: het gehalte van thiomersal in een entstof wat je kunt meten
trivalent: bestaat uit drie delen
vaccinatie: inenting
virus: een ziekteverwekker die voor zijn voortplanting een levende cel nodig heeft