Reisverslag Azië
Reisverslag van backpack wereldreis door Azia, Singapore, Malaysia, Thailand, Orchard Road, Bangkok, Pattaya, Kuala Lumpur, Sentosa Island, Phuket, Chinatown, Taman Negara National park, Kanchanaburi, Little India, Chiang Mai, Bukit Timah Nature Reserve, Pulau, Tioman, Mersing, Cherating, batik, Melaka, Kuantan, Jerantut, Petronas Twin towers, Hat Yai, Orient, sabbatical, Songkran, Buddha, Nakhon Pathom, floating markets, Pra Pathom Chedi, River Kwae etc. Dinsdag 5 maart. We zijn in Singapore!! Donderdagavond moesten we dan echt afscheid nemen van Nieuw Zeeland. Paul en Tanja brachten ons naar het vliegveld, waar we die nacht zouden slapen. Het vliegtuig vertrok namelijk om half 7 (de vertrektijden zijn die nacht nog verschillende keren aangepast) en dus was dit de makkelijkste manier om op tijd te kunnen inchecken. Slapen op het vliegveld gaat overigens prima, we hadden vooraf wel even geinformeerd of het wel open was, anders was het minder prettig geweest. Uiteindelijk vertrok het vliegtuig toch rond half 7 en kwamen we eerst weer op Australische bodem terecht. Tussenlanding Sydney dus, waar we een paar uur probeerden wakker te blijven. Daarna door naar Singapore. Vooraf hadden we onze rugzakken uitgebreid gecheckt op verloren pakjes kauwgum, want dat mag je hier absoluut niet invoeren of in je bezit hebben, kost je namelijk een boete van 500 dollar. Ze hebben hier meer 'leuke' regeltjes. Op de kaart die je moet invullen bij binnenkomst van het land staat bijvoorbeeld erg duidelijk dat er op drugssmokkel de doodstraf staat. Dat is niet alleen maar een goede ontmoediging maar ook echt waar. Ondanks die en andere strenge regels was er absoluut geen controle bij aankomst. Zelfs de tassen werden niet door zo'n scan gehaald, en dus stonden we wat verbaasd binnen een kwartier na uitstappen in de algemene hal van het vliegveld. Overigens zijn onze paracetamolletjes gewoon legaal dus hoefden we ons toch nergens zorgen over te maken. Maar, nu waren we dus echt in Singapore. We waren op de heenweg daar dus ook al geweest, en bijna 3 jaar geleden toen we ook naar OZ gingen, maar dit zou voor het eerst zijn dat we er langer dan een dag zouden blijven. Op zoek naar een hostel dus. Na een telefoontje hadden we een kamer, en gingen we met de taxi,(wat een luxe!) daar naar toe. De paar minuten dat we buiten waren voelden we weer meteen de enorme hitte op ons afkomen. Echt een saunagevoel, klam en heel warm. De taxi had airco, net als haast alles hier, en de chauffeur vertelde ons de mooiste plekjes van Singapore. Erg leuk om te horen, en goede ideeen ook. Het hostel ligt vrij centraal. We hadden een kamer met raam en fan (ventilator) maar zouden de dag erna kunnen verhuizen naar een kamer zonder raam en met airco. Dat is toch een stuk meer comfortabel, het raam laat veel licht maar vooral warmte door. Het is alleen een beetje raar wakker worden, hoe laat het ook is, het blijft helemaal donker binnen. De eerste dag zijn we naar Orchard Road gegaan, het centrum van Singapore, wat helemaal vol staat met shoppingcentra en foodcourts. Niet te geloven hoe veel warenhuizen en megawinkelcomplexen hier zijn. Singapore staat dus bekend om de regels en straffen, en ook op straat zie je overal borden staan met verboden en de boete als je een regel toch zou overtreden. In de MRT, de metro, mag je bijvoorbeeld ook niet eten of drinken, tenminste niet als je geen 500 dollar wil betalen. Ondanks al die regels heerst er een erg relaxte sfeer. Niet te moeilijk allemaal, lekker op je gemak. En dat doen we dan ook, we hebben de tijd nu. Gisteren zijn we naar de Zoological Gardens geweest, de dierentuin dus. Deze dierentuin is nogal speciaal doordat veel dieren en vrij rondlopen, en de dieren die je echt niet naast je wilt hebben lopen zitten achter een verborgen afscheiding, een water bijvoorbeeld of een hekje dat totaal begroeid is. Erg mooi dus. Veel dieren zullen we ook in Maleisie en Thailand nog gaan zien, maar nu hebben we ze dus rustig kunnen bekijken. Deze week zullen we nog naar Chinatown en Little India gaan, en naar een groot natuurreservaat wat erg mooi moet zijn. Ook willen we nog naar Sentosa Island, een eilandje bij Singapore. We vermaken ons dus nog wel hier. Maandag 11 maart. Sentosa Island was erg mooi, het ligt echt vlakbij het 'vasteland' en doordat er een weg naar toe loopt konden we gewoon met de bus erheen. Witte stranden, mooie stukken tropisch bos, en genoeg te doen. Ook daar heerst een heerlijk relaxt sfeertje en dus hebben we ook lekker op ons gemak gedaan. De nature walk door het tropisch bos was erg mooi, al hebben we helaas geen wilde apen gezien, die verstopten zich deze keer veel te goed. De show die dag was met 2 van die apen (maar dan getraind) die allerlei kunstjes deden. Niet erg natuurlijk hoe ze deden maar best leuk om te zien. Een kroop na de show op mijn schouder, waar vandaan hij poseerde voor een foto. Hij liever dan ik, maar oke, deze keer zou ik de spelbreker niet zijn. Over het eiland loopt een monorail, waardoor je alles van boven af goed kan bekijken. Vanuit de Merlion hebben we ook een mooi uitzicht op Singapore gehad. In Singapore zelf zijn we dus ook nog naar Chinatown gegaan, waar nog meer grote shoppingcentra waren en grote, heel grote foodcourts. Grappig is dat als mensen van zo'n eettentje ons, oftewel, toeristen, zien, ze meteen hun gebakken rijst gaan aanbieden. Alsof we alleen maar een vertrouwde nasischotel zouden willen eten. Arab Street en Little India was minder uitgebreid en indrukwekkend, al was de geur erg overheersend. Er zitten daar echt tientallen winkeltjes naast elkaar die allemaal dezelfde gedroogde garnalen, kwallen en andere zeedieren verkopen. Niet een heel lekker geurtje dus. Wat wel heel erg lekker is hier is het verse fruit: natuurlijk mango's en ananas, maar ook de minder bekende soorten zoals dragonfruit, mangosteen en duku, en die waarvan ik de naam niet eens kan onthouden. Fruitsapjes zijn hier erg populair, en voor fruitsalades pak je gewoon wat stukken fruit en die worden voor je netjes afgeschild en in stukken gehakt. Mmm. De leuke manier van vitaminen eten. Een paar dagen geleden kochten we in een boekhandel een magazine. Deze zaten allemaal in folie verpakt, om het doorbladeren ervan te voorkomen. Eenmaal in het hostel kwamen we erachter dat er een sample inzat, ter promotie van nieuwe tandverzorgende.. kauwgum. Ja, dat is leuk, ben je in Singapore waar kauwgum absoluut verboden is, koop je nietsvermoedend een boete van 500 dollar. Ach, zolang het niet wordt opgemerkt is er niets aan de hand, dus we hebben het maar, na wel even kauwen natuurlijk, onder in de prullenbak gegooid. Geen kauwgum meer, geen boete dus! Zaterdag zijn we de jungletrek gaan doen door het Bukit Timah Nature Reserve. De warmte buiten wordt dan snel hitte, zeker als je ook nog rotsen moet opklimmen. Het was het zweten zeker waard, erg mooi tropisch regenwoud waar dus ook de apen zich weer goed verstopten, maar de dierengeluiden prima te horen waren. En na die hitte is het ook helemaal niet erg dat er uit de douche alleen maar koud water komt. Intussen hebben we Singapore bijna helemaal wel gezien, het is ook maar klein, en gaan we waarschijnlijk morgen verder naar Maleisie. We willen eerst naar Pulau Tioman, een eiland waar je blijkbaar heel goed kan duiken/snorkelen en mooie tochten kan lopen, dus gaan we met een bus vanuit hier rechtstreeks naar Mersing van waar de boten naar Tioman vertrekken. Dus dan is ook Singapore weer voorbij voor ons. Woensdag 20 maart. Singapore verlieten we dus vorige week met de bus. Tussen de Malays zaten nog 2 andere toeristen (hier kunnen we ons niet meer voordoen als locals, dat is echt niet geloofwaardig meer) die ook naar Mersing en Tioman gingen. Met zijn vieren zijn we in Mersing gaan zoeken naar een hostel. Dat viel nog behoorlijk tegen, de hostels uit de Lonely Planet waren of dicht, of verdwenen. Uiteindelijk vonden we in het East Coast Hotel kamers. De hostels hebben hier ook Hotel in de naam, maar dat zegt niet erg veel. Een simpele kamer, en de standaard toilet en koude douche op de gang. Maar heel toffe mensen, en prima sfeer. De koude douches zijn intussen al helemaal gewoon, het is even wennen, maar met de buitentemperaturen is koud water niet eens zo koud. Je wordt er ook goed wakker van. Na een nacht in Mersing liepen we de ochtend erna naar de haven, waar veel bootjes lagen, klaar om te vertrekken. Makkelijk dus, al hadden wij net tickets voor een boot die nergens te bekennen was. Iedereen is erg behulpzaam, en dus werd er vaak gevraagd op welke boot wij aan het wachten waren. Als reactie op ons antwoord werd er dan over en weer geschreeuwd tussen wat locals, en dan kwam er een nogal meelevende blik, zonder verdere uitleg. We werden er een beetje pessimistich door, er waren intussen al zoveel bootjes vertrokken en wij zaten daar nog met zijn vieren. Geen andere op-boot-wachtende-mensen te zien. Maar, toen we echt dachten dat we de haven niet uitkwamen kwam de boot. En na instappen kwamen uit het niets een enorme massa mensen. Heel de boot zat vol met huilende kinderen, zeezieke, roepende en drukke mensen. Als er een kind begon te huilen kwamen er van alle kanten mensen met snoepjes en goedbedoelde hulp aan. Het was een interessante boottrip dus. Pulau (eiland) Tioman zag er geweldig uit. Zo'n filmomgeving, helder blauwe zee, witte strandjes met palmbomen, zon, ga maar door. Het kampung (dorpje) Salang was dan ook echt super. De chalets waar we zaten waren van die houten cabins, met een bed en een toilet met douche er boven. Prakisch, gaat in een moeite door. Naast de chalets was een open veld, met palmen met kokosnoten en bananen erin. Kon je zo een banaantje plukken. Er zaten heel veel apen, en die kwamen af en toe even kijken of er nog iets te eten te vinden was. Ze bleven wel op een veilig afstandje, maar erg leuk! Op het eiland zijn geen auto's ofzo, en de 2 manieren om ergens naar toe te gaan waren te voet of met de boot. Er was dus ook geen motorgeluid ofzo, en er was een enorm relaxed sfeertje. Alles heel rustig aan doen, dat moet ook wel door de warmte. In zee aan het strand van Salang hebben we kunnen snorkelen, en we zijn een dag naar Coral Island gegaan om te snorkelen. Met de boot dus, lopen was geen optie. Met nog een andere Nederlander werden we op het afgelegen onbewoond eilandje afgezet, en daar zouden we worden opgehaald.. Zouden, al duurde het wel nogal lang. We zaten al te bedenken hoe we de kokosnoten uit de boom konden halen als avondeten, toen het bootje inderdaad terugkwam. Vliegensvlug (het is dat al het water de boot in kwam, anders leek het meer dat we door de lucht gingen) weer terug naar het bewoonde eiland en daar weer verder met het relaxen. Aan het strand lagen ook de terrasjes, zodat we elke avond aan het strand heerlijk konden eten. Wat een luxe ook, niet meer pastaprutjes koken maar iedere avond uit eten. Het eten is hier spotgoedkoop, voor een tientje heb je een volledige maaltijd voor 2. En lekker! Zaterdag vertrokken we weer. Ann kwam ons zelfs nog uitzwaaien, zij en Adam bleven daar nog wat dagen, en om 7 uur zaten we op de South China Sea op weg naar Mersing. Weer terug naar 'ons' hostel en maar Mersing bekijken. Stelde niet zo heel veel voor, is vooral het dorp van waar de boten naar Tioman vertrekken. Maar wel een echt dorp, iedereen kent elkaar. Toen we zondagochtend naar het busstation liepen kwam de 'hostelmevrouw' ons vanaf het terras nog tegemoet om ons nog een goede reis te wensen. Met de bus gingen we nu naar Cherating. Dat is ook al zo'n relaxed plaatsje. Al weer zon, zee, strand en genieten dus! Daar zijn we nu nog mee bezig. Trouwens, de zon liet het gisteren even afweten. Kwam er ineens water uit de lucht vallen! Het had hier blijkbaar al meer dan 2 maanden niet geregend, terwijl de moesson al zou moeten zijn geweest. Onder een afdak zijn we ons creatief gaan uitleven, batikken is hier haast een levensvorm, en dus moeten wij meedoen. We kregen 'les' van een erg aardige local, en intussen hebben we ons eigen ontwerp op een doek weten te tekenen, waxen en inkleuren. Nu even afwachten wat het uiteindelijke resultaat wordt, als de wax eraf is en de kleuren definitief zijn. Wie weet is het zo'n kunstwerk dat we het ooit aan de muur willen hangen, maar anders hebben we ook altijd nog een deurmat nodig. Het was in ieder geval ontzettend leuk om te maken. Waarschijnlijk gaan morgen hier weer weg, naar Melaka.. Zondag 31 maart. Donderdag vertrokken we weer uit Cherating. We hadden bij een lokaal reisbureautje geboekt en we zouden vanaf het hostel worden opgehaald. Toen we stonden te wachten, om 7 uur 's ochtends, zagen we wel 2 mannen bij een auto staan, maar wij zochten nog wat slaperig naar een busje met meer backpackers. Tot een van de mannen toch liet blijken dat zij ons naar het busstation in Kuantan zouden brengen. De spookverhalen (let op ontvoeringsgevaar in deze landen) kwamen wel even langs toen we precies de verkeerde kant op reden, maar uiteindelijk werden we netjes bij het goede busstation afgezet. Vriendelijk wezen ze ons het juiste loket (Malay is 'niet altijd' makkelijk te vertalen) en met een schuldgevoel bedankten we ze. Wat is het toch een rotgevoel dat je zo oplettend moet zijn, het maakt je soms zo onnodig wantrouwend. De volgende busreis naar Melaka ging vlot. Dat stadje staat bekend om het historisch centrum, met de zichtbare Nederlandse en Portugese invloeden. We hebben dan ook de echte Nederlandse tourist uitgehangen, en vrolijk foto's gemaakt van een molen en het Stadthuys. Ook in een trishaw gezeten, en dat was wel het top-wij-zijn-touristen-moment. Na 2 dagen zijn we verder gegaan naar Jerantut. Dat is vooral het startpunt om naar het Taman Negara National park te gaan. Dat deden we dan ook meteen de dag erop. Met een houten bootje (zo en die je op die sfeervolle zon, zee, strand, bootje tekeningen ziet) met een motortje zijn we naar het park gevaren. Daar aangekomen zijn we op zoek gegaan naar een hostel in het dorpje tegenover het park, het 'resort' is zo ontzettend duur, en minder sfeervol dan het dorpje naar ons gevoel. We hadden een schoon hutje met fan en mozzienet, wat beide erg handig was. De eerste dag zijn we de naar de canopy gelopen. Een mooie tocht, klimmen, dalen, balanceren op kleine gladde richeltjes, geweldig! De natuur was erg indrukwekkend, en de dieren ook. We zagen onderweg een hele familie Aap in de bomen, en je hoorde dat er veel meer dieren aanwezig waren op niet zo'n grote afstand. Helaas blijven de dieren liever ongezien, zodat je echt niet op je gemak wat foto's kan maken, maar het is wel erg tof om zo midden in de jungle te lopen. De canopy zelf was er een van uitersten: zeer hoog, zeer lang en zeer mooi! Naar beneden kijken was niet een heel goed idee als je niet zo van hoogten houdt, en de knopen hebben we gelukkig pas aan het einde van de brug bekeken. Knap, als je ziet dat er zo'n meterslange brug met van die simpele knopen aan wat bomen is vastgemaakt, en het dan toch al die mensen houdt die er over lopen. Overigens stond er bij ieder begin (de brug is niet volledig met elkaar verbonden) dat je steeds 10 meter afstand moest houden tussen de personen. Oh, rennen mocht ook niet, maar ik kan me moeilijk indenken dat iemand die behoefte daar zou hebben. Ook zijn we op 'nightsafari' gegaan. Met zessen achterop de jeep, een gids op het dak en dan maar wilde dieren spotten. We zagen zo 3 leopard katten, de kleinere vorm van de leopard, een uil, schitterende andere vogels met moeilijke namen, witte wilde zwijnen (ook al zo'n moeilijke naam) en een schorpioen. De steek van een schorpioen is dodelijk, en het was dus wel een stoere actie van de gids om dat beestje uit zijn hol te pesten. Gelukkig zijn we de schorpioenen niet meer tegengekomen daarna. Wel zijn we nog meer dieren 'tegengekomen'. We zijn er zelfs een hele nacht voor in de jungle gaan zitten, in de hoop ook de grotere dieren te zien. Er zijn namelijk nog wel olifanten, tijgers, leopards, neushoorns en ga maar even door in deze jungle. De kans dat je een van deze zou tegenkomen is heel klein, maar we wilden wel eens een nachtje in de jungle doormaken. In het park staat een aantal 'hides' van waar je uitkijkt op een zoutlikplaats. Daar zouden 's nachts de dieren naar toe kunnen komen. We zijn dus naar een zo'n hide gegaan (geboekt van te voren, er kan maar een beperkt aantal mensen in) en installeerden ons daar met verrekijker, schijnwerper en antimuggensprays. Toen het begon te schemeren werd iedereen ineens heel enthousiast, er was beweging, en deze keer niet van een aapje of vogels, maar van een beer! Ja, de Malay sunbear kwam zomaar even langslopen! Het was snel voorbij, en zo'n vreemde gewaarwording dat we het zelf niet echt konden geloven. Na het bezoek van deze beer hebben we geen groot dier meer gezien, maar dit had onze verwachtingen zo overtroffen dat we de hele tijd nog wel een 'hyper'gevoel hadden. Ook bij de zonsopkomst, wanneer de geluiden helemaal geweldig waren liet zelfs 'geen hond' zich zien. Op de terugweg door de jungle kwamen we wel weer apen tegen, een slang, een miljoenpoot (bij benadering dan) en schoot er een leopardcat net voor ons uit de volgegroeide natuur in. Deze terugweg was een ontzettend mooie hike weer dwars door de jungle, waarbij we blij waren dat er op bepaalde plaatsen touwen hingen om je aan omhoog te trekken of aan af te dalen, anders stonden we er nu misschien nog wel. We hadden dat ook wel volgehouden hoor. Deze dagen in de jungle waren zo indrukwekkend! Alles bij elkaar, de geluiden, geur, sfeer, echt fantastisch! De terugweg gaf heel even weer wat spanning, toen we onderweg stillagen in het water en de motor van de boot ook. We wilden al haast de peddel te voorschijn halen, toen de motor gelukkig toch weer meewerkte. Die dag bleven we in Jerantut om de volgende ochtend met de bus naar Kuala Lumpur te gaan. 's Avonds kwamen we Paul en Sharon nog tegen die precies dezelfde dagen in Taman Negara waren, en hebben we lang en erg gezellig bij de hawkerstalletjes op het terras gezeten met ze. Het is hier echt een sateparadijsje, dus ook heerlijk gegeten! En wat een toeval, in Kuala Lumpur kwamen we de andere 2 tegen die ook precies die dagen in het National Park waren, Patrick en Sabine, tegen. Wat is dan de wereld toch klein zeg, wel erg leuk om ze weer te zien. Overigens gebeurt dat echt relatief vaak, dat we mensen op een totaal andere plaats weer zien. Toen we op de boot stonden te wachten in het Taman Negara park herkende iemand ons uit KeriKeri. Dat was dus in Nieuw Zeeland, zo'n 2 maanden geleden. Echt erg grappig! Hier in KL zullen we tot 2 april blijven, om dan 's avonds de trein te nemen naar Thailand. We hebben de Petronas Twin towers natuurlijk al wel bekeken, deze hebben de naam de hoogste toren van de wereld te zijn, maar dat is alleen maar als je de 'antenne' mee meet. Maar hoog zijn ze in ieder geval wel! Verder willen we nog hier naar de Lake Gardens en hebben we nog wat meer touristacties op ons nog-te-doen-in-KL-lijstje staan. Nog een paar dagen hebben we daarvoor, en dat is wel relaxed. We zitten in een hostel midden in Chinatown, erg druk, rumoerig maar gezellig en daar blijven we dus mooi tot we weg moeten. waarschijnlijk was dit de laatste update van Maleisie, dus Selamat Jalan en tot in Thailand! donderdag 11 april. En daar zijn we inderdaad nu! Dinsdagavond namen we afscheid van de vriendelijke managers van het hostel en onze roommate, de kakkerlak. (Deze roommate was in TwinTowers-meting zo'n 25 centimeter, maar zonder antennes ruim de helft daarvan.) We hadden slaapplaatsen in de trein geboekt, en dat was in een wagon vol met ziekenhuis-stapelbedden. De trein stopte iedere paar minuten, en om de paar stops viel dan ook het licht en dergelijke uit. Het was dus een interessant ritje. Bij de grens Maleisie-Thailand was het weer een snelle actie: geen controle, paspoort afgeven, stempel erin, paspoort terug. En dat bij het loket een paar meter verder weer opnieuw. Er werd niet eens naar de foto gekeken in het paspoort, en de tassen moesten gewoon in de trein blijven liggen. Ondanks de strenge regels stelde dus ook hier de controle weinig voor. In Hat Yai aangekomen werden we bestormd door taxi-, songthaew- en hotel-'lokkers', maar met de Lonely Planet als gids zijn we naar een goed hotel gelopen. Hat Yai was een nogal chaotisch stadje, maar erg sfeervol. We zijn daar maar een dag geweest, om de ochtend daarna netjes opgehaald te worden bij het hotel door een minibusje dat ons naar Phuket zou brengen. Na zo'n 5 uur rijden was het duidelijk dat er iets mis was met het busje. We zijn verschillende keren aan de kant van de weg gestopt, de chauffeur ging dan even om de bus lopen om daarna weer door te rijden. Uiteindelijk stopten we ook nog bij een garage, waar er een paar mensen om de bus heenliepen. Er werd wat aan de motor gefrutst, en toen werd er ineens haast gemaakt. Ineens werden wij twee de bus uit gehaald, en een andere grote bus ingestuurd. Blijkbaar moest de minibus naar de garage, maar waren wij de enigen uit dat busje die verder moesten dan die garagestad. We zijn dus uiteindelijk met de grotere bus in Phuket aangekomen, en zijn in het donker en de regen (!) op zoek gegaan naar een slaapplaats. De ochtend daarna bleek pas hoe ontzettend vies het daar was, maar ja, het was wel erg goedkoop, en zat vrij centraal, dus we bleven er maar. Kakkerlakken zijn we immers gewend geraakt. Phuket is echt een badplaats, en een toeristisch ook. Na zoveel maanden die plaatsen gemeden te hebben was dat wel weer heel leuk. De markten bekeken, veel terrassen, en ja, zelfs een portie bitterballen bij het cafe Amsterdam, het was de perfecte afwisseling na de afgelopen tijd. Na Phuket was het ineens beseffen dat we in een drukke periode zitten. Het Thaise nieuwjaar komt er aan, het Songkran is een geweldig feest hier, waarbij iedereen terug naar zijn eigen stad gaat. De treinen naar Bangkok zaten allemaal vol, en met veel geluk konden we nog met de bus. We zouden niet lang in Bangkok blijven, want dat ligt later in onze planning. Eerst wilden we naar Chiang Mai, helemaal in het noorden, om dan pas daarna rond Bangkok te zijn. Na een nacht Bangkok werd het weer een bus naar Chiang Mai, en daar zijn we dan ook nu. Deze busrit was ook nogal vaag, maar dat komt voornamelijk doordat de taal zo moeilijk is. In Maleisie gebruiken ze ook 'onze' letters, en dan kan je er met veel moeite nog wel achterkomen wat er staat, maar met dit schrift is dat echt een enorme opgave. We doen ons best, maar waarschijnlijk blijft het wat behelpen. Gelukkig is het met 'handen-en-voeten' praten overal hetzelfde, en dus lukt communiceren meestal wel. De komende dagen zullen we hier blijven, en zullen we het vieren van het Thaise Nieuwjaar hier (niet droog) meemaken. Daarover de volgende keer weer. Zaterdag was de officiele dag van het Thaise Nieuwjaar. Ze leven daar niet in 2002, maar in 2545 (sorry Klokhuis, niet 2543), maar om het nog wat onduidelijker te maken verandert daar niets aan tijdens het Thaise Nieuwjaar, maar komt daar pas op 1 januari een jaartje bij. Ondanks dat werd er op die dag ook zeer enthousiast met water gegooid. Toen we met een tuktuk naar het busstation gingen om een ticket naar Bangkok te boeken besloot de tuktukker dat hij maar even moest stoppen als er iemand met water langs de weg stond. We hebben het nog geen minuut drooggehouden. De Thais hebben de meeste lol als ze 'farangs' (buitenlanders) kunnen natgooien. We waren dus een goed doelwit. De 14e was het feest misschien officieel afgelopen, in praktijk ging het gewoon lekker verder. een heerlijke sfeer, iedereen vrolijk, we hadden er nog geen genoeg van. Vandaar dat we vanuit Bangkok wat later naar Pattaya gingen, waar het feest een week later wordt gevierd. Heel verstandig van ze, Met Songkran gaan de meeste mensen naar hun eigen stad terug, om het samen met de hele familie te kunnen vieren. De week daarna hebben ze dan de mogelijkheid om het nog eens (niet dunnetjes) over te doen in Pattaya. We hadden met een vriend afgesproken, die op dat moment daar ook was. Omdat Coen Pattaya goed kent, kregen we meteen een uitgebreide tour. Alle aspecten van Pattaya hebben we nu gezien. En naast de Buddha's en kleine gezellige eettentjes hoort dan wel ook het uitgaansleven. En op verschillende manieren. De eerste cultuurtent waar we 's avonds kwamen had een groot podium met een hele muziek en dansgroep, veel personeel en erg weinig publiek. Echte Thai muziek was het, en totaal anders dan wat we later nog zouden zien. Ik ga er geen details over vertellen, maar het was interessant hoor. Dat Rik meer oog had voor de eetkraampjes dan de vele meiden die mannen de bar binnen wilden lokken vond ik erg verrassend maar prima. Voor hem gebraden kippetjes. Het echte watergooifeest zou de 19e zijn, en dat hebben we geweten. Met zessen liepen we op de weg naar het centrum, toen er een pickup wagen langskwam die vol zal met locals. We werden uitgenodigd er bij te komen, en dus zaten we even later achter op de wagen, op weg naar het centrum. Overal zag je zulke wagens vol met mensen met waterpistolen, emmers met ijswater en bakjes met een kleigoedje. Om elkaar een Happy Songkran te wensen smeren ze dat goedje op je gezicht. Oorspronkelijk wassen de Thai 'de zonden weg' met het water, maar intussen is die betekenis naar de achtergrond verschoven. Maar het feest is echt een geweldig feest. Zeker omdat we nu niet meer echt als toeristen dat feest bekeken, maar er midden in zaten tussen en met de locals. Na al die feesten hebben we nog een laatste dagje andere cultuur gedaan in de omgeving van Pattaya. Met een jeep zijn we met 4 naar een grote Buddha gegaan, die uitgesneden was in een grote berg, en ingelegd met goud. Erg groot en indrukwekkend. We kwamen langs huisjes op het water, waar mensen wonen die door de overheid niet meer op het land mogen wonen door bijvoorbeeld een belastingschuld. Het olifantendorp was erg leuk, vol met van die grote dieren. Aan het eind van de dag zijn we nog naar een erg mooi strand gegaan, waar we als enige farangs op het hele strand de bezienswaardigheid van de dag waren. Zondags vertrokken we weer, deze keer via Bangkok naar Nakhon Pathom. Eenmaal aangekomen vonden we een goedkoop hotel met vriendelijk mensen en slome kakkerlakken. Getver, liepen die beesten voorheen altijd hard weg als ze licht zagen, was er in deze niet zoveel beweging te krijgen. Omdat we tijdens deze reis zo vaak die beesten hadden gezien was het een gewoonte de rugzak eerst even te ontkakkerlakken door er een schop tegen te geven. Dan loop je geen risico in zo'n beest te pakken als je je tas uitpakt. Even die oplettendheid vergeten is geen goed plan. Maar ja, ik deed dat toch maar een keer. Toen ik iets uit mijn toilettas wilde pakken kwam er zo'n grote naar buiten, die het leuk vond om over mijn arm omhoog te lopen.. Getsiegetver.. waarschijnlijk hebben de mensen in de kamer naast ons gedacht dat er iets heel ernstigs met me aan de hand was, want ik werd er absoluut niet vrolijk van. Bah, wat een beesten zeg. Natuurlijk weet ik in theorie wel dat die dingen geen viezigheid of ziekten overbrengen, maar wat voelde ik me smerig. Het probleem was dat de douche op de kamer de favoriete plek van die kakkerlakken was, dus dat gevoel bleef nog lang. Die nacht erna hebben we de hele tijd het licht maar aangehouden, zodat ze niet snel te voorschijn zouden komen, en als ze dat wel deden het in ieder geval zichtbaar was. Op de markt vlakbij het hotel konden we die beesten ook eten, maar ik had mijn portie wel gehad. In dit stadje komen erg weinig toeristen, die er wel komen blijven niet langer dan een uurtje om het oudste Buddhistisch monument te bekijken en verdwijnen dan de tourbus weer in. De locals waren dus ook hier geen farangs gewend, en zo voelden we ons even zwaar interessant. Overal zagen we mensen naar ons wijzen, en in gesprekken vingen we vaak het enige woord wat we dan konden verstaan uit hun zinnen op; 'falang' ( Thai zijn erg solidair met mij, hebben eenzelfde R-complex.. of zou het andersom zijn?), mensen die ons echt gingen bekijken, vragen stelden, en verkopers die door het staren saus naast het bakje gooien in plaats van er in. Toen we langs een weg liepen waar er een rij auto's en tuktuks stonden te wachten voor het rode stoplicht ontstond er een langere wachttijd doordat ze meer oog hadden voor ons dan het stoplicht dat al lang groen was geweest. Echt, als ik het zo schrijf lijkt het erg onwaarschijnlijk, maar sommigen hadden daar echt haast nooit een blanke gezien. Kinderen werden spontaan voor ons neergezet, die dan met grote ogen ons gingen bekijken. In Singapore hadden we dat ook al wel meegemaakt in bepaalde buurten, maar daar voelde ik me juist heel onprettig bij. Mensen staarden ons echt aan op een heel brutale manier (naar ons gevoel) maar hier was iedereen heel vriendelijk. Ze probeerden ook echt contact te maken, wat door de taalbarriere nogal moeilijk was, maar met glimlachen en handgebaren vaak wel lukte. Een leuke aparte ervaring. Vanuit Nakhon Pathom namen we de bus naar de floating markets. En jawel, dat zijn markten die drijven. Bootjes dus, die vol staan met fruit, groenten en souvenirs. Je kunt daar langs gaan door ook in een bootje mee te gaan. We waren er gelukkig vroeg, zodat we de grote mensenmassa voor waren. Dat probeerden we eigenlijk de hele reis al, de massa toeristen vermijden. Op deze manier zie je het toch net anders dan wanneer je met zo'n grote groep ergens aankomt. In sommige gevallen is dat misschien wel beter, maar in dit geval waren we weer erg blij dat we nu niet in een file in het water zaten. Het was erg leuk om zo in een bootje langs de bootwinkeltjes te varen. Een kleurrijke markt was het ook, door al de verschillende stoffen en fruitsoorten. 's Middags zijn we naar de Pra Pathom Chedi geweest, waar we eindelijk dan ook de cultuurfoto's konden maken van een enorm grote gouden liggende Buddha, en de tempels. Je kan toch niet uit Thailand weggaan zonder die foto's? Wat wij erg interessant vonden waren vooral de mensen die daar bij Buddha zaten, en de rituelen die ze uitvoerden. Flinterdun bladgoud werd er bijvoorbeeld op de staande buddha's gewreven, en natuurlijk veel wierook opgestoken. Met de trein gingen we de volgende dag naar Kanchanaburi. De plaats van de Bridge over the river Kwai, die je als River Kwae uitspreekt in Thailand. (Kwai betekent in het Thais niet echt wat we er mee bedoelen..) De 3e klas trein had een goede airconditioning (= open ramen) en fijne houten rechte bankjes. Maar wat een sfeertje! Ook hier kregen we de farang behandeling, allemaal mensen die even langskwamen om even een praatje te maken, de kinderen te showen hoe falangs er uitzien en ons uit te leggen wanneer we de trein uit moesten. Het kon niet missen, bij het juiste station eruit, en op zoek naar een hotelletje. Eentje met wat minder kakkerlakken. En dat lukte gelukkig. Totaal kakkerlakloos is misschien niet echt mogelijk in onze budgetprijsklasse, maar ze lieten zich in ieder geval niet zo goed zien. Het hotel lag in het centrum van het stadje, zo'n 6 kilometer van de beroemde brug af. De Lonely Planet schreef het al, de brug zelf is niet indrukwekkend, het verhaal er achter wel. En dat was inderdaad zo. De brug is een gewone brug hoor, als je het zo ziet. Het verhaal erachter was in de 2 musea erbij uitgebreid beschreven en dat maakte het absoluut de moeite waard. Het was echt enorm indrukwekkend. De volgende dag vertrokken we weer naar Bangkok. Onderweg stopte de trein ineens, en iedereen stapte rustig uit. Van verschillende mensen kregen we een 'met-handen-en-voeten-uitleg dat de trein niet verder ging, en dat we moesten wachten op de volgende. Tja, we hadden ook geen andere keus, want we waren echt in the middle of nowhere terecht gekomen. Het leuke was dat iedereen er heel vrolijk onder bleef. Even terug denkend aan treinstoringen in Nederland, waarbij de extra bussen zo snel mogelijk worden ingezet, en de passagiers er niet vrolijk op worden dat ze een vertraging hebben (ik geef toe, ik ook niet hoor), hier was het absoluut niet duidelijk of en wanneer dan er een volgende trein zou komen, maar er was geen ontevreden gezicht te zien. Rustig zocht iedereen een plaatsje om even/lang? te wachten. Na een klein uur kwam er dan echt een volgende trein aan. Net zo vrolijk stapte iedereen weer in, en reed de trein verder naar Bangkok. In Bangkok wilden we ons niet meer laten foppen door akelige beestjes, we gingen naar 'ons' hotel waar we al eerder waren geweest. Eigenlijk zouden we nog ergens anders naar toe gaan, maar daar hadden we allebei niet zo veel zin meer in. De laatste week wilden we besteden aan nog wat bezienswaardigheden en het inkopen van souvenirs, waarvoor we eerder tijdens de 9 maanden geen mogelijkheid toe hadden, doordat dat te veel sjouwwerk zou opleveren. Vrijdags hoorden we van de situatie thuis, waardoor we zo snel mogelijk terug wilden. Met moeite kregen we ons ticket verzet naar maandagavond, maar ze zeiden bij Qantas dat we ook nog stand-by konden gaan staan op het vliegveld. Het werd dus een haastige bedoening. Snelsnel alle spullen uitzoeken, wat mee terug en wat niet, en de rugzakken inpakken. De kans zat erin dat we 's avonds konden vertrekken, maar ook dat we nog terug naar het hotel zouden moeten. Nog niet echt beseffend dat we heel misschien de volgende dag in Nederland zouden zijn stonden we vrijdagavond in de stand-by-rij op het vliegveld in Bangkok. En met ons nog wel zo'n 25 anderen. Dat gaat nooit lukken, dachten we nog. Bij Qantas vertelden ze ons dat meestal de mensen met de duurste tickets voorgaan in het geval van stand-by, en wij hadden we zo'n beetje het allergoedkoopste. Maar daarnaast hadden we een goede reden, en daar werd ook zeker rekening mee gehouden. De eerste vlucht ging zonder ons, maar we hadden nog een mogelijkheid bij de laatste vlucht die avond. En daar mochten we mee mee! Wat was ik die balie-meneer dankbaar! Niet dat we met een vrolijk gevoel terug gingen, er was niet echt een leuke reden voor, maar nog die dagen wachten tot we pas terug konden, we hadden ons toch niet meer leuk kunnen vermaken waarschijnlijk. Alle dingen die we nu niet hebben kunnen doen in Thailand kunnen we nog wel een keertje inhalen, dat komt nog wel dan. En dus zaten we in het vliegtuig, en kwamen we zaterdagochtend op Schiphol aan. Raar hoor, terug in Nederland, iedereen weer zien. Maar ook wel weer heel tof! We hadden een beetje pech dat mijn rugzak achter was gebleven in Londen, tijdens het overstappen, maar die zou netjes de volgende dag worden afgeleverd. Het weer terug in Nederland zijn was echt heel gek. Wat een kou! en wat rijdt iedereen hier aan de verkeerde kant van de weg. (in alle landen waar we waren was dit omgekeerd) In de afgelopen 9 maanden kon er veel gebeuren, en dat is ook echt het geval geweest. Op alle gebieden probeerden we wel op de hoogte te blijven, via email, internet en kranten, maar er is nog veel langs ons heen gegaan. De komende tijd zullen we dan ook vast nog wel eens verbaasd staan over dingen. Nu zijn we intussen dus al weer even terug. Het went langzaam, al lijkt het soms ook wel alsof we haast niet zijn weggeweest. Het gewone leventje moeten we weer oppakken. Op zoek naar woonruimte en werk, en dan weer terug het echte leven weer in. Het zal gek zijn, maar we hebben er allebei enorm van genoten de afgelopen tijd, en dus zullen we er ook nog vaak genoeg aan terug denken. Het was echt super!!! |
Lees hier onze vorige avonturen in Australie of Nieuw Zeeland