Begrafenis in Carpathia
Ten prooi gevallen aan de bedwelming van het kaarslicht
Verliefd op mijn eigen schaduw
Avondschemering, neem mijn hand
En verleid mij met perfecte zijdeachtige armen
Schenk mij jouw duistere heerschappij
Aan de andere kant van de bergen groeien tapijten
Van dichte wouden, gehuld in nevels
Met lichtschuwe tedere kussen verstrengeld in mist
Die dodelijk als aanrandingen uit de schaduwen sluipen
Lucretia
Is mijn liefde tevergeefs
Als jouw tranen zoeter bloeden
Dan de midzomerregens?
Gevleugelde, gekwelde kerkklokken
Luiden over de wanhopig snikkende menigte
Een wervelwind van lusteloze, doodsbange, naakte zielen
Gegeseld en gemarteld onder het fluiten van de striemende wind
(In sadistisch paradijs
leven voorouderlijke legendes voort)
Ik ben Hem
De gekroonde overwinnaar van de duisternis
Satan gekleed in het vuil van de wereld
Een asgrauwe Bacchus gedragen door maagdelijk witte engelenscharen
Op deze winternacht met de sneeuw diep glinsterend
En spitse torens die de onversierde hemel het hof maken
Gooi ik het kleed van bovennatuurlijke slaap af
Vervuld van de woorden die Malaresia vereeuwigde:
'Engels weenden voor de onsterfelijke ziel van de schone slaapster
die in haar slaap werd opgeëist door het Kwade zelf'
Carpathia
De bevredigde doden spreken over haar
In necromantische tongval
Als het zwakke licht van de dag gedoofd is
Zichzelf bevredigend in hun graven
Om klaar te komen als zij verrijst...
In deze rouwende nacht maken stille eerbiedige sterren
Hun afwezigheid aan het hemels gewelf bekend
En zullen verminkte engelenkoren aan luisterrijke hoven uit elkaar vallen
Met het geraas van de verborgen draaikolk op de achtergrond
'De storm vervult
Mijn gebroken hart
De speren die het hemelfirmament tooien verduisteren
En donkere ongerepte wouden trillen van opwinding
Maar nog veel intenser
Verlamt haar schoonheid mij'
Carpathia
Zedeloze minnaars worden gekweld door bezorgdheid om haar
Alle geboden worden in de wind geslagen - de vlijmscherpe bliksem bevredigt
Het kronkelende pad naar het kasteel dat de slaperige onschuld bewandelt
Ik ben hier heer en meester
Waar wilde hordes mijn woede verkondigen
De liefde ging bloedend ten onder toen ik, verraden,
De dood wreed zag neerdalen over mijn nageslacht
'Luid de komst in van de van haat ziedende Draconist
en vertrouw deze wereld toe aan jouw eeuwenoude heerschappij'
De rode sluier daalt neer
De in psalmen bezongen zonsondergang wordt een onheilsbode
En te rusten gelegd, ben ik nu gezegend
Met deze duisternis,...voor alle eeuwigheid
Oppermachtig Vampirisch Kwaad
©Joeri W.