Doberman Farao
Heen en terug, door vrieskou en dooi
Van het hoogste tot het laagste zonnepunt
Zag het universele oorlogsgewoel
In het zand getrokken lijnen verschijnen
Strijdtroepen voor een beloofd land
En hel voor hen die leefden
Onder Farao's granieten hand
Waar de dood iets anders huwde
Duizenden jaren zwommen voorbij
Sinds de Ark van het verbond
Vastliep op de berg Ararat...
Maar nu opnieuw groeiden driftige schaduwen
Vanuit de stad des doods, angst zaaiend
Over groene grasvelden, de oplevende storm
Deed een woestijnzoon verstarren
Vanuit de paleis boomgaard bespeurde ik...
(Waar in vervoering geraakte bomen en maanlicht wedijverden
Voor de beschilderde blik van de koninklijke bruid
Wiens voorbijglijdende rondingen aanbeden werden)
...Buiten haar gratie waar de liefde zou afsterven
De komst van het ongelukkige noodlot
Heen en terug kwam de profeet
Orakelend met een tong vol plagen
Die het machtige Egypte lam zouden leggen
Indien de toorn van God ongetemperd bleef...
Ik luisterde met een zwaar gemoed
Maar ongesluierd naar de dreigementen
Die deze Hebreeuw met een jakhalsmasker
In de praktijk zou oproepen
Vanaf dat ogenblik kleurde de Nijl rood
Alsof Set zijn hand uitstrekte
Om de verdoemden te omsingelen
En bezaaid met vliegen als blauwe plekken
Kregen de hemelen de kleur van lood
Maar deze gevreesde mirakels
Werden slechts voortgebracht
Door de natuur, wiens wet alleen
Zo'n ontzag kon afdwingen
Zodoende waaide de hysterie over, maar nog steeds brandde
Het merkteken van Yahveh in de duisternis
Een laatste keer, op de trappen van het heiligdom
Van Thoth, kronkelde ik met het lot
"Laat mijn volk gaan",
"Nog steeds is mijn antwoord nee"
"Dan zal de dood de beslissende plaag zijn"
Sinds de goddelijke misdaden die ik achterliet
Trok ik ten oorlog tegen elke stam die zich
In heilige gewaden uitsloofde, maar mettertijd
Doodmoe van het veroveren wat mij toekwam
Legde ik mijn beenderen te rusten en bouwde ik mijn troon
Met zicht op het paradijs
Vanaf dat ogenblik rommelden de hemelen
Alsof grote beesten
Ontketend waren om de mensheid te verscheuren
En met een strijdwagen van kadavers
Werd Michael bewapend
Om met minachting neer te dalen
Een duistere strafexpeditie
Door het Huis van Ramses
Mijn en haar eerstgeborene levend villend
Zo passeerde de engel van treurnis elk heilig merkteken
Van Yahveh, bloedend in de duisternis
Met de misselijkmakende dageraad kwam een troosteloze kreet
Gezamenlijk vanuit de pleinen in de diepte (onder het paleis)
De vloek van de profeet
Had zo vreselijk gewerkt
Dat de oorlog in mijn hart uit haar slaap werd gerukt
Verdronken in de nacht baadde de kronkelende uittocht
In een op de hel gericht licht
Doorheen de wildernis
Terwijl de eeuwen voortkropen
Doordrongen van een verse bloedlust
ŠJoeri W.