Van Jantje was bekend dat ze , van jongs af aan, een brede en diepe belangstelling had voor kerkelijke ontwikkelingen,
en in gezelschap van gelijkdenkenden op meerdere zondagen van Engwierum via Dokkumer Nieuwe Zijlen,
deels over de kruin van de Lauwerszeedijk naar Zoutkamp,
en vervolgens vandaar over Niekerk naar Ulrum liep, een afstand van circa 18 km!,
om ter plaatse in de kerk van "De Afscheiding", het "ware" woord Gods te kunnen beluisteren.
Voor het oversteken van het Reitdiep, tot 1877 nog een brede en niet ongevaarlijke getijderivier,
bad men bij stormweer op de oevers van het onstuimige water om een behouden overvaart.
Bij thuiskomst werden haar man Martinus en, later bij het groter worden, hun kinderen volledig geïnformeerd.
Het is dan ook niet verwonderlijk, dat mede door haar invloed, haar kennis en inzicht,
het hele gezin Westerhof toetrad tot de "Dolerende Gereformeerde Kerk".
Op latere leeftijd leerde zij, mede door zelfstudie, het lezen,
en daardoor was ze in staat om de algemeen voorkomende kerkelijke stukken en niet te vergeten de Bijbel te bestuderen.
De schrijfkunst waren ze beide niet machtig.
Jantje heeft, als grootmoeder, gedurende een periode, de kinderen van hun zoon Jacob in de schoolpauzes opgevangen en verzorgd.
Reden:
Jacob was, door het overlijden van zijn vrouw Doetje Veenstra, weduwnaar geworden.
De afstand van hun woning tot de dorpsschool was, in de middagpauzes te groot.
N.B.
De afscheiding = Een in 1834 binnen de Ned. Herv. Kerk onstane beweging onder leiding van Ds. Hendrik de Cock te Ulrum,
die van mening was dat de kerk de ware belijdenis ontrouw was geworden.
Een deel ervan sloot zich in 1892 aan bij de in 1886 onstane Doleantie-beweging.
Reitdiep = tot 1877 een getijde rivier, circa 3650 m breed, tussen Nittershoek en Zoutkamp; in 1877 afgesloten van de Lauwerzee.
Nittershoek = tot de afsluiting van het Reitdiep een bijna haakse hoek in de friese-zeewering gelegen ten noorden van Munnikezijl.
Dolerende(Doleantie)= De dolerenden, genoemd naar de in 1886 onstane kerkelijke beweging van de Dolatie onder leiding van Dr. Abraham Kuyper,
verzetten zich tegen de na 1839 mogelijk geworden belijdenisvrijheid en de synodale inrichting van de kerk.
In 1892 sloot een deel van de in 1834 ontstane Afscheingsbeweging zich bij de dolerenden aan.