Controlelijst:
1.Naam van de interviewers:
Joost , Stefan.
2. Taakverdeling:
De vragen zijn gezamenlijk voorbereid. Gedurende
het interview zullen de vragen willekeurig door
beide interviewers worden gesteld.
3.Doel van het interview:
Verschillende zaken te weten komen over Ronald
Giphart. Hierbij zullen een aantal aspecten aan de orde komen met
betrekking tot het schrijversschap van Giphart.
We denken hierbij aan: zijn beeld van literatuur in de media; zijn beeld
ten aanzien van recensenten en natuurlijk
zijn boeken.
4.Onderwerp van het interview:
Ronald Giphart.
5.Functie die de geïnterviewde vertegenwoordigd:
Functie van schrijver.
6.Informatie die de interviewer reeds heeft:
Zie bijlage, biografie en bibliografie + boeken van Ronald Giphart.
7.Onderzoekskader waarin het interview wordt afgenomen:
Eindopdracht cursus gesprekstechniek.
8.Beoogde lengte/duur van het interview:
15 à 30 minuten.
9.De gegevens uit het interview worden gebruikt voor:
Analyse.
10.Datum en plaats:
10 november 1998, Witte Vrouwen, Utrecht
11.Hoofdvragen:
Hoe word je schrijver?
Hoe reageer je op de uitgebreide media-aandacht
die wordt gegeven aan nieuwe boeken van gerenomeerde schrijvers
als bijvoorbeeld Harry Mulisch?
Je nieuwe boek is je tweede verzamelbundel.
Is dat gemakzucht om al eerder geschreven teksten gewoon opnieuw te
publiceren?
Hoe staat het met de film van het boek ‘Phileine
zegt sorry’?
Wat vind je van evenementen zoals ‘het Lezersfeest’
in Rotterdam?
Wat staat ons nog te wachten qua nieuwe boeken?
Medestudenten vinden je een eikel, hoe denk
je dat dat komt?
Hoe staat het met je politieke carrière?
Jij bent gestopt met je studie Nederlands.
Wat raad je ons aan?
Aan wat geef je de voorkeur: Volle- of halfvolle
melk?
12.Benodigde hulpmiddelen of apparatuur voor de registratie:
Cassette recorder, microfoon, diskje, computer etc.
Het interview:
1. Stefan: We zijn hier thuis bij Ronald Giphart, schrijver van een
aantal romans en korte verhalen, waaronder ‘Ik
ook van jou’ en ‘Phileine zegt sorry’…
Giph: Ja…
2. Stefan: Hallo Ronald.
Giph: Hoi (grinnik).
3. Stefan: Ehm, heel erg fijn dat je ten eerste tijd voor ons vrij wilt maken…
Giph: Ja.
4. Stefan: En dan, maar meteen om met de deur in huis te vallen…
Giph: Ja.
5. Stefan: Hoe wordt je schrijver?
Giph: Hoe word je schrijver? Oei! Nou, schrijver dat word je door
een boek te schrijven. Dat klinkt heel simpel, maar
daar komt het in de essentie natuurlijk wel op neer.
6. Stefan: Ja dat is de ehm…
Giph: Dat is de basis. Ik heb zelf toen ik een jaar of, nou…zes was,
toen besloot ik dat ik cabaretier wilde worden. Dat
was ehm…
7. Stefan: Dat heb ik gelezen inderdaad…
Giph: Ja, en toen heb ik natuurlijk een hele hoop, een heel scala
van beroepen doorgelopen en op een gegeven moment
op m’n zeventiende of zo besloot ik om schrijver te worden. En hoe
je dan ook uiteindelijk ook schrijver wordt, dat is
door heel veel te proberen en heel veel weg te gooien en heel veel
te schrappen en ehm…
8. Stefan: Op goed geluk zeg maar een beetje…?
Giph: Nou, nou, dat is niet echt het woord. Het is meer heel, heel
hard werken en dan zó hard werken dat je op een
gegeven moment echt grip op de materie krijgt waar je mee bezig
bent. Ik heb denk ik, voordat ik een boek…voordat
ik ‘Ik ook van jou’ schreef zes jaar gepield en gekut. En wat ik
die zes jaar daarvoor schreef was echt heel erg slecht
en werd steeds een stukje beter, een stukje beter, totdat je op
een gegeven moment op een bepaald niveau komt.
9. Stefan: En heb je dat allemaal nog bewaard, of ehm…
Giph: Nee…
10. Stefan: Dat is ook allemaal de prullenbak ingegaan?
Giph: dat is allemaal de prullenbak ingegaan.
11. Joost: Heb je zelf ook ehm, de uitgevers benaderd?
Giph: Nee, dat heb ik nooit gedaan.
12. Stefan: hoe heb je dat dan gedaan?
Giph: Ehm, ik had op een gegeven moment had ik een eenmanstijdschriftje
en dat heette ‘Ergoego’ en daar heb ik
stukjes waar, van de romans waar ik toen mee bezig was in gepubliceerd,
en een vriend van mij die heeft dat bij
uitgeverij Nijgh & Van Ditmar geïntroduceerd, die heeft
dat meegenomen en gezegd: "Hier…". Want daar zijn
uitgeverijen altijd heel erg geil op, die willen altijd weten wat
er aan jonge mensen speelt en zo.
13. Stefan: Ja…
Giph: En toen kreeg ik een telefoontje van uitgeverij Nijgh &
Van Ditmar. Dus ik heb nooit, ik heb gelukkig nooit bij
uitgeverijen lopen leuren en zo.
14. Stefan: Gelukkig zeg je…dat vind je niks dus…?
Giph: Nou, ach, nou ja, er zijn verhalen van schrijvers die een hele
weddengang langs allemaal uitgeverijen gehad
hebben. Harry Mulisch bijvoorbeeld heeft zeventien uitgeverijen
benaderd voordat zijn eerste boek werd uitgegeven.
Nou ja goed, uiteindelijk heeft ‘ie… is hij een groot schrijver
geworden.
15. Stefan: Ja, inderdaad…
Giph: Nou, maar ik weet niet of ik het volgehouden zou hebben om zeventien…of zestien afwijzingen gehad te hebben.
16. Stefan: Dat is natuurlijk helemaal niet echt bevorderend voor de motivatie?
Giph: Nee, niet bemoedigend (grinnikt), lijkt mij. Maar aan de andere
kant: als je ervan overtuigd bent van dat wat je
gemaakt hebt hartstikke goed is, dan laat je je natuurlijk niet
ontmoedigen door de eerste de beste uitgever.
17. Stefan: Even kijken hoor. Je hebt een aantal boeken geschreven…[zie 18]
Giph: Ja.
18. Stefan: En ehm, niet allemaal, misschien helaas door de media
positief ontvangen, toch vaak ehm, Tom van
Deel die schreef…wat schreef ‘ie?
Giph: ‘Neuken en nog eens neuken’.
19. Stefan: Neuken, neuken en nog eens neuken.
Giph: (Zucht).
20. Stefan: Dus dat is niet altijd positief ontvangen. Hoe reageer
je daarop? Als je net een boek geschreven hebt
waar je dus ‘k weet niet hoe lang aan gewerkt hebt en dat helemaal
afgekraakt wordt?
Giph: Nou, dat is een hele ontwikkeling. Mijn eerste boek dat werd
eigenlijk, op Tom van Deel na, ehm, en nog iemand
van het Dagblad Tubantia na, werd dat vrij unaniem goed besproken.
Dus ehm, bij ‘Ik ook van jou was de eindscore
iets van 23:2 of zo, dus 23 positief en twee negatief. Nou, over
die twee negatieve daar was ik echt zeeeer, zeer, zeer
verbolgen over, en vooral over Tom van Deel was ik zeer kwaad.
21. Stefan: En heb je ‘m daarom ook af laten drukken…?
Giph: Ehm…daarom heb ik ‘m inderdaad afgedrukt op de omslag van m’n
nieuwe, van m’n tweede boek. En ik, kijk,
Tom van Deel daar maak ik wat lullige grapjes over in ‘Ik ook van
jou’ en hij was daar zo kwaad blijkbaar over dat
‘ie mij een behoorlijk negatieve recensie gaf. Toen dacht ik: als
het dus zo makkelijk is om een negatieve recensie te
geven, laat ik dan in ’Giph’ n’s proberen of ik of ik nog meer critici
kan beledigen, want dan weet ik tenminste waar
het door komt als ik dan een negatieve recensie krijg. Dus ‘Giph’,
dat werd door een gedeelte van de kritiek ook
redelijk negatief ontvangen, ik denk dat de eindscore daar iets
van 17:8 was of zoiets. Ehm, en…kijk, het is dus zo dat
iedere schrijver heeft, krijgt positieve en negatieve recensies.
Schrijvers die alleen maar positief zijn die krijg…die zijn
er niet en schrijvers die alleen maar worden afgekraakt, nou die
worden niet uitgegeven. Iedere schrijver maakt het
mee dat er gejubeld wordt over z’n werk…
22. Stefan: Ja…
Giph:…en dat er negatief wordt gedaan. En omdat ik ehm, wat niet
helemaal bonton is een beetje teruggevochten heb
in het begin van ‘ik laat me niet door Tom van Deel voor neuken
en nog eens neuken uitmaken’, want het verhaal gaat niet allen maar over
neuken. Het gaat over nog veel, veel meer. Het gaat over een meisje dat
sneeën in zichzelf maakt. Nou, dat is natuurlijk een beetje flauw
om dat dan af te doen als ‘neuken en nog eens neuken’, omdat ik een paar
grapjes over z’n werk maak.
23. Stefan: inderdaad.
Giph: Nou, en zo is dat literaire gevecht tussen ons een beetje begonnen.
En nu, nu, m’n laatste boek ‘Phileine’, daar
is de eindstand iets van 20:10 of zo. Dus… ik word nu wat meer besproken,
maar nog steeds, meer positief dan
negatief. En je kan nu een beetje uittekenen hoe het gaat als ik
een nieuw boek heb. Als ik een nieuwe roman heb, dan
schrijft NRC die schrijft positief, De Volkskrant…
24. Stefan: Dat weet je van tevoren al?
Giph: dat weet je van tevoren al ja. Je kan het uit…die criticus
die schrijft dit, die criticus schrijft... Joost Zwagerman
heeft een keer bij met een nieuw boek, ‘De Buitenvrouw’, daar heeft
‘ie van tevoren in eenverzegelde envelop, heeft ‘ie opgeschreven die schrijft
dit, die schrijft dit…
25. Stefan: Ja…
Giph: En hij mocht pas, zeg maar drie maanden na verschijning van
het boek, mocht die envelop worden
opengemaakt.
26. Stefan: En dat klopte ook?
Giph: En dat klopte gewoon. Je kan het uittekenen. Recensenten, dat zijn ach…
27. Stefan: Daar moet je je niet teveel van aantrekken…?
Giph: Nou, nee, je moet je er inderdaad niet teveel van aantrekken.
Dat ehm, Harry Mulisch heeft er een heel mooie
vergelijking ooit voor bedacht: ‘Een recensent is iemand die gaat
bij een topkok eten en die gaat dan, die slaapt er een nachtje over, die
gaat dan de volgende dag naar het toilet, die legt een hoop stront neer,
die kijkt ernaar en zegt Pfff,
en dat noemt zich nou een topkok!’
28. Stefan, Joost & Giph: (lachen).
Giph: Want zo werken recensenten. Recensenten lezen in één
dag wat een schrijver in een jaar heeft geschreven. En
nog niet eens in een dag want sommige recensenten, dat kan je gewoon
aantonen, die lezen boeken helemaal niet. Die
bladeren ze door en die hebben al lang een mening klaar. Maar kijk,
het is namelijk helemaal niet leuk om recensent te zijn, want de meeste
zijn er ook of leraar naast, of wat dan ook. Die hebben het veel te druk
om al die boeken te lezen,
dus die wapperen dat n’s door en vertellen dan een beetje het verhaal.
29. Stefan: Ja ja, ehm,…
30. Joost: Ja, die aandacht, over literatuur. Ik bedoel Harry Mulisch die ehm…
Giph: Ja.
30. Joost: …brengt ehm, een boek uit, overal recensies, verhalen,
artikelen: op tv en in tijdschriften. Als jij een
boek uitbrengt dan moet… dan wordt er wel wat aandacht aan besteedt,
maar niet zo uitgebreid. Hoe komt dat?
Giph: (Zucht), nou, omdat Harry Mulisch natuurlijk al zo’n enorm
oeuvre heeft dat ‘ie nu al…van leeft, als je bedenkt
hoeveel boeken er in totaal van Harry Mulisch zijn verkocht, dat
is gigantisch. Van iedere titel honderd vijftigduizend
bij wijze van spreken.
31. Stefan: Dat is eigenlijk ook al vooraf hè? Dat ehm…
Giph: Ja, bij inkoop worden er al heel veel verkocht. Maar, kijk,
Harry Mulisch is een beetje de Ajax. En Ajax krijgt
gewoon erg veel aandacht. Ehm, je kan zo’n rangorde aanbrengen voor
de Nederlandse literatuur en ik denk dat ik
dan nog behoorlijk gezegend ben dat ik voor mijn leeftijdsgroep
en, voor mijn type boeken buitengewoon veel
aandacht krijg. Ik mag helemaal niet klagen over de media aandacht
die ik, die ik krijg. En, als je ook vergelijkt naar
vergelijkbare schrijvers, zoals Jerry Goossens die hier in de straat
woont die vergel…hè?
32. Stefan: Die woont ook hier in de straat?
Giph: Die woont hier in de straat ja. …die vergelijkbare boeken schrijft.
D’as echt een goede schrijver. Of Jack
Nouws, die hier vlakbij woont ook, die ook echt goede boeken schrijft.
Die krijgen veel minder media aandacht. En
dat is, de media werkt heel vervelend en dat is ja, ook echt een
kwalijke zaak voor de literatuur dat het zo werkt.
Maar ja, aan de andere kant is er ook niks aan te doen, als je door
de media gevraagd wordt op een gegeven moment,
om op te treden en je bent mediageniek, dus je doet het leuk…
33. Stefan: Ja…
Giph:…dus je kan, in eenmooie volzin kan je antwoord geven. Ehm,
dan verkopen je boeken daardoor ietsje beter.
Doordat je boeken ietsje beter verkopen word je nog een keer teruggevraagd
door de media, waardoor je boeken
weer ietsje beter verkopen. Het gaat als een soort spiraal omhoog.
Wie eenmaal in dat cirkeltje zit die zal goed boeren. Aan de ander kant:
schrijvers die daar niet aan mee willen doen, ja, die gaan in de spiraal
naar beneden. Nou, op een
gegeven moment sta je voor de vervelende keuze: ‘Ga ik naar Sonja
Barend of ga ik niet naar Sonja Barend?’.
34. Stefan: Dat heb jij wel gedaan…?
Giph: Ik ben naar Sonja Barend gegaan. En dat komt, voordat ik bij
Sonja Barend was geweest had ik twintigduizend
boeken verkocht of zo, niet superveel. Nadat ik bij Sonja was geweest,
de week daarna, verkochten we tienduizend
boeken. Nou, wat zijn mijn doelen als schrijver? Ik wil een ontzettend
goed boek schrijven, maar ik wil ook door zo
ontzettend, door veel mensen gelezen worden. Ik wil dat m’n boeken
verspreid worden. Ik schrijf niet een boek om in
de kast één exemplaar te zetten van nou, dat boek
heb ik geschreven. Ik wil dat boek gelezen wordt.
35. Joost: En jij maakt ook echt heel bewust keuzes van ik ga naar
Sonja Barend want ik ga dan meer boeken
verkopen?
Giph: Ehm, nou, zo bewust is die keuze niet, maar ik doe mee als
ik gevraagd word voor een interview, als ik door
jullie gevraagd word om een gesprek aan te gaan, ik ga niets uit
de weg. Ik wil mijn werk verdedigen, ik wil mijn werk uitdragen, zeg maar.
En dat is…talent voor schrijven heeft niet alleen te maken met het feit
dat je goed kunt schrijven
want dat is gewoon een vereiste, maar ook dat je je werk kan verkopen.
Dat hoort erbij. Philips kan nog zo’n
schitterend videosysteem bedenken, wat nog veel beter is dan VHS
, maar op het moment dat Philips het niet aan de
man gebracht krijgt, nou, dan slaat Philips een slechte beurt. Philips
had een videosysteem, Video2000, dat was veel
en veel beter dan wat we nu hebben. Ehm, de kwaliteit was veel en
veel beter, maar ze kozen ervoor om aan bepaalde
dingen niet mee te doen. Bijvoorbeeld: ze wilden geen porno en ze
wilden geen slechte films, ze wilden alleen maar
kwalitatief hoogstaande films, nou, en dan zegt het publiek op een
gegeven moment: Pffft, daar doen we niet aan mee. En nu hebben we dus een
inferieur videosysteem terwijl de wetenschap dat we in Nederland hadden
we de standaard
kunnen zetten.
36. Stefan: ja ja…
Giph: Nou, datzelfde van ehm…Als ik niet bij Sonja ga, als ik niet
bij Paul de Leeuw ga, als ik niet naar scholen ga
bijvoorbeeld, want ik ben heel veel naar scholen geweest dan raak
ik een gedeelte van mijn markt kwijt, van mijn
lezerspubliek kwijt. Nou, daar kan je voor kiezen, allen dan moet
ik een andere baan kiezen om toch in leven te
blijven.
37. Stefan: En hoe zit dat dan met schrijvers als, je zei net Jerry
Goossens en ehm, Jack Nouws, die maken die
keuze gewoon niet om daar heen te gaan? Hoe zit dat dan?
Giph: Nou, bijvoorbeeld in het geval van Jerry Goossens die zou heel
graag willen, maar die heeft een vaste baan als
journalist en die heeft het daar veel te druk voor. Dus die maakt
uiteindelijk de keuze van stap ik in, ehm…want het is
erg onzeker, je hebt geen vaste inkomst hè…nu kan ik me er
redelijk van redden, maar ik heb jaren gehad dat ik echt
in envelopjes per week geld had zitten van nou, zestig gulden per
week of zo. Nou, dan wist ik dat ik een tientje per
dag te besteden had. Nou, Jerry heeft een kind ehm…
38. Stefan: Jij ook…
Giph: Ik ook inmiddels, nou, voor hem zou de overstap te groot zijn hij moet echt wachten tot ‘ie een keer per ongeluk in de aandacht komt.
39. Stefan: Ja…
Giph: En, en, Jack Nouws, ja, die timmert heel hard aan de weg, alleen
om de een of andere rede wil het gewoon nog
niet zo heel erg vlotten.
Je hebt twee mechanismen: dat is, het eerste is dus de media, hoe
je in de media voorkomt. Of dat is eigenlijk het
tweede. Het eerste mechanisme is de mond op mond reclame. Da’s eigenlijk
het allerbest.
40. Stefan: Ja.
Giph: Ehm, dat is een bal zeg maar, die begint te rollen en die eigenlijk
niet meer te stoppen is. En als mensen je boek
lezen en ze vinden het goed en ze zeggen het aan iemand anders van
jôh, dit moet je lezen, of dit krijg je voor je
verjaardag, nou, als je dat eenmaal hebt dan is het een mechanisme
dat niet meer te stoppen is. Daar kan geen media
aandacht tegenop. Nou, ehm, ik ga veel naar scholen toe, ik ga veel
naar studentenverenigingen, veel naar theaters…
41. Stefan: dat doe je nog steeds…?
Giph: Dat doe ik nog steeds, gewoon, vanavond moet ik weer naar Nijmegen
toe en dat is gewoon wijdbeens voor een
groep gaan staan, voorlezen en vragen beantwoorden en dat gevecht
aangaan. Nou, er zijn daar misschien tachtig
mensen, daarvan worden er tien uitgenodigd om je boek te lezen,
van die tien zeggen er zes tegen anderen van ‘Dat is
een goed boek’ en van die zes, snap je dat?
42. Stefan: Dat wordt dus steeds groter…
Giph: Dan begint dat te rollen, dan begint dat te rollen. Nou, en
ik heb dat doorrolmechanisme bij mij, bij ik heb een
hele sterke…want daar is namelijk onderzoek naar gedaan, ik heb
een hele sterke mond op mond reclame.
43. Stefan: Ja.
Giph: Ik ben wat ze noemen een steady seller. Dus ehm, je hebt bestsellers,
dus dat zijn boeken die, zoals Conny
Palmen in één keer heel veel boeken verkopen of Harry
Mulisch. Ehm, en je hebt…nou ik ben ook op zich een redelijke bestseller,
maar je hebt ook steady sellers. Dat zijn dus boeken waarvan er iedere
maand gegarandeerd, nou,
vijfhonderd van worden verkocht.
44. Stefan: Dat staat gewoon ehm, vast?
Giph: Nou ja, goed, daar kan je op rekenen. Van mijn ehm, van iedere
titel worden er tussen de drie- en de
vijfhonderd boeken per maand verkocht. Nou, en dat ehm…
44 ½. Joost: En daar kun je uit opmaken dat er veel mond op mond reclame is.
Giph: Ja, ja, dat zijn de mechanismen. Er is een stichting, de Stichting
Lezen, die dat soort dingen op verzoek
onderzoekt.
45. Stefan: En daar heb je om gevraagd?
Giph: Ehm, wij hebben ooit eens, daar heeft mijn uitgever om gevraagd.
En dan: de bel gaat. Iemand van KPN Telecom aan
de deur. Of meneer Giphart een stukje wil schrijven voor Het Net van
PTT Telecom. Dit jaar heeft hij geen tijd meer,
maar hij geeft z’n nummer zodat ze hem volgend jaar kunnen bellen.
Ondertussen kijken Joost en Stefan de huiskamer
rond en bestuderen de daar aanwezige boeken in de vensterbank (o.a.
Zwagerman’s ‘Chaos en Rumoer’, een boek van Simon
Carmiggelt en ‘Para!’ Van Jacob van Duijn), de schilderijen aan de
muur en het geinige motiefje op de bank. [Onvoorziene
actie I]
Na ongeveer vijf minuten:
Giph: Oké, excuus. Hé, hoe drinken jullie je koffie?
46. Stefan: Met melk en suiker alsjeblieft [Antwoord op de vraag]
Giph: Melk en suiker. En jij?
47. Joost: Ehm zwart. [Antwoord op de vraag]
Giph: Jij zwart.
Giph: Willen jullie sterke koffie of…
48. Stefan: Dat maakt niet uit hoor…Doe maar wat. [Geen antwoord op de vraag, maar toch leuk]
Giph: Fluit even… [Muzikale interactie]
49. Joost: Waar moet je vanavond zijn in Nijmegen?
Giph: O42
50. Joost: Ja, ik kom uit Nijmegen dus vandaar…
Giph: Aha… (er wordt wat gelachen). Alsjeblieft. (Giph geeft de koffie).
51. Stefan en Joost: Dankjewel.
Giph: O42 dus, dat is een gesprek over in hoeverre literatuur menselijke
relaties kan exploreren en in hoeverre mijn
boeken dan de omgangsvormen van de jongeren generatie weergeven.
52. Stefan: En moet je daar dan als enige…
Giph: Nee, samen met een literatuurwetenschapster.
53. Stefan En dan gaan jullie gewoon een beetje praten daarover…?
Giph: Ja dan, wetenschappelijk, op wetenschappelijke grondvesten
gelegd gesprek. Dus zij gaat dan mijn boeken
analyseren en ik ga zeggen (op een geleerde toon): ‘Nou dat is interessant,
ja, dat is ehm…’ (lachen).
54. Stefan: Hé ehm, even kijken hoor. Je pas verschenen boek ‘Planeet Literatuur’…
Giph: Ja.
54. Stefan: Ehm, dat is een verzameling van eerder verschenen boeken
en een aantal teksten die je hebt
geschreven voor tijdschriften en kranten enzo…
Giph: Ja.
54. Stefan: Nou, dat heb je al vaker gedaan. ‘Het feest der liefde’…
Giph: Ja. Klopt.
54. Stefan: …is ook ehm, dat bestaat dus ook uit verhalen die al eerder zijn verschenen. Is dat gemakzucht?
Giph: Ehm, nee…ehm, het is zo dat, als schrijver word je gevraagd
voor een heleboel verschillende dingen te
schrijven, dus ik schrijf voor ‘Hard Gras’, ik schrijf voor… nou
noem maar op, er staat achterin een hele lijst, voor de
‘Playboy’, voor ‘gewone’ literaire tijdschriften, zo een heleboel
dingen. Sommige van die teksten…aparte boekjes
voor… ik heb al een boekje voor een boekhandel geschreven, voor
De Bijenkorf wel n’s een boekje gemaakt, nou…
Wie dat zou willen verzamelen die zou dus overal die teksten bij
elkaar moeten rapen en wat schrijvers dan doen is dat ze af en toe hun
werk, het prettig vinden om hun werk al te verzamelen voordat ze dood zijn.
En dus ‘Het feest der
liefde’ daar heb ik gewoon een aantal dingen verzameld die ik vaak
voorlas of…niemand die kan al die teksten die
bijvoorbeeld daar in staan, in ‘Planeet’ (wijst naar mijn boek),
of al die teksten die in ‘Het feest der liefde’ stonden,
kan die verzameld hebben. Ik weet zelf niet eens meer waar ik alles
geplaatst heb. En ja dan, dat doet iedere schrijver,
die bundelt dan op een gegeven moment z’n verhalen.
55. Stefan: Ja, maar bijvoorbeeld dat boekje voor De Bijenkorf, dat
je geschreven hebt, ‘De ontdekking van de
literatuur’ dat staat hier ook in (wijst naar ‘Planeet literatuur’).
Giph: Dat staat er ook in. Ja, dat komt…De Bijenkorf die wilden een
boekje wat speciaal voor hen geschreven was
dus dat werd een geel boekje. Maar ik wil natuurlijk dat m’n boeken
ook gelezen worden door mensen die niet bij De
Bijenkorf…niet in ieder plek is een Bijenkorf, en dat is een eenmalig,
dat was een eenmalig boekje, dus, dat was een
oplage van, weet ik veel, een aantal duizend. Als dat uitverkocht
is zou dat boekje weg zijn. Dus hebben we een boek
geschreven dat niet meer in druk leverbaar is.
56. Stefan: Ja.
Giph: Dus dan is het geen gemakzucht, maar gewoon, dat hoort tot
m’n werk. Dus. Ja, en, kijk, natuurlijk zijn er
mensen…(op een zeurderige toon) ‘dat is om ehm, geld te kloppen
uit de zakken van de mensen,’ nou ja niemand hoeft het boek te kopen…
57. Stefan: Nee, dat is natuurlijk zo.
Giph: overigens worden er van zo’, boekje helemaal niet veel verkocht.
Kijk, van een roman, dat is het echte werk.
Maar van zo’n boekje worden er echt niet veel verkocht.
58. Stefan: Dat lijkt me ook veel meer werk natuurlijk…
Giph: Tuurlijk, tuurlijk, dit is, nou, dit is leuk voor de liefhebbers en daar verkopen we er een paar duizend van en dan hebben we weer iets leuks.
59. Stefan: En voorin heb je…
Giph: Ja.
59. Stefan: …dit laten afdrukken (wijst op de vooraf afgedrukte signatuur aan de binnenkant van het boek ‘Planeet literatuur’). Waarom heb je dat gedaan?
Giph: Omdat, dat is mijn…dat komt in het boek voor ehm, over signeren van boeken, en op een gegeven moment werd dat mijn vaste opdracht aan iemand. Iemand die zei (op een nadoenerige, zeurderige toon) ‘zet er maar wat leuks in’… dan zette ik er dat in en op een gegeven moment zette ik dat er zo vaak in dat ik dacht dat neem ik als opdracht.
60. Stefan: Gewoon zelf wat invullen?
Giph: Ja.
61. Stefan: Ik dacht namelijk dat het echt gesigneerd was… [even
een leuke anekdote van mijzelf, ik kon het
gewoon niet laten].
Giph: Ja ja, nou kijk aan…
61. Stefan: Op het Crossing Border (festival, red.) was dat…
Nou, afgelopen zaterdag was je op Het Lezersfeest in Rotterdam…
Giph: Ja, verschrikkelijk!
62. Stefan: Wat vind je van dat soort evenementen in het algemeen?
Giph: Nou, ik vind het helemaal niet ehm, ik vind het heel begrijpelijk
dat mensen bij elkaar komen om een glaasje
wijn te drinken en een beetje te keuvelen en zo, maar dat dat onder
het motto: ‘leesbevordering’ gebeurt, dat vond ik
best wel stuitend eigenlijk. De toegang is gratis begreep ik…?
63. Stefan en Joost: Nee, 30 gulden. [Antwoord op de vraag]
Giph: Hoeveel?
64. Stefan en joost: 30 gulden. [Herhaling van het antwoord op de vraag]
Giph: 30 gulden?! Oh, oh, dat is niet wat ze mij verteld hadden.
Nou ja, voor 30 gulden willen de mensen natuurlijk
heel veel gezelligheid. Maar wat ik niet begrijp van zo’n organisatie
is dat schrijvers ehm, sluits…sluitpost waren
eigenlijk…waar gaat nou zo’n festival om? Dat mensen in hun stoel
moeten kunnen zitten en naar teksten moeten
kunnen luisteren. Dat is toch het idee, en dat er ook nog wat muziek
is? Nou, dat je dan schrijvers tegen elkaar aan
gaat laten schreeuwen door in die hoek een podium, in die hoek en
boven en…een soort kakofonie van geluid. Ehm, ik
begon mijn voorleesbeurt en terwijl ik begon waren er zelfs 30 bejaarden
die opstonden en weggingen…
65. Stefan en Joost: Ja.
Giph: Godallemachtig zeg!
66. Joost: Vond je dat erg?
Giph: Hè?
66. Joost: Vond je dat erg?
Giph: Ja, dat vind ik erg. Ehm nou, dat is toch behoorlijk zonder
respect. Als je dan ergens zit en er komt iemand
voorlezen, en dan tijdens het voorlezen: (dit is leuk: met een ouwe
mannen stem…) ‘Ja we gaan er vandoor mensen,
we gaan d’r vandoor’.
67. Joost en Stefan: (Lachen ).
Giph: Nou, dat, dat, ik vond het, dat ligt niet aan die mensen, want
mensen zijn nou eenmaal onbeschoft, maar dat ligt wel aan de organisatie.
Ik heb ook festivals meegemaakt waar dat wel goed geregeld was. Crossing
Border
bijvoorbeeld, dat werkt veel beter. Daar zijn afgesloten zalen,
daar kom je er niet in tijdens het, de voorleesbeurt.
68. Stefan: (bijdehand!) nou moet ik zeggen dat dat vorig jaar ook beter geregeld was hoor…
Giph: HmHm
68. Stefan: Toen was dat dus wel…dat ging dan dicht en dan kon je er niet meer in.
Giph: Nou, dat vind ik goed, ja, dat vind ik goed. Want nu was het
een soort stationshal ehm, waar ik moest
voorlezen.
68. Stefan: Ja, inderdaad en het was sowieso ook veel te groot.
Giph: Veel te groot ja, en, en , ik had nog problemen met het geluid
en zo, dus het was niet zo leuk. Maar dat soort
festivals in het algemeen hou ik niet, hou ik niet van als ik heel
eerlijk ben.
De telefoon gaat. Ronald neemt op: ‘Met Ronald’.
Hé Toer… wie Toer is…? Joost mag het weten. Joost weet jij het?
Nee,
Joost weet het ook niet. Het is in ieder geval
wel een schrijver, want het gesprek gaat over dat de beller een grappig
stukje
heeft geschreven, want Ron moet er hard om lachen,
en het gaat ook over een best wel bekende schrijver, want Giph geeft
hem het advies om het stukje aan Joost (Zwagerman,
bekend van boeken als ‘Gimmick’, ‘Vals licht’ en ‘Het Jongensmeisje’)
te laten lezen, omdat hij daar meer kijk op heeft.
Jij zegt het Ronald… [Onvoorziene actie II]
Giph: Yes…
69. Stefan: Oké ehm, ik zag je vorig jaar bij Paul de Leeuw
inderdaad ehm, de rechten van ‘Phileine’ zijn
verkocht…Hoe staat het daarmee?
Giph: Nou, er worden twee boeken verfilmd: ‘Phileine’ wordt verfilmd
door Robert Jan Westdijk van ‘Zusje’ en van
‘Siberia’ en als het goed is dan gaat Kim van Kooten Phileine spelen.
Daar staat het eerlijk gezegd niet zo heel goed
mee in de zin van dat de scenarioschrijver het niet lukt een scenario
te maken.
70. Stefan: Bij het boek?
Giph: Hè?
71. Stefan: Bij het boek?
Giph: Bij het boek ja, ja…en kijk, ik dacht in mijn argeloosheid
dat gewoon het boek verfilmd zou worden`. Nee, dat,
moet helemaal veranderd worden: er moeten personages bij, er moeten
personages af en…
72. Stefan: Maar dat wil je natuurlijk niet…?
Giph: Nee, dat vind ik prima. Ze zoeken het maar uit, ze zoeken het
maar uit. Hoe meer ze er aan doen, hoe minder het mijn boek wordt dus,
kijk, Joost Zwagerman die heeft een boek verfilmd gehad, ‘Vals Licht’,
daar heeft ‘ie zelf mede
verantwoordelijkheid voor gedragen, nou, dat is het domste wat je
als schrijver kan doen. Het is een ontzèttend
slechte film geworden. En omdat ‘ie dus ook mede verantwoordelijk
was voor het script kon ‘ie niet zeggen van ‘ik
vind het niks’. Harry Mulisch heeft daar een wet voor opgesteld:
je moet je huid zo duur mogelijk verkopen. Dus je
moet zo duur mogelijk ehm, zorgen…dus je moet zorgen dat je zoveel
mogelijk geld krijgt. En dan daarna moet je je
handen er vanaf trekken. Dan moet je zeggen: ‘het is hun film, ik
heb er niks mee te maken’. En dat is ook de methode die ik gedaan heb.
Ze zoeken het maar uit.
En dan het tweede boek wat verfilmd wordt, wat veel verder is dat
is ‘Ik ook van jou’
73. Stefan: Die wordt ook verfilmd?
Giph: Die wordt ook verfilmd, en dat wordt gefilmd door Ruud van
Hemert. Dat is de man van ‘Schatjes’, van ‘Mama
is boos’. Nou goed, dat waren vroeger best wel goede films eigenlijk.
Hoe oud zijn jullie?
74. Stefan en Joost: Ik ben 19, 20.
Giph: 20, nou, toen ik ongeveer van jullie leeftijd…
75. Stefan en Joost: ik kan hem me nog wel herinneren. Dat is met die kinderen in dat huis…
Giph: Ja, ja…(lacht). Maar dat is dus, da’s al behoorlijk ver weg. Die hebben al…
76. Joost: Is er ook al wat over acteurs bekend?
Giph: Nee, nee. Nog helemaal niks. Ik heb het script gelezen en ‘hoe’
(heeft er zo zijn bedenkingen over, kreet van
afkeur).
77. Stefan: ‘hoe’? Hoe bedoel je?
Giph: Nou, personages erbij, en dingen verandert en iemand komt uit
België in plaats van uit Duitsland en op het eind
is helemaal…en iemand gaat dood op het eind wat in het boek niet
zo is. Nou ja, prima! Ze zoeken het maar uit.
78. Stefan: Oké…
Giph: ’t Maakt mij niet uit.
78. Stefan: Ehm, nou je hebt in korte tijd heb je veel verschillende
dingen geschreven: een toneelstuk, met Gérard
van Kalmthout…[Onafgemaakte vraag, lees door…!]
Giph: Hm Hm, een Nijmegenaar…
79. Stefan: Oh!
Giph: Ik weet niet of je…’Pianohandel Van Kalmthout’, ja? Nou dat is zijn vader.
80. Joost: Ja? Daar heeft mijn vader nog een keer gewerkt.
Giph: Daar heeft jouw vader gewerkt?
81. Joost: Ja…[Antwoord op de vraag]
Giph: Bij ‘Van Kalmthout’?
82. Joost: Ja.
Giph: Nou…
83. Joost: Maar dat is echt heel lang geleden hoor…
Giph: Hoe heet jouw vader?
84. Joost: Van Eupen.
Giph: Van Eupen…nou ik zal het aan Gérard vragen. Ik zie hem zo meteen dus…ik zal het vragen. Van Eupen, oké.
85. (vervolg op vraag 78) Stefan: Ehm, een toneelstuk dus, korte
verhalen en columns. Wat staat ons nog te
wachten?
Giph: Ik heb een boekje op stapel staan en dat heet ‘De voorzitter’.
Dat verschijnt in april volgend jaar en dat is een
boekje waar ik al twee hoofdstukken van gepubliceerd heb in ‘Hard
Gras’: een korte vertelling over een voorzitter,
een malafide voorzitter. Dat is een dun boekje, honderd tien bladzijden
ongeveer… En dan heb ik nog een roman op
stapel staan, die verschijnt eind volgend jaar en die gaat heten
‘Ik omhels je met duizend armen’, en dat is een…ehm…
86. Stefan: Zoeiets als ‘Phileine’ zeg maar…?
Giph: Ja, of meer zoiets als ‘Ik ook van jou’ eigenlijk. Het is wat gevoeliger, het is niet zo grof als ‘Phileine’.
87. Joost: Ben je daar een beetje overheen…?
Giph: Waar overheen, over dat grove?
87. Joost: …over dat grove?
Giph: Nee, nee, die ‘Voorzitter’, dat wordt weer erg grof. Maar,
kijk, ik ben…er wordt van mij vaak gedacht dat ik
een autobiografisch schrijver ben, dat is simpelweg niet zo. Ik
vind het gewoon prettig om vanuit verschillende kelen
dingen te roepen. En Phileine’s keeltje was nou eenmaal wat grof
besnaarder dan het keeltje van de schuchtere
Ronald uit ‘Ik ook van jou’. Maar ja, Fräser uit ‘Ik ook van
jou’ daar zou je kunnen zeggen, die lijkt meer een beetje
op Giph. En Giph is weer de broer van Phileine, dus het heeft wel
allemaal met elkaar te maken.
88. Stefan: Maar het is dus niet autobiografisch?
Giph: Nee, nee, nee.
89. Stefan: Er zit helemaal niks in…?
Giph: Nou, het is onmogelijk om woorden te gebruiken die je niet
kent of te schrijven over dingen die je niet op een
bepaalde manier hebt meegemaakt. Maar ik schrijf niet sec autobiografisch.
90. Stefan: Nee. Oké…
91. Joost: Ja, we hadden nog ehm…Over je optreden naar buiten…
Giph: Ja.
91. Joost: Dat ehm, beeld dat veel mensen van je hebben, dat moet je niet verkeerd opvatten…
Giph: Ja, neehee…
91. Joost: Maar wij zeggen dus ehm, ja, wij hebben een interview
met Ronald Giphart en ehm, klasgenoten
reageerden van ‘Ah nee, dat is een onwijze eikel!’ Wat vind je daarvan?
Hoe denk je dat dat komt?
Giph: Ja, ja, nou, dat is beeldvorming en dat is imago en dat is
ook een beetje de domheid van de mensen, als ik heel
eerlijk ben. Daar doe ik zelf natuurlijk aan mee. Heel, je baseert
je mening over iemand op basis van heel weinig
informatie: hoe iemand zich op televisie gedraagt of de dingen die
iemand gezegd heeft, of wat er over iemand gezegd
wordt. Ik neem het allemaal voor kennisgeving aan, in die zin dat
het niks met mij…als iemand mij, zonder dat ‘ie mij
kent, een eikel vindt, dat zegt meer over die persoon dan dat dat
iets over mij zegt. Misschien ben ik wel een eikel,
maar ik vind je mag iemand een eikel vinden op basis van, zeg maar,
een weloverwogen oordeel. En ik ben een eikel,
ik ben arrogant, ik ben een geilneef, ik ben oversekst, ik ben yup.
Nou, ik laat het me allemaal maar zeggen.
92. Stefan: Ja, nou er was gelukkig (?) ook nog iets positief hoor…
Giph: Oh, gelukkig…
92. Stefan: We zaten gisteren in de computerzaal en daar zat een
meisje naast ons en we zeiden dat we je
interviewden. En die viel zo wat flauw, dus…dat is ook nog wel ehm…
Giph: Nou, op zich is, slaat dat ook nergens op, want ik maak het
ook wel eens mee dat mensen helemaal diep onder
de indruk zijn…nergens voor nodig, want het enige wat ik doe is
dat ik in m’n werkkamer boven (wijst naar het
plafond) boeken zit te schrijven. En dat ik het soms op een leuke
manier weet te schrijven dat is een eigenschap nou ja, daar heb ik hard
voor moeten werken voordat, voordat dat gelukt is, maar dat is nou niet
iets om als persoon goed om gevonden te worden.
93. Stefan: Nee…
Giph: Maar ik probeer altijd wel in mijn omgeving om te gaan met
mensen die ehm, voor wie het echt alleen maar
gewoon werk is. Mijn schrijven is mijn wèrk…
94. Stefan: Ja…
Giph: En ik houd niet van mensen die of onder de indruk, of juist niet onder de indruk maar dan dermate niet onder de indruk dat ze gaan schelden, daar hou ik me eigenlijk zo ver mogelijk van.
95. Joost: Maar zie je je werk dan niet als kunst?
Giph: Ik zie mijn schrijven wel degelijk als kunst…ehm
96. Joost: Omdat je zegt: ‘het is máár mijn werk.’
Giph: Nou het is niet máár mijn werk. Het is mijn werk
Het is wat ik dagelijks doe. Ik ben iedere dag met schrijven
bezig. Maar…ik vind het wel, het is wel literatuur. Maar als literatuur
betekent…mensen hebben altijd een heel dòm
beeld eigenlijk van literatuur, dat literatuur een soort plaatsvervangende
godsdienst is, dat je op een gegeven moment
als roeping voelt dat je moet gaan schrijven, en dat alles wat je
in je leven meemaakt in het teken moet stellen van de
heilige plicht die je hebt om te schrijven. Nou, sorry maar met
zó’n heilige plicht kan ik niet leven.
97. Stefan: Maar je schrijft met Bert Natter, daarmee heb je zo’n soort club opgericht waar jullie toch wel helemaal idolaat zijn van de literatuur…
Giph: Ja, dat boek is overigens wèl autobiografisch, dat we
helemaal idolaat waren van de literatuur, ja inderdaad.
Dat ben ik geweest en dat ben ik op een bepaalde manier nog steeds,
maar ik ben er inmiddels achter, en het heeft me
een aantal jaren gekost, dat literatuur…het enige waar literatuur
(pakt uit zijn immense boekenkast een dik boek waar hij heftig in begint
te bladeren) om gaat, is zeg maar het eindproduct. Deze taal (wijst op
de bladzijden uit het boek).
En hoe dat nou gedrukt is en of de schrijver ervan een lul is, of
bij welke uitgever het verschijnt of wat voor impact
het heeft of dat een schrijver de literatuur als iets heiligs ziet,
of ‘tie het zelf kunst vindt of niet, of dat de schrijver
maar doet van ach…’t is maar m’n werk… Het enige waar het om gaat
in de literatuur is deze bladzijden (bladert door het boek), de tekst.
98. Stefan: Ja…
Giph: En al het andere eromheen, alle festivals in Rotterdam waar
iedereen met glaasjes wijn gezellig staan te
keutelen, heeft allemaal níets te maken met dit (wijst wederom
op het boek), dit is waar het om gaat. En ik ben iedere
dag bezig, als ik zit te schrijven schrijf ik per dag één
zo’n bladzijde, nou, en dan heb ik m’n werk weer…
99. Stefan: Per dag één bladzijde…?
Giph: Per dag één bladzijde, nou goed, ik schrijf per
dag zeg maar vijf bladzijden, maar uiteindelijk blijft er eentje
van over na schrappen en schrappen en schrappen…nou ik denk dat
ik per uur zeg maar, zo’n alinea (wijst op alinea
in het boek) daar doe je drie uur over ofzo…
100. Stefan: Word je daar nou niet ontzettend gefrustreerd van, dat dat helemaal niet opschiet?
Giph: Nee, juist niet. Ik schiet heel erg op. Als je iedere dag een
bladzijde schrijft dan heb je driehonderd bladzijden
per dag, of per, per, per jaar, of driehonderd vijftig bladzijden
per jaar, dan heb je een behoorlijke roman bij…
101. Stefan: Een behoorlijke pil…
Giph: Nee, juist niet. Dat is nou…Ik denk dat je moet leren op een
gegeven moment, als schrijver zijnde, leren is dat
het heel erg langzaam gaat en dat je heel veel moet herschrijven
en dat je…Ik heb een keer meegedaan aan een
onderzoek van de Hogeschool van Utrecht, een schrijfonderzoek. Dat
was van de Faculteit van ehm, dramaschrijven
of iets dergelijks…het zit in ieder geval op het Jansveld, ergens
daar in de buurt. Je hebt twee soorten schrijvers: de
amateur schrijvers en de, zeg maar de professionals, de mensen die
het voor hun werk doen. De amateur
schrijvers…als je schrijven onderverdeeld in twee fasen: in de eerste
fase neemt een amateur schrijver het witte vel
heel erg serieus. Hij gaat heel lang nadenken van: ‘wat ga ik opschrijven?’,
‘Hoe ga ik het vormgeven?’ Nou, met heel veel respect voor wat ‘ie uiteindelijk
opschrijft. Terwijl een professionele schrijver in eerste instantie heel
makkelijk
begint. Gewoon, nou, waar gaan we het over hebben, dit en dat, beginnen
met typen, blabla. In de tweede fase dan zijn amateur schrijvers heel snel
tevreden, van nou, wat ze in die eerste fase geschreven hebben. Dus die
herschrijven dat
eigenlijk niet, terwijl professionele schrijvers in die tweede fase
heel streng zijn op wat ze in die eerste fase hebben
geschreven. Dus heel veel schrappen, opnieuw beginnen, omwisselen,
nog een keer omwisselen, nog een keer
schrappen, nou, het eindresultaat is van die professionele schrijvers,
wat dus herschreven en herschreven is, maar wat
in eerste instantie makkelijk tot stand kwam, dat dat uiteindelijk
beter is, of lekkerder loopt, of geramder in elkaar zit,
dan wat een amateur schrijver in elkaar zet. Dat kan je dus…dat
is een procedure die je jezelf kan aanleren, dat is:
niet bang zijn bij het schrijven. Beginnen en gewoon…ehm, nou beginnen,
in ieder geval opschrijven. Iets dat iemand
gezegd heeft: opschrijven. Een telefoongesprek tussendoor, je hoort
een mooi woord: opschrijven. Gewoon openstaan. Alsof je zeg maar, drugs
gebruikt…dat moet je vooral niet doen, maar ehm, alsof…het lekker laten
stromen.
102. Stefan: Ja.
Giph: En dan daarna…herschrijven, herschrijven. En dan hou je uiteindelijk
één bladzijde per dag over, als je met
zo’n methode te werk gaat. Dus ik schrijf iets van vijf, zes bladzijden
dus dat gaat best lekker en vlot, alleen dan komt
het herschrijven en dat is een hele moeilijke periode.
103. Stefan: ja, inderdaad: uitzoeken wat er dus uiteindelijk op die bladzijden komt?
Giph: Ja, dat is het.
104. Stefan: En dan wordt het ook achteraf, als je dan zeg maar een
aantal bladzijden hebt geschreven met
schrappen en schrappen en schrappen, wordt het achteraf nog een
grote schrap…of is dat dan af?
Giph: Dat kan. Soms kan je iets waar je vijf dagen over gedaan hebt,
kun je in één keer helemaal schrappen. Dat kan. En… jij vraagt
van vind je het kunst wat je maakt? Nou, ik weet niet of het kunst is,
maar ik weet wel dat…waar je
heel veel zorg en aandacht aan besteedt en waar je ook de moed hebt
om bijvoorbeeld als je een beeld aan het houwen bent om rigoureuze beslissingen
te nemen. Nou, dat moet ik vaak, vaak doen. En dat is iets wat ik geleerd
heb in het
ziekenhuis waar ik ’s nachts werkte: om heel veel tijd erin te investeren.
En dat is echt een, een, een, nou niet een
gave, dat is een groot woord, maar dat is een gift, als je dat kan,
als je heel lang met jezelf alleen moet zijn. Dat
is…voor mij betekent schrijven dat ik heel veel met mezelf alleen
opgesloten ben op m’n kamer. En dat moet je echt
kunnen.
105. Stefan: En dat vind je omgeving ook niet ehm…
Giph: Jawel, mijn omgeving vindt dat niet altijd even leuk, maar
dat is …en nog steeds schrijf ik ’s nachts. Maar, ook
dit verhaal…als er schrijvers zijn die gewoon op een vrijdagmiddag
in de trein eventjes wat bij elkaar pennen en het
wordt een mooi eindproduct, dan is dat natuurlijk ook goed. Maar
het gaat uiteindelijk om wat…
106. Stefan: …Om wat het eindresultaat is.
107. Joost: En in de etalage van De Bijenkorf? Ik weet niet of je
dat kent, dat heb ik ook wel eens gezien. Daar zit
dan een schrijver en die zit dan…
108. Stefan: Theodor Holman was dat.
Giph: Theodor Holman ja. Ja, dat is toch grappig.
109. Joost: maar…?
Giph: Nou ja, als het een heel mooi eindproduct oplevert vind ik
het de moeite waard. Als het alleen maar een
gimmick is, nou, dan hoeft het van mij niet. Maar…Holman is een
goeie schrijver dus…
110. Stefan: Dan kan het?
Giph: het zijn leuke experimenten, alleen uiteindelijk wat er overblijft
als we doodgaan dan zijn het de teksten, en dan
is het niet het idee dat het ontstaan is in de… ik heb ooit, ik
schrijf soms met de computer, soms met de pen, soms
thuis, soms bij anderen, ’s ochtends, ik bedoel, ik kan op ieder
moment schrijven, en dat doet allemaal niet ter zake.
Harry Mulisch die zegt dan dat ‘ie met een vaste vulpen…een ritueel,
nou, good for him, hartstikke leuk dat dat zo is,
maar het is allemaal gelul. Het gaat uiteindelijk om wat er uit
komt. Joost Zwagerman heeft ook zo’n onzinverhaal dat ‘ie ‘Gimmick’, heeft
‘ie op groen papier geschreven. Nou, good for him, maar ’t slaa… ik bedoel,
’t is gelul! Als dat
een katalysator is voor… nou goed, als ik ’s nachts ga schrijven
begin om 1 uur en als het vijf vóór is dan wacht ik
nog even. ‘Nee ik ga om één uur schrijven’, ook gelul
want waarom zou ik niet om vijf vóór kunnen schrijven? Het
zijn gewoon kleine ritueeltjes maar…
111. Stefan: het zit er gewoon in.
Giph: Het zit er gewoon in.
Toen gebeurde er iets onverwachts; de ‘Digital
Recording Walkman’ van Stefan viel uit. Dat wil zeggen: het tapeje was
op. Er
moest even een kleine pauze ingelast worden om
dit technische probleempje te verhelpen. Giph praatte gewoon verder.
[Onvoorziene actie III]
Giph: Ik word liever een klootzak gevonden, ehm…in 'Phileine' staat een uitspraak … hij staat aan hè?
112. Stefan: ja hij staat aan.
Giph: Anders zit ik hier prachtige dingen te vertellen. In 'Phileine'
staat ‘It’s better to be hated for what you are, then
to loved for what you’re not’, het is dus beter om gehaat te worden
voor wat je bent, dan geliefd te zijn voor wat je
niet bent. Nou, ik heb soms dat als ik op scholen kom dat er een
groepje fans, echte diehards, nou die hebben van mij
een beeld geschapen dat ik niet ben. Ik bedoel, ik ben niet het
symbool dat ze daar kweken …
113. Stefan: maar je bent toch wel, euh ja een van de, de jongere
generatie die wordt de generatie nix genoemd, je
bent toch wel zo’n schrijver.
Giph: Ja dat kan best, en als mensen het nodig vinden om mij op een
voetstuk te plaatsten dan moeten ze dat doen,
alleen het is wachten tot ik van dat voetstuk val. Als ik ergens
op een school kom hoor ik: ‘Jözus is dat ‘m nou?’. Zo
van het beeld dat ze van mij gemaakt hebben van: alles neukende
superhengst die eventjes binnenkomt. Nou dat ben
ik niet, wat dat betreft ben ik een positief ingestelde christen
die braaf z’n werk doet. Bij wijze van spreken, ik ben niet
echt Christelijk maar….
114. Stefan: Bij wijze vàn.
Giph: Bij wijze van. Ik ben niet mijn hoofdpersonages. Dat mijn hoofdpersonages vervelende mensen zijn, dat Phileine een vervelend meisje is, dat staat buiten kijf…
115. Stefan: Maar ze heeft ook een aardige kant.
Giph: Ze heeft ook een aardige kant, dat hoop ik wel, zo heb ik het
wel geschreven. Maar als mensen nou eenmaal
besloten hebben dat je een klootzak bent, dan kan je daar niks meer
aan doen. Ik ben hier op dat lezersfeest in Utrecht of hoe dat ook heet,
van die jonge mensen. Ik was er niet omdat ik het buitenland zat, en dan
hoor je dat vijf van de
tien schrijvers euh, ja wat vind je van de literatuur in Utrecht?
Ja, nou Giphart is een klootzak! Nou, oké ik ben een
klootzak waarschijnlijk. Ehm, ik schrijf er niet anders om of zo.
Ik zal niet proberen aardiger gevonden te worden in
m’n teksten. En ook, toen ik twintig was, was mijn grote frustratie
dat, en dat heb ik ook in Planeet opgeschreven, dat schrijvers geen betere
mensen waren dan niet-schrijvers. De niet-schrijvers dat waren allemaal
kapitalistische
klootzakken en schrijvers die waren oprecht maar met een ding bezig
en dat was met goeie boeken en dat waren
betere mensen. Nou, toen ik twintig was, tweeentwintig, toen kwam
ik er langzamerhand achter dat dat niet zo was.
Dat schrijvers net zulke vervelende rotzakken waren als…
116. Stefan: is dat als ze bij dat kasteel zijn als ze …‘De beste schrijver van Nederland.’
Giph: Inderdaad! Dat verhaal heb ik daar uiteindelijk over gemaakt,
heb ik daar een sprookje van, samen met Bert.
Maar dat verhaal van Jeroen Brouwers, al die clubjes, en dat de
literatuur ook zo’n humorloze plek is en nog steeds…
vooral op het moment dat de wetenschap zich met de literatuur gaat
bezighouden één van de…voor mij is één van
de
belangrijkste punten van literatuur, ook waarom ik lees, dat het
me iets over mezelf leert, dat literatuur op een
bepaalde manier een afspiegeling is van het leven en dat dat een
soort spiegel is. En het leven daarin zijn een aantal
dingen heel erg belangrijk: de liefde, verliefdheden, dood, vriendschap,
humor hè, de leukste dagen die we ons
herinneren, de leukste feesten zijn de feesten waarop we goed gelachen
hebben. De leukste etentjes, als er ontzéttend
goed gelachen is nou, ik vind als literatuur een afspiegeling van
het leven hoort te zijn, en de literatuur pretendeert dat ook, dan moet
humor een grote rol spelen in literatuur. Nou, sla de Nederlandse literatuur
er eens op na en…boeken
waarin gelachen wordt. Nou, dan houdt het héél snel
op.
117. Stefan: Ja…
Giph: Nou goed, Harry Mulisch heeft een aantal boeken geschreven,
ook dat laatste boek weer, nou…hier en daar…zít er n’s een grapje
in, oké…met moeite moet je ze zoeken. Maar boeken waar echt…waarin
de humor…als ik met m’n
vrienden ga stappen, dan zitten we om te lachen (klapt in z’n handen),
ik bedoel dat is ons doel, daar gaan we voor.
Daar drinken we bij, maar het gaat om de bakken, om het lachen.
Ik zit bij een herenclubje dus we komen één keer per maand
bij elkaar en dan moet er gewoon gelachen worden. Ook gewoon als ik met
m’n vriendin televisie aan het
kijken ben, naar een mooie film, maar ook als we iets opzetten als
Jiskefet of zo, nou, dan wil ik gewoon vermaakt
worden. Die eis die stel ik aan literatuur ook en nou, ik vind dat
daar veel te weinig boeken…ehm…zijn om om te
lachen. Kees van Kooten dat is een uitzondering (klapt wederom in
z’n handen) en Herman Brusselmans en Tom
Lanoye, maar dan houdt het wel een beetje op. Zelfs Joost Zwagerman.
‘Gimmick’ was een ontzettend leuk boek,
maar daarna hoedt het niet over moet ik eerlijk zeggen. En zelf
probeer ik boeken te schrijven waarin wél…
118. Stefan: gelachen kan worden…
Giph: …gelachen kan worden. En op het moment dat je dat doet, dan
word je onmiddellijk weer neergezet als: ‘aha,
dus niet serieus te nemen’. Ah, boeken om te lachen daar kan…humor
staat altijd in hiërarchie onder ernst als je dat
aanbrengt. Nou, dat is het mooie van deze tijden wel, dat de hiërarchie
tussen de dingen een beetje aan het vervagen
is. Dus, tegenwoordig…het was tien jaar geleden écht uitgesloten…tegenwoordig
kan je een literair tijdschrift over
voetbal. Nou, als je dat tien jaar geleden had voorgesteld dan werd
je verketterd.
119. Stefan: uitgelachen in je gezicht…
Giph: Ja, nou echt. En dat begint al te veranderen. Hé, hoeveel
hebben jullie nog nodig (kijkt op z’n horloge)? Tien
minuten?
120. Stefan: Ja, we zijn bijna klaar, we zijn er bijna door.
Giph: Goed zo (grinnik).
121. Stefan: Misschien nog eventjes iets over de politiek…hoe zit
het daarmee? Je bent lijstduwer geweest van
Leefbaar Utrecht…
Giph: …van Leefbaar Utrecht. Nou, ik ben inmiddels actief binnen
de partij, dus ik ben vice-voorzitter van de partij.
Dat betekent dat ik in het bestuur zit en wij er een beetje de zorg
voor dragen dat de fractieleden, want we zijn de
grootste partij, dat de fractieleden hun werk goed doen. Ik ben
nog steeds actief binnen…jullie wonen in Utrecht? (De
rollen worden omgedraaid…!).
122. Stefan: Nee. [Antwoord op de vraag]
123. Joost: Ja, in Zeist…[Antwoord op de vraag]
Giph: Zeist, oh ja. Nou, in Utrecht is het zo dat de democratie…de
democratische procedures echt niet werken. Er
worden hier, er zijn hier hele enge, vervelende, kapitalistische
dingen aan de hand. En ik ben nog steeds erg links, ik
kom oorspronkelijk uit een links nest en ik vind dat de PvdA in
Utrecht, dat is een lachertje. Dus vandaar dat ik ehm,
bij Leefbaar Utrecht gegaan ben.
124. Stefan: En dat bevalt nog steeds?
Giph: Ehm, ja. Zolang we niet in de coalitie zitten, niet in het
college zitten, hebben we weinig in de melk te brokkelen.
Maar er zijn hier over ander half jaar weer verkiezingen vanwege
de gemeentelijke herindelingen, en we zijn al de
grootste partij en we hopen dan écht terug te komen met nóg
meer zetels.
125. Stefan: En gaat dat lukken denk je?
Giph: Nou, de voortekenen zijn goed. Dus.
126. Stefan: Oké…
Giph: Ja, het heeft helemaal niets met mijn schrijverij te maken
maar ik, omdat ik dus echt uit een heel politiek nest
stam, mijn moeder was Tweede Kamerlid en m’n vader was vakbondsbestuurder,
dus ik stond verstéld van hoe het er
hier in Utrecht aan toe ging. Het is echt ongelooflijk hoe de inspraak
hier is. Ik ben één keer naar een inspraakavond
geweest, en daar kregen we een rode en een groene kaart. Dan mocht
je meestemmen. Daar kregen we vragen als (op
een lijzige toon…) ‘Utrecht ligt in het centrum van het land…’,
vraagteken. Dus dan had je een rode kaart… ja of nee, of je het daarmee
eens was of niet (lacht). Nou, dat was de inspraak in Utrecht.
127. Stefan: Ja, dat zegt wel wat.
Giph: Ja, heel, dat is niet je kiezers echt heel erg serieus nemen.
127. Stefan: Nee, inderdaad. Ehm, even kijken, tot slot dan…
Giph: Ja…
127. Stefan: Je bent gestopt met je studie Nederlands…
Giph: Ja.
127. Stefan: …om je in het schrijversschap te storten…[Onafgemaakte vraag, zie vraag 130]
Giph: …en ook en ook, nou moet ik wel heel eerlijk zijn, omdat het
mij…het doenbeeld dat ik voor ogen had was dat ik ehm, nou aan de universiteit
zou blijven hangen, dat zou ik nog niet eens zo heel erg vinden, maar dat
ik leraar
Nederlands zou worden. Dat is ook gebeurd met veel van mijn studiegenoten.
Nou, dat was wel een schrikbeeld dat
ik…ik weet niet of jullie leraar Nederlands willen worden (lacht)?
128. Stefan & Joost: (lachen) Nou… [Antwoord op de vraag, min of meer]
Giph: Maar dat was meer omdat ik al bedacht had dat ik schrijver
wilde worden. En ik dacht echt van, als ik nou niet
wat doe, dan… want ik had zelf een leraar Nederlands, een hele goeie.
Maar er zaten ook nog andere leraren
Nederlands bij mij op school waarvan er eentje ook schreef en zo,
maar dan héél zielig en heel klein, en ik dacht echt
‘Oh nee dat wil ik niet, dat wil ik niet’. Misschien als het schrijven
niet lukt dat ik leraar Nederlands wil worden en dat
ik er dan heel veel plezier in zal hebben, maar ik wil eerst geprobeerd
hebben of ik schrijver kan worden.
129. Stefan: en dat is aardig gelukt…
Giph: Dat is aardig gelukt, godzijdank.
130. Stefan; en wat raad je ons aan?
Giph: Ik weet niet wat jullie willen worden.
131. Stefan: nou, leraar Nederlands toch wel. [Antwoord op de vraag]
Giph: Toch wel? Nou, dan moet je het gewoon doen. Kijk, het lijkt
mij op zich, lijkt mij dat…dat was mijn tweede
keus, leraar Nederlands. Mijn eerste keus was schrijver en als dat
niet zou gaan lukken ging ik leraar Nederlands
worden. Maar liever op de universiteit dan op de Hogeschool… Maar
jullie hebben geen schrijfaspiraties?
132. Joost: Ja, jawel, maar…(lachen) daar kunnen we beter nog maar niet over… [Antwoord op de vraag]
Giph: Maar jullie zijn, jij bent twintig…nou ja…
133. Joost: Ja. Maar dan moet ik toch maar gauw gaan beginnen.
Giph: Ach, nee jôh. Ik ben begonnen echt, echt begonnen op
mijn zeventiende, en van mijn zeventiende tot m’n ehm,
vierentwintigste heb ik vooral heel hard geroepen dat ik schrijver
was en schreef ik één keer per maand nou, een
A4’tje of zo. Ik denk dat ik nu in een week meer schrijf dan ik
tussen m’n zeventiende en m’n vierentwintigste heb
geschreven. Dat is gewoon, ja, schrijver zijn daar moet je voor,
goed het gaat om het eindproduct, maar je moet
natuurlijk wel wat hebben meegemaakt.
134. Stefan & Joost: Ja, ja ja.
Giph: En je moet wel ontzettend veel gelezen hebben, dat is heel belangrijk.
135. Stefan ja, dat is natuurlijk om ehm, te zien hoe het werkt…?
Giph: In eerste instantie om woorden te leren kennen gewoon. Je kan
alleen maar woorden leren kennen door heel
veel te lezen. En om zinswendingen te leren en stijlfiguren te leren.
Nou, dat leer je door heel veel te lezen. Ik geloof
niet, sterker nog, ik heb een hékel aan mensen die zeggen
van (op de bekende en heerlijke lijzige toon…): ‘Ja, ik lees
niet, want dat zou mezelf alleen maar beïnvloeden. Nou, wie
dat zegt is gewoon echt dom. Een topkok (voorbeeld,
voorbeeld, voorbeeld!!!) die niet wil oefenen, niet wil eten ergens
anders en niet naar de markt wil om te kijken wat
voor producten er zijn, dat zal nooit een goede kok worden. Je moet
gewoon…net als een topsporter, niemand kan
zonder enige training of naar andere wedstrijden gekeken te hebben
in het Nederlands elftal terechtkomen. Daarvoor
moet je oefenen, oefenen, oefenen. Nou, schrijven is voornamelijk
heel veel oefenen. Maar de basis ligt in de periode
waarin jullie zitten. Jahááá…
136. Joost: (Schatert het uit!) [Hij kon zich niet beheersen]
Giph: Een plan uittrekken. Ik heb een plan uitgetrokken echt…
137. Stefan: Je bent echt op je zeventiende…dit ga ik doen, dit ga ik doen en dan…?
Giph: Ja, nou uiteindelijk is het allemaal sneller gegaan dan in
m’n plan. Volgens mijn plan zou ik op mijn dertigste
debuteren. Nou, dat werd uiteindelijk op m’n vijfentwintigste. Maar,
dat kwam door Joost Zwagerman, want die
ehm…
138. Stefan: …heeft je geïntroduceerd?
Giph: Nee, juist niet, die riep in de kranten, die was tweeëntwintig
toen hij debuteerde van ehm (doet ‘m na) ‘In eerste
instantie wilde ik pas laat debuteren’. En toen dacht ik: ‘nee,
ik ben nú jong, ik wil nú schrijven. En daarom heb ik
schijt aan al die oudjes die pas op hun vijfendertigste debuteren,
ik wil nú debuteren’. En toen dacht ik wow! Jeetje.
Als hij dat kan, dan wil ik dat ook.
139. Stefan: da’s een groot voorbeeld Joost Zwagerman?
Giph: Zwagerman is een voorbeeld, jaháááá! Absoluut! Absoluut.
140. Stefan: dat is met ‘Hamerliefde’ (de theatervoorstelling die
hij samen met Zwagerman doet, red.) ook wel
bewezen?
Giph: Nou, nu staan we min of meer op gel…Nou, even kijken, we zijn
nu toch bijna leeftijdgenoten maar in het begin, toen ik nog studeerde
en hij bij ons op de faculteit langskwam om over zijn roman ‘De houdgreep’
te praten, toen had
‘ie ‘Gimmick’ nog niet eens geschreven, nou, ‘De houdgreep’ is een
hartstikke leuk boek, ik weet niet of je het gelezen
hebt, maar daar spat het plezier vanaf. En dat is met Joost Zwagerman
weer een beetje opnieuw geïntroduceerd, dat
schrijvers die echt er van hielden, gewoon het lekker vonden om
te schrijven. En dat is ook waarom ik schrijf, een van de redenen is, dat
het me zo ontzéttend veel voldoening geeft. Als ik eenzaam achter
m’n computertje zit en dan
plotseling komt er een idee dat ik van tevoren niet had opgeschreven,
of een grap die ik van tevoren niet had bedacht,
nâh, dat is kícken man! En dan echt…Jezus, dit is leuk,
dit is leuk, en dan maak ik een printje en dan…(lacht in z’n
knuistjes)…dit is echt leuk. En dan een slokje water drinken, nou,
en dan nog een gemene grap eroverheen, en oh, nou
dan, dat geeft zo’n kick, dat je echt denkt van ‘Jezus, wat ben
ik een ontzéttend leuke jongen’.
141. Joost & Stefan: (Gieren van het lachen).
Giph: Nou, dat klinkt arrogant en dan ben je een eikel, maar toch
is dat een oergevoel! Van ik ben leuk, ik is goed, dit
is goed. Goed, de volgende dag als ik het overlees is het vaak minder
leuk dan ik het ’s nachts vond, dus dan schrap ik
het weer, maar dat oergevoel dat blijft gewoon. Dat is een héérlijk
gevoel dat je met iets bezig bent dat je…(lacht in
zijn knuistjes). Nou, dat moet de basis zijn. (Deur gaat open, vriendin
komt kamer binnen) "Right on, wij gaan
stoppen!’
142. Stefan & Joost: Ja oké, maar we hebben nog iets heel belachelijks…
Giph: Ja?
142. Stefan: Ja, als je nou zou moeten kiezen hè…
Giph: Ja…
142. Stefan: …en je moet perse kiezen, zonder te aarzelen…
Giph: Ja…?
142. Stefan: …en het leven van diegenen die je dierbaar zijn hangt
ervan af…wat zou je dan kiezen: volle- of
halfvolle melk?
Giph: (lacht). Halfvolle melk.
143. Stefan: Waarom?
Giph: nou, eigenlijk, kijk, verstandelijk gezien zou ik…
143. Joost: (geeft de door ons meegebrachte pakken ‘Domo lang lekker’-
melkpakken, één vol en één halfvol.
Deze pakken slaan op een passage uit ‘Phileine zegt sorry’ en wordt
gebruikt ter ondersteuning van een sketch in
het programma ‘Hamerliefde’). [Voorziene actie I]
Giph: (lacht harder…)…Verstandelijk gezien zou ik kiezen voor volle
melk, want daar zit namelijk een stof in, een
soort gezonde stof (hij weet ook overal wel weer iets vanaf hè,
die Giphart) die in halfvolle melk eruit gefilterd is,
maar het vetpercentage van halfvolle melk is weer ehm, beter, dus
ja, en als je dertig word, bent, dan tellen dat soort
dingen mee. Dus ik ben overgeschakeld van vol op halfvolle melk.
144. Stefan: Bedankt voor deze nuttige informatie. (Geeft ook nog
een flesje wijn: Chouvignon 1997) [Voorziene
actie II].
Giph: Nou, hartstikke goed jongens!
144. Stefan: …En bedankt voor je tijd en succes.
Giph: Ja, jullie ook!
145. Stefan: Bedankt.