THE BIG NOTE

OVERPEINZINGEN ROND ZAPPA EN VARESE

"Everything in the Universe is made of one element, which is a note, a single note. Elements are really vibrations you know. With your extentions of the Big Note, EVERYTHING IS A NOTE.

(Zappa, Lumpy Gravy)

Eigenlijk zou dit artikel 'Frank Zappa, de reincarnatie van Edgard Varese?' hebben geheten. De vraag zou kort en afdoend met een eenvoudig 'nee' beantwoord zijn. De mogelijkheid was er niet - Varese stierf toen Zappa 25 was - je moet in reincarnatie geloven en daarom ook is de vraag niet goed gesteld. Einde verhaal? Nee, dat ook weer niet; er zijn toch teveel overeenkomsten om zomaar aan voorbij te gaan.

Na zijn kennismaking met de muziek van Varese verhuist de plastic pick-up-met-de-luidspreker-in-de-bodem van de plek naast moeders strijkplank naar Zappa's teenage-room om daar nooit meer vandaan te komen. De plaat wordt onophoudelijk gedraaid, interessante passages worden met krijt gemarkeerd (dat deden disc-jockeys in die tijd ook) en vrienden krijgen de plaat als een soort intelligentietest voorgeschoteld. Het is heel goed voor te stellen dat je over muziek waar je helemaal weg van bent meer wil weten, er meer van wil hebben en erover wil lezen (vandaar ook Black Page, nietwaar?). Ook Zappa gaat op zoek naar boeken en ander materiaal van/over Varese, maar vindt echter bar weinig: een enkel boek, hier en daar wat losse artikelen. In de loop van zijn leven zal hij blijven zoeken en meer en meer informatie vinden. Net zoals ik nu boeken van en over Zappa verslind, analyseer en dat vervolgens weer met zijn muziek vergelijk, enz., zo heeft Zappa dat ook met Varese gedaan. Zo verwonderlijk is het daarom niet dat er heel wat invloeden van Varese's muziek en ideeën in Zappa's muziek en ideeën terug te vinden zijn.

Zappa had, na de hevige kennismaking met Varese's muziek, kunnen kiezen voor een 'loopbaan' in de klassieke muziek, maar zijn afkeer van scholen en (net als Varese) de behoorlijk gestructureerde klassieke muziekwereld hebben dat idee in de kiem gesmoord. Ook de tijd speelt een belangrijke rol: in de jaren 50 is eigenlijk voor het eerst in de Westerse geschiedenis een duidelijk herkenbare jeugdcultuur in opkomst (als reactie op o.a. de overvloedige levenswijze van hun ouders, wat weer een reactie was op de 2e wereldoorlog) en rock 'n roll is daar een expliciet voorbeeld van. Of Zappa dat nu wil of niet en er zich op dat moment wel of niet van bewust is, hij zit middenin die cultuurverandering en doet in eerste instantie, ook met zijn eerste bands, niet veel anders dan de populaire muziek van dat moment naspelen. Louie-Louie is mede daardoor de Zappa-geschiedenis ingegaan als een vreselijk muziekstuk. Wellicht zag Zappa het naspelen in eerste instantie als een leerschool; het idee voor meer gecompliceerde muziek moet hem toch al na de kennismaking met Varese beziggehouden hebben.

Stimulerender is natuurlijk de periode in studio-Z geweest; een periode waarin hij in feite de basis gelegd heeft voor het latere Mothers geluid. Een periode waarin hij stukken schreef als 'The World's Greatest Sinner', 'Run Home Slow' en werkte aan iets als 'Opus 5'. Ook zijn 'Bicycle Concerto for Two' komt uit deze periode. Werk uit de studio-periode is later (fragmentarisch) op plaat verschenen (o.a. het thema van 'Holiday in Berlin' en ook stukken van 'Duke of Prunes'). Heel duidelijk is Zappa bezig zijn eigen stijl te zoeken. Daarbij moet hem een eigen geluidswereld voor ogen hebben gestaan (de geluidswereld van Varese?) en komt zijn voorkeur voor slagwerk/percussie en elektronica bovendrijven; beide Varese-aandoende invloeden. De voorkeur voor elektronica vinden we al op zijn eerste lp's terug (Freak Out, Money) en later in het gebruik van de Synclavier. Zijn voorkeur voor slagwerk/percussie wordt eigenlijk pas op Uncle Meat hoorbaar. Het latere 'Black Page' is in feite niets minder als Zappa's 'Ionisation'. Dat hij iets met drummers heeft is ook vanaf Uncle Meat te horen. Opmerkelijk is de rol van de drums bij gitaarsolo's; een niet te missen element van ritmische spanning, op een ideale manier aansluitend bij Zappa's gitaarsolo's (luister maar eens naar de vaak ongelooflijke interacties tussen Zappa en Chad Wackerman b.v. (Guitar)). Een ander essentieel spannings-element zijn de voortdurende maatwisselingen; zeker in het begin in de door vierkwartsmaten gedomineerde rock ('n roll) een opmerkelijk gegeven, Zappa daarover: "Son of Suzy Creamcheese (Absolutely Free) took a year to learn how to play. You know why? The time, the time - it's fantastic. It's four bars of 4/4, one bar 8/8, one bar 9/8 - OK? And then it goes: 8/8, 9/8, 8/8, 9/8, 8/8, 9/8, then it goes 8/8, 4/8, 5/8, 6/8 and back to 4/4 again." Suzy vormt daarmee in zekere zin de basis voor de steeds complexer wordende ritmen, die behalve Zappa's klankkleur en teksten, wellicht het belangrijkste element in zijn muziek vormen.

Net als Varese zal Zappa blijven zoeken naar een heel eigen geluid en net als Varese blijft Zappa zijn nummers herschrijven en bewerken. Niet alleen perfectioneert hij zijn muziek, Zappa blijft ook zoeken naar betere muzikanten en betere apparatuur. Net als Varese is Zappa in het begin gehandicapt door apparatuur; de 5-sporen recorder uit Studio-Z was voor die (mono-)tijd een unicum (er waren alleen professionele 4-sporen recorders - 24 of 48-sporen recorders bestonden nog niet). Op Uncle Meat wordt veel gebruik gemaakt van V.S.O's met dank aan ene Moog. Het bleek niets minder te zijn dan de voorloper van de Moog synthesizer van Robert Moog. Jazz from Hell is de eerste (en enige?) CD (lp voor sommigen) die )op 'Etienne' na) geheel bestaat uit (primitieve - na wat ik pas van Zappa gehoord heb) Synclavier muziek.

Bijzonder is dat Zappa onlangs in een tv-programma (Musikwerkstatt) een korte verhandeling hield over de ruimtelijkheid van muziek en erbij vertelde hoe hij muziek ruimtelijk opneemt. Niet alleen het stereo-effect (rechts-links) is belangrijke voor muziekbeleving, maar ook diepte, omdat sommige instrumenten nu eenmaal een andere klankkleur hebben dan andere. Opnieuw doet zo'n theorie sterk aan Varese denken. Had die het ook niet steeds over de ruimtelijkheid van geluid? En probeerde hij dat met alle primitieve middelen niet ook te realiseren? Het lijkt erop dat Zappa dichtbij een oplossing voor het probleem komt. Wellicht in dit kader heeft hij ook al eens gezegd dat hij er inmiddels achter is gekomen hoe Ionisation (Varese) zou moeten klinken (zie Black Page 3, pag. 15). Hij sprak toen over het ritmische gevoel, maar juist in Ionisation is ruimtelijkheid de essentie.

In hetzelfde programma stelde Zappa in het kort het probleem van de uitvoering van zijn muziek aan de orde. Net als Varese heeft hij er regelmatig over geklaagd (vandaar ook de Synclavier; die speelt nu eenmaal de moeilijkste passages foutloos). Pas met mensen als Ian Underwood en Art Tripp in de band (beide met een hogere muziekopleiding) wordt het muzikaal niveau verhoogd en daar werkt Zappa, gezien de vele personeelswisselingen, onafgebroken aan. En laten we maar eerlijk zijn: wat de Broadway-band speelt zou de eerste band niet kunnen!

Rond Uncle Meat is er dus eindelijk de muzikale verbreding die Zappa zo graag wil hebben, maar dan is het publiek niet klaar voor deze plotselinge muzikale ommekeer en opnieuw doet dat aan Varese denken. Onbegrip is het gevolg en dat speelt niet alleen muzikaal; door zijn teksten werd (wordt) Zappa vaak gezien als een strijder voor de 'jongeren-revolutie' (denk aan 1968). Zappa is dat echter niet en wil dat ook niet zijn. "Mothers of reaction" wordt er gescholden. Is het publiek een beetje gewend aan Zappa's satirische commentaar dan krijgen ze plotseling de meest complexe muziek voorgeschoteld. Onbegrip alom. Het ene gevolg is de ontbinding van de Mothers (1969), het andere dat Zappa voortaan als onbegrepen muzikant, zowel door publiek als door critici, door het leven gaat. Een groot probleem: Zappa heeft 'zijn' publiek nodig, maar is bezig met muziek dat datzelfde publiek niet begrijpt.. Daardoor krijgen we een merkwaardige en steeds wisselende mixture van enerzijds gemakkelijke nummers en anderzijds de complexe stukken, al dan niet voor grote orkesten. Zo bindt Zappa een zeer ruim en divers publiek met verschillende achtergronden, belangstelling en ideeën aan zich.

Bij het zoeken naar steeds perfectere muziekvormen en de manier van spelen ervan heeft de Synclavier een niet meer weg te denken plek ingenomen. Misschien heeft hij met dat apparaat het instrument gevonden waarnaar Varese steeds op zoek was? Overigens wordt de muziek die Zappa uit zijn Synclavier haalt steeds boeiender. Het stuk dat ik laatst hoorde (in eerder genoemde TV-special) was zeer intrigerend (Lumpy Gravy Phase III?) en stukken boeiender dan Jazz from Hell. Ergens leek het veel op het latere werk van Varese... (voor diegenen die het gezien hebben: vond je ook niet dat Zappa (met leesbril) steeds meer op de 'mad-scientist', waarmee hij Varese altijd aanduidde, gaat lijken?).

Varese's idee voor een internationaal muziekstuk lijkt Zappa ook niet onverschillig te hebben gelaten, althans gezien zijn recente pogingen een 'World-Orchestra', bestaande uit 80 muzikanten uit de hele wereld, samen te stellen (zie Black Page 25). Wat dat betreft duidelijke overeenkomsten: beide getikte professoren hebben ideeën te over. Varese had zelfs te weinig tijd om ze allemaal te realiseren en werd er daarom behoorlijk ziek van. En als Zappa zo doorgaat zie ik dat proces nog wel eens herhaald worden. opmerkelijk trouwens dat beide heren in bepaalde periodes in hun leven zo'n belangstelling aan de dag leggen voor allerlei mensen. Het is zowel bij Zappa als Varese soms een komen en gaan van (on)bekenden en worden er heel wat reizen gemaakt. Opmerkelijk is tevens dat beide Amerikaanse outcasts contact zoeken/hebben met de gerenommeerde Franse componist/dirigent Pierre Boulez.

In tegenstelling tot Varese heeft Zappa de beschikking over moderne mediakanalen, waarmee hij ons met zijn muziek overspoelt. Van mij mag dat, van sommige, meestal hun eigen onkunde recenserende critici (Oor), niet. Dat brengt me op een andere overeenkomst: critici kunnen Zappa (net als Varese toen) niet volgen ("Wanneer krijgen we de echte Zappa weer eens te horen", schreef zo'n minkukel in de Oor). De critici blijven blijkbaar liever op zoek naar de rock' n roll van weleer en hopen daarmee jong te blijven of in ieder geval bij de jeugd aan te sluiten en hebben geen enkel begrip voor muziek die buiten het twee-gitaren-bas-drums-hokjesidioom valt.

Varese, ik schreef het al vaak, was bezeten van de idee een nieuwe geluidswereld te scheppen. Een uitstekend voorbeeld daarvan is het Poeme Electronique; een collage van (elektronische) geluiden, muziekfragmenten en menselijke stemmen. Het fragmentarische element dat in Varese's een belangrijke plaats inneemt is bijna het hoofdkenmerk in Zappa's muziek geworden. Maakte Zappa vroeger vergelijkbare collages, in zijn recentere werk worden fragmenten (van klassiek tot en met Michael Jackson) op een vaak humoristische manier in zijn stukken geintegreerd. Met name tijdens de Broadway-show mochten we daarvan genieten (lees de stukken van John Sijnke - Black Page 25 en 27 - er nog maar eens op na). Op deze manier wordt de theorie van de Big Note steeds opnieuw uitgedragen en blijkt dat alles Zappa's muziek is.

De slotconclusie: leuk natuurlijk al die vergelijkingen. Wat je er ook van mag denken, in ieder geval is zeer duidelijk dat Zappa een heel eigen geluid heeft gecreëerd, zelfs binnen verschillende muziekidiomen. Daarbij is hij zeker niet alleen beinvloed door Varese, de laatste tijd valt de naam Anton Webern steeds vaker (lees nog eens mijn stuk over Varese en verbaas je over de logische samenhang tussen deze drie Componisten (met hoofdletter)). Natuurlijk moet je ook Zappa's jeugdmuziek niet uitvlakken en niet minder die van een andere grote muzikale invloed: Jimi Hendrix. Varese neemt echter een heel speciale plaats in en dat maakt Zappa regelmatig zelf duidelijk: "I'm going to turn you on to this guy Edgard Varese, who is my hero in so many ways. This is who I listen to."

En bedenk wel: toeval bestaat niet!

Paul Lemmens, juni/juli 1990

Gebruikte bronnen betreffende de artikelen over Varese en dit:

Boeken - Entretiens avec Edgard Varese, George Charbonnier;

Editions Pierre Belfond, 1970.

- Edgard Varese, Fernand Ouelette;

Calder & Boyars, 1965.

CD's(*) - Edgard Varese, The Contemporary Chamber Ensemble, Arthur Weisberg - conductor;

Elektra/Nonesuch 9 71269-2; 1972/1989.

- Edgard Varese, New York Philharmonic/Ensemble

Intercontemporain, Pierre Boulez - conductor;

Sony Classical SK 45844; 1977/1984/1990.

(*) Ik noem alleen CD's omdat lp's met werk van Varese niet of nauwelijks te koop zijn. Er zijn meerdere verzamel CD's met slagwerkmuziek, met soms daarop een of meerdere stukken van Varese (meestal Ionisation). Ik heb hier alleen de mij bekende CD's genoemd die voor de volle 100% aan Varese gewijd zijn.

Boeken en CD's (lp's) van/over Zappa zijn bekend neem ik aan.



terug naar Paul's rubriek