WAS FRANK ZAPPA EEN KOSMONAUT?
Ha, ik heb Ben Watson's lijvige poedel-boek uit. De vraag die me sindsdien het meest bezighoudt is: "Was Frank Zappa een kosmonaut?" Als Watson déze vraag in zijn boek beantwoord had, was het een perfect boek geweest. Nu blijf ik maar met die vraag zitten en zal ik hem zelf moeten beantwoorden.
Waarom deze vraag zullen sommigen van jullie je wellicht afvragen. Welnu, ga naar de bibliotheek, leen én lees het boek 'Waren de Goden Kosmonauten', geschreven door Erich von Däniken en lees vervolgens Watson's TNDOPP. En, heb ik gelijk of niet?
Voor degenen die Von Kräzikens (met dank aan Martin Lodewijk) boek niet kunnen vinden, hier een korte uitleg. In het boek van de goden als kosmonaut 'bewijst' de auteur aan de hand van allerlei zaken als beeldjes, natuurverschijnselen, geschreven teksten en elementen uit religies dat sommige goden ruimtewezens moeten zijn geweest én hij doet dat met veel verve en stelligheid. De vergelijking met Watson's boek ligt nu voor de hand. Watson draagt de ene fantastische stelling na de andere aan en staaft dit met bewijzen, waar je, als je niet heel erg alert blijft, letterlijk instinkt door de stelligheid waarmee ze geschreven zijn. Ik moet bekennen dat hoe verder ik in het boek kwam, hoe minder serieus ik Watson's epistel begon te nemen, wat wellicht ook de juiste grondhouding is voor het lezen ervan; niet voor niets heeft Zappa er zelf hartelijk om gelachen.
Minder lacherig is dat hoe verder je in het boek komt, hoe schoolmeesteriger en beknopter het wordt, in die zin dat de korte opsommingen van bv. alle tracks meer en meer de overhand krijgen. Een en andere wordt weliswaar gevoed door de YCDTOSA-serie, maar toch; ik had en heb het idee dat de laatste jaren Zappa's hoogtepunt-jaren waren: de Broadway-cd's, de Yellow Shark en als absolute bekroning Civilisation Phase III; een nieuwe dimensie in (Zappa)-geluid. Watson maakt wat dat betreft dezelfde 'fout' als vele andere FZ-auteurs door veel aandacht te schenken aan de beginfase en de slotfase, toch al gauw de laatse 10-15 jaar, wat af te raffelen. Het gebrek aan humor bewijst hij nog eens door geen aandacht te schenken aan de cd Does Humor Belong in Music; een reguliere uitgave, die hij tegenstrijdig genoeg wel opneemt in de discografie, maar er bij de track-beschrijvingen met geen woord over rapt. En dat is des te merkwaardiger omdat er zowel nieuwe tracks opstonden als aardige conceptuele continuity-clues.
Een ander nadeel van het boek is dat Watson zich, naar mijn mening, sterk richt op de tekstuele kant van Zappa, wat wellicht verklaard kan worden door zijn taalachtergrond, en weinig zinnigs, behalve wat subjectieve bewoordingen, heeft toe te voegen over de instrumentale kant. Ik meen, in deze zin, ook te mogen concluderen dat Watson's belangrijkste inspiratiebron bij de rockmuziek ligt en niet bij contemporaine klassiek. Meestal blijven open-deuren-opmerkingen in die richting steken bij de conclusie dat stukken 'iets' hebben van Varese, Webern of Nancarrow. Nou dat wist de gemiddelde Zappanaat natuurlijk nog niet...
Is het dan eigenlijk wel een goed boek? Ja, toch wel. Al was het maar, omdat Watson meer dan wie ook verbanden in Zappa's werk aanbrengt en door zijn gedurfde stellingen je opnieuw aanzet tot denken en wellicht tot nieuwe invalshoeken en bovendien komt met actuele informatie of ideëen van derden, ex-muzikanten bv. In die zin is dit een goed en zelfs leuk boek. En met het taalgebruik, om daar nog even op terug te komen (zie BP 45) valt het best mee; het begin is pittig, maar hoe verder je in het boek komt, hoe 'gewoner' het wordt én het is nu ook weer wat koeler buiten!
Na mijn vertwijfeling in de vorige BP, kon ik, toen ik het boek eenmaal uit had, opgelucht concluderen dat ik toch veel meer wist dan ik dacht dan toen ik halverwege het boek was. Immers, als je alle Watsonse fratsen weglaat hou je gewoon een goede mix van alle bestaande boeken over en dat is voor mij natuurlijke dagelijkse (rauw)kost.
Jammer eigenlijk dat ik Watson mijn vraag niet kan voorleggen, ik zou genoeg materiaal ervoor kunnen aandragen, bv. de raket uit Studio Z, het gebruik van Space-helmet's bij Captain Glasspack, de song over UFO's (Inca Roads), de tekst van The Radio is Broken ('The cosmos at large....'), de cover van One Size Fits All, de stofzuiger als zelfstandig robot-wezen, de ruimtehelm op de cover van Burnt Weenie Sandwich en zo'n gasmasker-tik komt ook niet alleen door het feit dat zo'n ding in huis ligt. Sporen zijn er te over, draai zijn cd's maar eens achterstevoren... Oh, nee, ik krijg ook al Watsonse neigingen, gauw maar weer eens een eenvoudig boek lezen, over Metafysica in relatie tot de Analytiek en de Deductie van de Categorieën, of zo.
Paul Lemmens
p.s. suxes met het lezen, wie het boek helemaal uitleest mag zich, wat mij betreft, met terechte trots vertonen in de poedel-prijs: the one-and-only, unique, aluminiumfoil-coated TNDOPP-spacehelmet.