On other pages you can find my earliest poems, the latest poems and some short stories
On this page you'll find the rest.
leraar latijn
voor mij een levend lijk
stuiptrekkend van de Alzheimer
glimlach voorgoed verstorven
op zijn grauw grijs gelaat
tolerantie een snelle dood gestorven
lol en leven reeds gevlucht
uit de kunstig gevulde muil
-nu ingang naar de hel-
die naar koffie en verrotting stinkt
hij loopt niet, hij schuift
hij begroet niet, hij wuift
sommigen schijnt hij nog houdbaar
al is hij reeds lang bedorven
boodschap
drie stappen deed de zondaar
viel dood, plat op zn gezicht
de boodschap reeds is zonneklaar
dus eindigt het gedicht
Arrogantie
Er zit mot in de kleren van de keizer
De mens wordt alsmaar mooier en wijzer
God is oud en zwak of bestaat niet meer
Dood is overwonnen door de medische leer
Het lot is slechts een hoop toevalligheden
De mens schrijdt zijn laatste schreden
Naar Utopia, het goddeloze paradijs :
Evolutie is aan het einde van haar reis
Herman
donderdag 10 april 1997
definieerde Herman
een echte man
bij Villa 65, VPRO
radio :
"een echte man heeft lang haar
en fluit niet naar vrouwen in een
minirokje,
een echte man heeft geen baard of
snor,
een echte man is bang in het
vliegtuig,
een echte man..."
hij vergat echter een ding :
een echte man is dood.
zei de tweelingbroer van Her-
man Brusselmans voordat hij van
de 7 verdiepingen hoge flat sprong.
Oud en Versleten
oud en versleten
als ik ben
alleen en vergeten
door allen die ik ken-
dè
want alles is verleden
zelfs de toekomst en het heden
Poeder
soms doe ik de was
denk aan het verleden
en bij de poeder pas
begrijp ik jouw gebeden
een geeltje hier, een joetje daar
naar de hoek en voor mekaar
jouw geest en lichaam naar de tering
toch noemde we het verkering
ik betaalde voor jouw ondergang
mijn geld dus door jouw neus
zonder was je droef en bang
ik was verliefd, ik had geen keus
Oude Boeken
diep van binnen was de kennis er al lang
wilde alleen het bewustzijn niet bezoeken
nu ik het weet maakt het mij bang:
ik ben allergisch voor oude boeken.
Nachtwandel
als ik niet kan slapen
ga ik wandelen
door de donkerfrisse nacht
dan stopt onmiddellijk het gapen
en de drang tot handelen
neemt mij in zijn macht
dan spelen koning wind
en vrouwe maan met de
wolken een kinderspel
verstoppertje
het enige spel
dat nooit verveelt
*
ik mag spreken van geluk
en zwijgen over nood
het eerste maakt zichzelf stuk
het tweede leidt tot dood
Van Dichter
van dichter
voor dichter
rijmt beter
loopt lichter
Dichter
hij heeft alles behalve niets
ik ontbeer alles behalve niets
hij is ook gelukkkiger dan mij
ik treur niet, het hoort er bij
ik ben tevreden met het mijne
hij was tevreden met het zijne
hij spaart, vergaart, werkt als een paard
mij rest de stem die woorden openbaart
het materieloze verzwaartekracht ik tot gedicht
hij werkt zich te pletter, belandt in een gesticht
Fabel
Waf
Zei de hond
Baf
deed de stront
Laf
in de morgenstond
Otje
voor mijn broertje
Otje zat op het potje,
poepte niet in zijn broek.
Otje zat op het potje,
met een heel dik boek.
Het was De Aanslag van ome Harry.
Hij las en rook en riep Gatverdarrie,
heel mijn potje zit vol poep,
het lijkt wel bruine kippesoep!
En hij scheurde de bladzijden, waar hij toch al niks om gaf,
uit het dikke boek en veegde er zo, zijn vieze billetjes mee af !
-censuur-
[ Hier stond
Een mooi gedicht
Ik vond het
Veel te licht
Te vrolijk
Te frivool
Bijna als
Rode kool
Met spek en
Appeltjes erin
Te overdadig
Te Godsgenadig
Te lief
Te positief ]
Klaproos
zo lieflijk zondeloos
lonkte zij : de klaproos
ik moest haar plukken
met wortels de grond uit rukken
eenmaal in de zak gedaan
was er geen ontkomen aan
hij lieflijk zij ook leek
voor menig liefdesleek
veroorzaakte zij ingenomen
de allerraarste natte dromen
Monodramatisch licht
het beste licht
voor dit gedicht
is licht-
oranjestraatlantarenlicht
in het gesticht
-u raadde het allicht-
schrijf ik dit gedicht
ik wordt beticht
van gebrek aan geesteslicht
waarop nu mijn therapie zich richt
die is verplicht
de deur is dicht
door de kier valt licht-
oranjestraatlantarenlicht
Mèt
hond kust hond
kat kust kat
de paus de grond
ik eet patat
Oudbollig gedicht
voor J.J. Slauerhoff
In Holland
Stond
Een heilig
Huis
(door des dichters hand
tot op de grond toe afgebrand)
Stilte
Wat vindt u van de stilte
op straat
en op u zelf?
Wat vindt u van de kilte
van uw zaad
en van u zelf?
Plagiaat
of
des dichters queeste ter
vaporisering van zijn
minderwaardigheidscomplex
O lul
O pik
O stam
O stick
O god
verdomme
verder
kom ik niet//
Ben ik niet
goed genoeg?!
Schemerdicht
Licht verlaat mij niet, niet vandaag
de zon luistert niet, vordert gestaag
hoe ik van de nacht hield ben ik vergeten
nu ik leef met een schaduwloos geweten
ik rook niet meer, ik drink niet meer
bid elke dag mindestens vijf keer
ik woon twee-onder-een-kap
ik sterf liever dan ik gap
ik heb geen angsten om te verbergen
-op de zaak verzet ik bergen-
in een jaar verdien ik een klein fortuin
ik besteed het aan de kinderen en de tuin
kortom ik heb de nacht verraden
me met geluk en zekerheid beladen
maar met de maan reist de bleke nood
met de nacht het verlangen naar de dood
Smartlapje
al was het leven
van alle mensen
op de wereld
net zo klote
als dat van mij
dan nog
was ik niet blij
knaagde ieders
maag op honger
dan was het nog
kweller en nog
kommer
want
een gedeelde smartie
is hoogstens
een halve smartie
Cliché-gedicht
Clichés zijn
raar maar waar
zei mijn moeder altijd
-God hebbe haar ziel-
die nu in de hemel is
waar de engelen zingen
blank en blond met gouden harpjes
en maagdelijk witte vleugels op de rug.
Clichés zijn
tranen in het kaarslicht
glinsterend als sterren aan de hemel
waar de engelen zingen.
blank en blond met gouden harpjes
en maagdelijk witte vleugels op de rug.
Clichés zijn
rode rozen
uit liefde
en tulpen
uit Amsterdam
en de bloemetjes met de bijtjes
uit lust
nooit rozen en wespen
uit haatliefde
wel jouw volle mond
die de mijne kust
in het bleke maanlicht
en de volle maan die lijkt
op jouw gezicht
Clichés zijn zombies
uit de nacht van de levende dood
outlaws pompen ze vol lood
je dode leven of je levende dood
ach laat zeze vreten geen brood
anders dan de duiven op het Leidse plein
wat slecht is voor Het Milieu
biljarten doe je met een keu
en rijmen met een geforceerde pen
ik ben blij dat ik een slechte dichter ben,
want
een cliché is een cliché is een cliché.
liefdesgedicht
mijn excuses
de liefde leidt
en ik lijd de liefde
het verlangen bijt
naar mijn eeuwige geliefde
verroeste spijkers
van linksboven schuin
naar rechts beneden
hangen zij gevieren
jassen te plezieren
bewaarplaats voor de buitenlaag
een dikke regenjas met hoge kraag
soms hangen mensen daar hun masker op:
een bungelende onbewogen kop
mastruberen
mastruberen
in een hoekje
mastruberen
met een vies boekje
mastruberen
aan jezelf genoeg
mastruberen
op je 8ste is te vroeg
mastruberen
op je 18de is te laat
mastruberen
blijkt dan wel erg surrogaat
Vrij
Ik ben vrij
Als een vogel
Van klei,
Voor de kogel.
straatbeeld
met dank aan J.J. Slauerhoff en Tamara
de vrouw van mijn droogste dromen
zij heeft mij nooit laten komen
wuft en verwaten
tippelt zij door de straten
haar kut vereelt
haar anus lekt
sex verveelt
te veel gebekt
relativiteits praktijk
ziedaar de hoer
op de hoek van de straat
een klant die komt
en gaat
hoe zij met haar
collegas praat
over E
= m c^2
Iran
Zede die likte
de kut van een kat
en stopte zijn pik
in het andere gat
emotioneel gestoord
ethisch onverantwoord
vonden ze dat
en arresteerden de kat
Iranese straat
in een Iranese straat
lopen mannen, en ogen
die niet meer mogen
dan het ontvangen van zaad
*
I dont think they can see
theyre blinded
by the bright sun maybe
Zoen
zoen uit onschuld
spontaan ontstaan
in een blij verrast moment
bij de dichter die je nauwekijks kent
en zijn ik verhult
geboeid verlangen
door razernij bevangen
het blijft bij een verhaal
want..reaal
regelt het allemaal
Basic
FOR n = 1 TO ?
vonk
interactie
uitwisseling
van sappen
de top
een leeg moment
het woord
dat met
de sigaretten
rook vervaagd
dag
NEXT n
song
go on and
cry my love
I love your cry
and I wonder why
you want to die
Ridder Robert
ziehier ridder robbert
die het zwarte paard
der eenzaamheid berijdt
door menig wannna
be kluizenaar benijd
sterft hij (redenloos) tezijnertijd
door zijn eigen schild
(allang) buiten gevecht gesteld
met zijn eigen zwaard
uiteindelijk geveld
zijn laatste woord
in bloed gesmoord
'aan de mensheid had ik schijt'
geen mens die het nog hoort
geen mens die het begrijpt
V
ex-dichter
ik ben geen dichter meer
geen geborrel in mijn hoofd
wat ik ook probeer
de poezie is uitgedoofd
en het proza in de pan
nog lang niet gaar gestoofd