Een korte tekst over Jaap Fischer

Jaap Fischer is een zanger en gitarist die tijdens zijn studietijd in Leiden uitgroeide tot een fenomeen. Hij nam vier EPs op vol spottende, studentikoze liedjes zoals Het Ei , De monniken en Cipier. De liederen van deze EPs verschenen later, in 1997, opnieuw op de LP De Liedjes van Jaap Fischer. De verzamelaar werd zeer tegen zijn zin uitgebracht maar stond in de zomer van dat jaar hoog in de Nederlandse albumlijsten. Van de oorspronkelijke EPs werden in het begin van de jaren zestig meer dan 100 000 platen verkocht.
Jaap Fischer leek zijn overweldigend succes als een nachtmerrie te ervaren en besloot kort erna zich terug te trekken.
Terwijl hij in het buitenland werkte en promoveerde tot doctor in de sociale wetenschappen, klonk zijn invloed door in het vroege werk van Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh, zoals de liederen Strand en Vrijgezel .
Na jaren van afwezigheid liet "Jaap Fischer" in 1976 weer van zich horen onder de naam "Joop Visser". In hetzelfde jaar verscheen ook de LP Live ‘61. Die bevat zowel nieuwe liedjes als een live-opname uit zijn studententijd. Omdat hij zijn platen voortaan in eigen beheer uitbrengt is het bereik ervan helaas geringer. Zijn nieuwe werk is meer politiek getint en sarcastischer van toon, maar minstens zo sterk als het oudere. De elpee Langste Lied telt slechts één lied, dat bestaat uit 99 coupletten.
In zijn teksten bekritiseert hij de menselijke zelfgenoegzaamheid, leeghoofdigheid en onverschilligheid, bespot hij de moderne varianten van het klassenbewustzijn en hekelt hij diegenen die hun ziel aan de commercie verkopen. De toon van zijn liedjes is soms weemoedig, maar nooit zoet. Uit zijn werk komt hij naar voren als een man die sympathiseert met de wanhopige mens. Zijn teksten kennen nog al eens een absurd en grotesk verloop, zoals wanneer een situatie die aanvankelijk normaal lijkt steeds extremere vormen aanneemt, soms met fatale gevolgen. Of wanneer alles tot het einde toe koek en ei lijkt, waarna in het laatste couplet opeens het noodlot toeslaat. Zijn gebruik van rijm is altijd verrassend, zijn refreinen zijn ijzersterk en zijn woordspelingen subtiel. Zijn bijzondere stem maakt onlosmakelijk deel uit van de kracht van zijn werk.
Naast zijn werk als zanger en liedtekstschrijver heeft hij ook nog twee kinderboeken geschreven: De Olifant en de Muis en De Grote Schilderijenroof.

De platen van Jaap Fischer:
Live ‘61 (1976)
De Liedjes van Jaap Fischer (1993)

Als Joop Visser:
Joop Visser (1978)
Kaas op de plank (1979)
Liedjes (1983)
De huid van de beer (1984)
Morgen komt de vuilnisman (1986)
Intimiteiten (1987)
Liedjes voor zieken en zeevarenden (1989)
Opnieuw opgenomen I (1993)
Opnieuw opgenomen II (1993)
Langste Lied (1993)

Bron: OORs Eerste Nederlandse POP-encyclopedie, 11e ed., Amsterdam, 1998
Tatjana Daan [www.poetry.nl/festival98/bio/visser.html]


Terug

Jaaps menu

Hoofdmenu