Eendje

- Eendje, ga je mee?
- Wat doen?
- Wel, zwemmen met z’n twee.
- En waar?
- Wel, hier en daar, ver weg van het gesnater De zon zien ondergaan in ‘t water. Eendje ga je mee?
- En dan?
- Dansen met z’n twee.
- Waarom?
- Doe niet zo dom! Gewoon omdat wij twee ... Gewoon ... ach, ga toch mee! Eendje, ga je mee?
- Nee, ik ken dat. Dansen met z’n twee, Zwemmen met z’n twee. En dan vraag jij: “Wat dacht je van Rusten in het riet?” Nee, wel, zo eentje ben ik niet.