Hutje

Ik had een hutje in een bos,
In een heel diep bos
Met een bar en een bad
En een bibliotheek
Met een haard en een hert
En de Time iedere week.

Op een ogenblik ervoor
Op een klein stukje wei
Stond een bordje geschilderd:
“Hoed u voor mij
Een voor mijn bar en mijn bad
En mijn bibliotheek
Voor mijn haard en mijn hert
En mijn Time idere week!"
Und meiner wöchentlichen Time!“

Ze zei: “Zou ik misschien
Je hutje mogen zien
En de bar en het bad
En de bibliotheek
Met de haard en het hert
En de Time iedere week?“

Ze kwam die week, ze bleef dat jaar
En we kijken naar mijn hutje en veel naar elkaar
En naar mijn baar en mijn bad
En mijn bibliotheek
Naar mijn haard en mijn hert
En mijn Time iedere week.

Maar toen ze me alles wilde vergoeden
Bood ik haar aan mijn zwijnen te voeden,
Mijn bewust en mijn onderbewust zwijn
In hun kot achter de bad
Want dat leek me nu juist fijn.

Maa ze zei: “Idioot!“
En stak de beesten dood.
Er zat bloed aan de bar
En de bibliotheek
Voor de haard, op het hert
En in de Time van die week.

Ik heb een hutje in een bos,
In een heel diep bos
Met een vrouw en een wieg
En thee met cake
Met een pijp en een pantoffels
En de Libelle iedere week.