Sanne Lentz

Gedicht.


1.
Soms ben ik blij.
Dan voel ik me vrij.
Soms ben ik boos.
Dan voel ik me opgesloten in een doos.

2.
Ik ben zo onvoorspelbaar.
Het is gewoon raar!
Niemand weet waarom.
Ze beginnen er dan over te zeuren, dan zeg ik: Doe niet zo stom!

3.
Mijn ouders vinden mij ook een beetje apart.
Ik speel nooit een partijtje dart.
Ik speel gewoon nooit.
Daarom ben ik nooit degene die de bal door de ruiten gooit.

4.
Ik speel nooit met anderen op school.
Daarom schelden ze me uit voor "mongool"
Ik vind dat niet leuk.
Maar de anderen liggen dan in een deuk.

5.
Ik eet altijd brood.
Ik zit nooit bij mijn moeder op schoot.
Als ik de kans krijg, lig ik de hele dag op mijn bed.
Dan heb ik tenminste pret.

6.
Met anderen heb ik nooit lol.
Ook al doen ze erg dol.
Dan zit ik maar voor me uit te staren.
Naar de schepen die ik over de zee zie varen.

7.
Waarom ik zo doe, is moeilijk uit te leggen.
Eigenlijk weet ik niets meer te zeggen.
Ik ben je echt niet aan het foppen!
Pfff ... nu kan ik eindelijk stoppen!

Einde


S. Lentz