Om op Internet te surfen heb je de volgende software nodig: een browser een inbelpunt verkrijgbaar via de provider Ik zal stap voor stap overlopen wat deze begrippen inhouden. Woordverklaringen: We beginnen eerst met de nodige woordverklaringen op Internet te zoeken. Daarvoor maken we gebruik van het online woordenboek van “Van Dale”. Ga naar: www.vandale.be ( Openen in nieuw venster) Dit doe je zo: Rechtermuisknop op de link klikken en dan ‘Openen in nieuw venster Klik rechts op “OPZOEKEN” – “ONLINE WOORDENBOEK” Scrol naar beneden en typ het op te zoeken woord in. Schrijf je antwoord eventueel op, het kan je straks van pas komen. a) provider Extra informatie: Een beetje extra informatie is misschien toch wel nodig. Ik zal ze jullie eventjes geven. Om te surfen op Internet heb je een browser nodig. Een browser is een programma waarmee je op Internet kan surfen. Wanneer je Windows op je computer hebt staan, gebruik je meestal Internet Explorer als browser. Als je dit programma hebt, kan je nog niet op Internet. Je moet je eerst nog abonneren bij een provider (internetaanbieder) die je een inbelpunt aanbiedt. Een inbelpunt is een ‘telefoonnummer’ waarmee je contact maakt met je provider voor een Internetverbinding. Je krijgt van je provider ook een inlognaam en paswoord waarmee je op het Internet kan. Ziezo, nu weet je weer wat meer over de software die je nodig hebt als je op Internet wil surfen. Keer nu terug naar de vorige pagina waar het vervolg van de opdracht staat.