![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
1: Puar. Puar vloog een beetje rond. Het was een mooie zomerdag, en ze had besloten om ervan te genieten en een ommetje te gaan maken. Ze was naar buiten gegaan, en in een hangmat gaan liggen. Na een paar minuten was ze zich echter gaan vervelen. Ze dacht na wat ze nog meer kon doen, en kwam op het idee om naar het bos te gaan. En daar was ze dus nu, vrolijk rond zwevend tussen de bomen. Ze vloog lekker te fluiten. Ze kwam bij een meertje in een open plek in het bos, en keek naar haar spiegelbeeld. “Ik ben toch wel redelijk uniek”, dacht ze tevreden. “Tenslotte zullen er niet veel meer vliegende pratende katten zijn. En zeker geen blauwe.” Er kwam een varken aanlopen, met een soort groene tuinbroek aan. “He Puar, wat ben je aan het doen?”, vroeg hij. “He Oolong” zei ze. “Niks bijzonders, gewoon een ommetje aan het maken, genieten van het mooie weer.” Terwijl ze dat zei, dacht ze: “En er zullen ook niet veel pratende vliegende blauwe katten zijn met een pratend varken als vriend.” Ze grijnsde. “Wat valt er te lachen Puar?”, vroeg Oolong. “Oh, niks. Een binnenpretje.” Oolong haalde zijn schouders op. “He, zin om naar het strand te gaan? Er zullen wel een paar meiden in bikini’s zijn.” Puar keek zijn vriend aan. “Je kan ook alleen maar aan meiden denken he?” “En wat is daar mis mee? Dat moet ik toch weten? Nou, heb je zin om mee te gaan of niet?” Puar dacht na. “Nee, ik blijf liever hier. Het is hier lekker koel.” Oolong keek beteuterd. “Nou, gaan we dan wel een andere keer samen naar het strand?” Puar knikte. “We kunnen vanavond wel gaan.” Oolong grijnsde. “Mooi, doen we dat. Dan zie ik je vanavond wel.” En hij rende ervan door. Puar keek hem meewarig na. “Altijd achter de meiden aan. Maar wie valt er nou op een pratend varken?” Ze vloog dieper het bos in, en kwam uit bij een soort hutje. Nieuwsgierig ging ze naar binnen. Er stond een soort apparaat op de vloer. Ze kwam dichterbij. Het apparaat zat met allemaal snoeren vast aan een televisie. Er stond “Nintendo” op het ding. Ze keek eens goed. Aan de linkerkant zat een knop, en aan de rechterkant ook. Bij de linker stond “power”, en bij de rechter “reset”. Er stak een soort doosje uit. Er stond “Yoshi’s Island” op. Aan de onderkant van het apparaat gingen 2 snoeren naar een soort kastjes, met een heleboel knoppen erop. Ze keek naar het vreemde ding. “Wat is dit? Ik heb nog nooit zoiets gezien.” Terwijl ze naar het ding keek ging er heel even een vreemde oranje gloed overheen. Ze keek nog eens naar de knop waar power op stond. “Daar zet je het natuurlijk mee aan” dacht ze. Ze drukte op de knop. Onmiddellijk was er een soort lichtflits. Ze had opeens het gevoel dat ze viel, maar het was te licht om iets te kunnen zien. Toen herinnerde ze zich dat ze kon vliegen. Ze vloog naar voren. 2 seconden later vloog ze tegen iets op. Alles werd zwart… |
|||||||||||
2: Puar meets Yoshi. Toen ze bijkwam stond ze voorzichtig op. Ze keek om zich heen. Ze lag midden in een groot groen grasveld. Links van haar stonden een paar hele mooie bomen. Eronder stonden een paar hele mooie paddestoelen. De lucht was nog blauwer als hij thuis was geweest. De zon scheen, en het was heerlijk warm. Ze keek naar beneden en zag dat ze in een heel mooi bloemenbed lag. Ze draaide zich om. Achter haar stond een hele grote boom. “Daar ben ik dus tegenaan gevlogen” dacht ze. “Maar waar ben ik? Deze plek is haast te mooi om te bestaan!” Opeens hoorde ze achter zich wat aankomen. Ze keek om. Er kwam een of ander raar beest aanlopen. Het keek vijandig, en had een soort trompetsnuit. Het was knalrood. Boven dat beest vloog net zo’n wezen, alleen dan in het geel en met helikopterwieken boven zijn hoofd. Ze kwamen dreigend op Puar af. Ze wou wegvliegen, maar dat lukte niet. Opeens zag ze dat haar staart onder een hele grote tak vastzat. Ze probeerde de tak op te tillen, maar dat lukte niet. Het lopende beest was bijna bij haar. Ze keek om zich heen, maar zag alleen een paar bosjes. Uit die bosjes schoot opeens een hele lange tong. De tong vloog tegen het beest aan. Terwijl de tong terug de bosjes in vloog, ging het beest mee. Puar had dit allemaal verbaasd gevolgd. Opeens dacht ze aan het andere beest. Het was vlak bij haar. Ze keek bang hoe het dichterbij vloog. Ineens gooide iets een ei uit de bosjes, tegen het vliegende wezen aan. Het ding schreeuwde het uit en viel op de grond. Snel kwam de tong weer uit de bosjes. Een paar seconden later was het ding weg. Puar keek zenuwachtig naar de bosjes. “Wat daar zit heeft mijn leven gered” dacht ze. “Maar gaat het mij ook opeten?” Ze besloot het er maar op te wagen. “H-h-hallo? I-i-is daar i-i-iemand?” Er kwam een groen beest uit de bosjes. Het was ongeveer tien keer zo groot als Puar. Wat op zich niet zo veel zegt, aangezien Puar een kat was. Het wezen keek heel vriendelijk. Het had een grote bek, maar zonder tanden. Een mooie staart lag nog half in de bosjes. Het stond op twee poten. In zijn armen had hij een groen gestippeld ei. Net zo’n ei als waarmee hij gegooid had. Het beest draaide zijn kop opzij en keek Puar nieuwsgierig aan. Puar voelde zich gerustgesteld. Ze dacht niet dat dit ding haar iets zou doen. “Bedankt, je hebt mijn leven gered. Ik heet Puar. Hoe heet jij?” Het beest keek haar even aan. “Yoshi”, zei het toen. Puar voelde zich warm worden van binnen. Wat klonk dat vrolijk en zorgeloos! Glimlachend keek ze haar nieuwe vriend aan. “Hallo Yoshi. Zeg, waar ben ik nu? En wat waren dat voor wezens?” Yoshi keek haar aan. “Yoshi”, zei het weer. Puar keek Yoshi aan. “Hmmm. Kan je niks anders zeggen? Erg slim ben je niet.” Yoshi keek haar doordringend aan. Opeens stapte hij op haar af. Hij pakte de tak op in zijn bek, en gooide hem een end weg. Toen hij haar weer aankeek lag er een duidelijke boodschap in zijn ogen. Puar werd rood. “Oh, sorry. Ok, je bent dus wel slim. Het spijt me dat ik dacht van niet.” Yoshi keek haar tevreden aan en gaf haar een lik. Ze giechelde. “Dat kietelt”. Opeens zag ze weer zo’n raar beest aan komen vliegen. Deze was blauw. Het vloog recht op Yoshi af, en die had het niet door. Geschrokken keek Puar naar het beest. Ze vloog omhoog, en transformeerde in een enorme vliegenmepper. Ze dacht bij haarzelf: “Hmm. Er zullen ook niet veel katten zijn die in alles kunnen transformeren wat ze willen.” Ze gaf het beest een enorme mep, en het stortte op de grond. Ze transformeerde weer terug, en ging op de grond zitten. Yoshi keek haar verbaasd aan. Puar kon zien dat hij aan het denken was. Opeens grijnsde hij. Hij gaf haar weer een lik. Toen liep hij weg, en gebaarde dat ze hem moest volgen. Puar dacht: “Tja, hij kent deze wereld. Ik ga maar met hem mee.” Ze liep achter Yoshi aan. Ze kwamen aan bij 2 stokken. Tussen de stok zat een cirkel van hele mooie witte bloemen. Bovenaan werden de 2 stokken met elkaar verbonden door nog een stok die horizontaal over de andere 2 lag. Yoshi ging zitten. “Yoshi!”, zei hij weer. Puar keek hem aan. “Moeten we hier wachten?”, vroeg ze. Yoshi knikte. Puar ging ook zitten. Opeens voelde ze haar maag knorren. Ze keek omhoog, en zag dat ze onder een appel boom zat. Ze vloog naar boven en plukte zo veel appels als ze kon zien. En dat was maar goed ook, wat toen ze naar beneden keek zag ze dat haar groene vriend al een heleboel appels ophad. Hij keek grijnzend omhoog. Toen schoot zijn tong uit naar een appel. 2 seconden later was de appel weg. Puar vloog weer naar beneden. “Hoe kan het dat als je mij likt je tong niet plakt?”, vroeg ze. Yoshi keek haar aan. Ze zag dat hij met een groot probleem kampte. “Je weet zeker niet hoe je mij dat moet uitleggen he?” Yoshi knikte en keek naar de grond. “Geeft niet hoor. Misschien bedenk je ooit nog eens wat. En zo niet, nou ja, dan weet ik het maar niet hoor.” Yoshi keek opgelucht. Opeens meende ze een baby te horen huilen. Yoshi keek op, en staarde naar de rare stokken. Hij liep erheen. Puar volgde hem. Er kwam een beest aan lopen dat precies op Yoshi leek. Alleen was deze paars. Op zijn rug zat een baby. Achter het beest kwamen 4 eieren. Ze leken wel zelf te lopen, en volgden de paarse Yoshi. Toen de paarse Yoshi bij de stokken kwam, vlogen de baby en de eieren over de stokken heen naar de groene Yoshi. Die ving de baby op zijn rug, en de eieren kwamen achter hem te liggen. De groene Yoshi liep weg, en gebaarde Puar dat ze hem moest volgen. Ze wist niet wat ze ervan moest denken. “Wat hebben jullie met eieren? En wat moet je met die baby?” De groene Yoshi liep door. Ze volgde hem maar. |
|||||||||||
3: Yoshi’s Quest. Yoshi en Puar hadden nog nauwelijks 5 minuten gelopen, of ze kwamen bij een enorm kasteel.De baby zat heel rustig op de rug van Yoshi om zich heen te kijken. Yoshi ging het kasteel binnen. Meteen kwam er een soort vleermuis op hem afvliegen. Yoshi smeet er een ei naar toe. Met een mooie boog belande die recht in de smoel van de vleermuis. Puar keek bewonderend. “Je kan goed mikken met die eieren zeg.” Yoshi keek haar grijnzend aan. Opeens dook er vlak voor Yoshi nog een vleermuis op. Hij vloog tegen Yoshi aan. Yoshi sprong achteruit terwijl hij pijnlijk schreeuwde. De baby vloog van zijn rug en zweefde opeens rond in een soort bel. Puar dacht nauwelijks na. Ze voelde dat tijd belangrijk was. Vlug transformeerde ze in een honkbal knuppel. Ze gaf de vleermuis een enorme mep. Toen transformeerde ze terug en greep de baby. Vlug zette ze hem weer op de rug van Yoshi. Yoshi keek haar verbaasd aan. Hij gaf haar weer een lik, en keek opgelucht. Samen liepen ze verder. “Moet je op die baby passen of zo?, vroeg ze. “Yoshi scheen te twijfelen. “Hmm. Ik zit in de buurt he. Moet je hem ergens heen brengen?” Yoshi knikte aarzelend. “Nog niet helemaal juist?”, vroeg Puar. “Nou ja, je moet hem in elk geval beschermen.” Yoshi knikte nou glimlachend. Opeens klaarde hij helemaal op. Ze liepen door een soort tuin. Yoshi gebaarde Puar dat ze moest wachten. Hij begon in de grond te tekenen met zijn staart. Hij was ongeveer een kwartier aan het tekenen. Toen gebaarde hij Puar dat ze moest kijken. Dat deed ze. De tekeningen waren heel duidelijk, en al gauw begreep ze wat er aan de hand was. “Nou Yoshi, je kan heel goed tekenen. Je bent zeker niet dom. Nogmaals sorry dat ik dat gezegd heb”, zei Puar. “Dus jullie leven hier op dit eiland. Yoshi heb je in een heleboel verschillende kleuren. Jullie leven hier heel tevreden. Vanochtend viel er opeens een baby uit de lucht. De baby leek precies te weten waar hij heen wou. Jullie besloten om je over het eiland te verspreiden, en de baby steeds door een andere Yoshi een stukje verder te laten dragen. Er zijn al een aantal Yoshi die een heks zijn tegengekomen, en steeds veranderde die heks een klein beestje in een hele grote die veel moeilijker te verslaan was, maar met jullie eieren is het toch steeds gelukt. Klopt het zo ongeveer?” Yoshi knikte. “Nou, ok, laten we dan maar verdergaan.” Yoshi knikte, en liep verder. Puar volgde. Er kwam weer zo’n raar beest aan lopen. Yoshi stak zijn tong uit en slikte het beest in. “Yemig Yoshi, waar laat je het allemaal”, vroeg Puar verbaasd. Een paar seconden later legde Yoshi een ei. “Oh, komen jullie zo aan die eieren?”. Yoshi knikte. Ze liepen verder door het kasteel. Yoshi was de hele tijd eieren aan het gooien, en beestjes aan het opeten om nieuwe eieren te kunnen leggen. Puar had zich weer in een honkbalknuppel veranderd, en gaf iedereen een knal die ze zag lopen. Behalve Yoshi natuurlijk. Uiteindelijk kwamen ze in een hele grote kamer. Er lag allemaal speelgoed. In de hoek zat een soort baby schildpad. Hij had allemaal stekels op zijn schild. Toen hij Yoshi zag keek hij opeens heel vrolijk. “Een rijbeest! Ik wil ook rijden!” Hij mepte de baby van Yoshi’s rug af en sprong er zelf op. Puar greep de baby die weer in een bel rondvloog. Ondertussen was Yoshi omhoog gesprongen. Toen hij neerkwam viel de schildpad van zijn rug. Puar zette snel de baby weer op Yoshi’s rug. Meteen veranderde ze in een honkbalknuppel. Ze gaf de baby schildpad een paar enorme meppen. Die begon te huilen. Opeens hoorde ze een akelig lachje. “Zo Yoshi, heb je hulp gevonden? Raar hoor, een kat die in iets anders kan veranderen. Maar het zal je niet helpen!” Yoshi keek kwaad naar boven. Puar ook. Boven hun zweefde een heks op een bezemsteel. Ze keek naar Puar. “En jij! Kan je wel, tegen een baby! Ik zal jullie leren wat er gebeurt als je spot met Heer Bowser!” Ze vloog een paar keer op en neer terwijl er een soort poeder van haar bezemsteel naar beneden dwarrelde. Het poeder landde op de schildpad. Opeens begon Bowser te groeien. Hij werd echt enorm groot. Hij kreeg een enorme bek, met extreem grote tanden. Ook kreeg hij opeens enorme klauwen. Hij was zo groot als een flatgebouw van 5 verdiepingen. Puar voelde de moed in haar schoenen zinken. Ze keek naar Yoshi. Die keek nog net zo gelukkig als altijd. “Nou, als hij zich geen zorgen maakt doe ik het ook niet”, dacht ze. De enorme Bowser liep naar achteren. Yoshi greep een ei. Hij smeet het naar Bowser toe. Precies raak. Bowser schreeuwde het uit. “Shit, zijn die eieren explosief of zo?” Riep Puar. Yoshi had al nog een ei gegooid. Ook deze raakte Bowser precies in zijn gezicht. Bowser spuwde opeens een enorme vuurbal richting Yoshi. De hele richel waar Yoshi op stond verbrande, op een heel klein stukje na. Precies op dat stukje stond Yoshi. Hij kon niet voor of achteruit. Niet naar links en niet naar rechts. Puar vloog boven Yoshi. Yoshi greep nog 1 ei. Zijn laatste. Hij gooide het naar Bowser. Ook deze was precies raak. Bowser gilde het uit van de pijn. Opeens kwam er rechts van Yoshi een ei aan een soort parachuutje naar beneden zweven. Puar greep het, en gaf het aan Yoshi. Even later belandde er nog een ei recht tussen de ogen van Bowser. Bowser spuwde nog een vuurbal. Puar veranderde zich vlug in een ventilator. Ze blies de vuurbal zo terug naar Bowser. Die kreeg hem recht in zijn gezicht. Hij schreeuwde het uit. Ondertussen had Yoshi nog een ei gepakt. Hij mikte zorgvuldig. En ja hoor, hij gooide weer precies een ei tussen de ogen van Bowser. Opeens begon alles om hen heen te beven. Bowser kromp opeens weer tot zijn oude formaat. Yoshi keek naar beneden. De baby schildpad lag op de grond. Opeens kwam de heks weer. “Hoe konden jullie dit doen?! Hoe konden jullie Heer Bowser verslaan! Dat kan niet! Dat mag niet! Wacht maar af, hij komt terug, en dan zullen jullie minder geluk hebben!” Ze greep Bowser, en vloog ervandoor. Puar keek naar Yoshi. “Wow, dat was heftig. Ik dacht dat ik de enige was die zo’n bestaan leidde, de hele tijd allemaal gevechten meemaken en zo. Doe jij dit soort dingen dagelijks Yoshi?” Die schudde van nee, en liep naar verder, naar de andere kant van de kamer. Daar zat een deur. Puar volgde hem. Ze gingen door de deur, en kwamen in een ruimte. De baby begon opeens te kraaien, en wees naar een wiegje. Ze liepen erheen. In het wiegje lag nog een baby. De baby’s keken elkaar aan en lachten. Puar begreep het. “Oh, hij wou hierheen om zijn tweelingbroer te redden!” Beide baby’s wezen naar een andere deur. Puar pakte de andere baby op haar rug. “Nou Yoshi, zo te zien willen ze daarheen. Zullen we dan maar gaan?” Yoshi keek haar aan. “Yoshi!” Ze liepen door de deur. Ze stonden weer buiten het kasteel, in een soort dorp. De baby’s wezen naar een huis. Puar zei: “Dat zijn vast hun ouders, die daar wonen. Laten we ze daar op de stoep leggen.” Yoshi knikte. Ze legden de baby’s op de stoep en verstopten zich achter een boom. De baby’s begonnen te huilen. Even later deed een vrouw de deur open, en zag de baby’s. Heel voorzichtig pakte ze ze op, en bracht ze naar binnen. Puar en Yoshi zagen hoe de vrouw de baby’s in een wiegje legde. Ze keken elkaar aan. Ze liepen aan de andere kant door een deur het dorp uit. |
|||||||||||
4: How to get home? Yoshi en Puar liepen maar gewoon naar het westen. Het begon echter donker te worden. Yoshi liep naar een grot, en Puar volgde hem maar. In de grot brandde een warm vuur. Om het vuur zaten een heleboel Yoshi. Toen Puar om zich heen keek zag hij dat er een enorm grottenstelsel was. Overal waren gangen naar andere kamers. Puar wreef in zijn ogen. “Wow, dit is immens. Leven jullie hier?” Yoshi wees naar een aantal wandtekeningen op de muur. Puar bekeek ze. Hmmm. Hier leven jullie al zo lang als jullie je kunnen herinneren. Maar volgens de legende hebben jullie voorouders in een vulkanisch gebied geleefd? En was hun bestaan vol gevaren en erg onzeker. Voedsel zoeken was vol risico’s, en velen van jullie volk stierven tijdens de jacht naar voedsel. Totdat er een god kwam. Die gaf jullie de kracht om van alles wat jullie eten eieren te kunnen maken. Jullie voorouders leerden toen om die eieren als wapens te gebruiken. Met deze nieuwe kracht veroverden ze al snel dit hele eiland. De voedseljacht werd veel minder gevaarlijk, en jullie vingen veel meer. Jullie voorouders hebben toen dit hele grottenstelsel in deze berg gemaakt. Sindsdien leven jullie hier.” Yoshi knikte. Opeens maakte hij een heel apart geluid. Overal kwamen Yoshi vandaan. Gele, groene, paarse, blauwe, en rode. Ze keken haar allemaal aan. Puar keek zenuwachtig terug. Ze keek naar de Yoshi waarmee ze al de hele tijd optrok. Hij keek haar bemoedigend aan. De andere Yoshi keken naar haar Yoshi en maakten allemaal rare geluiden. De groene Yoshi maakte ook allemaal geluiden. Opeens keken alle Yoshi Puar bewonderend aan. Ze voelde zich opgelucht. Haar Yoshi leidde haar naar een aparte grot. Een hele mooie. Je had een soort gordijnen van planten die de ingang van haar grot afsloten. Op de grond was een soort bed gemaakt. Het was eigenlijk een bak van stokken gevuld met bladeren. Een vuurtje brandde in het midden van haar kamer. De rook kringelde via een gat in het dak naar buiten. In de rechterhoek van de kamer stond een grote stapel hout. Langs de linkermuur stonden allemaal van dezelfde bakken als waar haar bed van gemaakt was. De bakken waren gevuld met allerlei vruchten. Enkele waren gevuld met stukken vlees. Waarvan wist ze niet. Naast haar bed was nog zo’n gordijn. Ze liep er doorheen. Achter het gordijn was nog een kamer. In het midden van de kamer bevond zich een meer. Ze zag allemaal bubbeltjes omhoog komen. Ze stak haar poot in het water. Het was heerlijk warm. Ze keek naar Yoshi. “Mag ik hier slapen?”, vroeg ze. Yoshi knikte. “Wow. I-i-ik weet niet wat ik moet zeggen. Dit moet heel veel werk gekost hebben, deze kamer. Bedankt!” Yoshi grijnsde, en liep naar buiten. Puar besloot om eens een lekker bad te nemen. Nadat ze uitgebreid gebaad had ging ze in bed liggen. Ze was uitgeput. Transformeren kostte haar veel energie. Ze viel in slaap. Toen ze wakker werd was het al licht buiten. Ze nam een paar bessen uit de bak, en begon te eten. Nadat ze genoeg gegeten had, liep ze haar kamer uit. Ze liep terug naar de centrale hal waar ze gisteravond aan de andere Yoshi was voorgesteld. Het vuur was uit, er was geen Yoshi te zien. Ze liep de grot uit. Het was weer heerlijk weer. De lucht was net zo blauw als de dag ervoor. Het leek zelfs iets warmer. Ze zag haar Yoshi zitten. Hij wenkte haar. Hij zat tussen een heleboel andere Yoshi in een cirkel. Puar ging erbij zitten. De groene Yoshi tekende wat op de grond. Een huis met een vraagteken ernaast. “Je wilt weten waar ik vandaan kom?” vroeg Puar. Yoshi knikte. “Tja, das een lang verhaal.” Puar vertelde hoe ze hier gekomen was. “Hebben jullie enig idee hoe ik hier weer weg kan komen?” vroeg ze. De Yoshi keken elkaar aan. Toen keken ze haar aan en schudde van nee. Puar voelde zich opeens verdrietig worden. Het drong nu pas tot haar door dat ze wel eens voor altijd vast zou kunnen zitten. Ze zou Oolong misschien wel nooit meer zien. Of Yamcha, haar baasje. Tranen welden op in haar ogen. De andere Yoshi keken er een beetje ongemakkelijk naar. De groene Yoshi kwam naar haar toe en legde een troostende voorpoot om haar schouders. Ze keek hem aan. “Hoe moet ik hier ooit weg komen?” vroeg ze. “Zal ik mijn vrienden ooit weer zien?” De groene Yoshi dacht na. Hij tekende weer wat op de grond. Allemaal Yoshi die naar iets aan het zoeken waren. “Jullie helpen mij zoeken? Das heel aardig van jullie”, zei Puar. “Wanneer willen jullie beginnen?” De groene Yoshi keek haar aan, en liep weg. Alle andere Yoshi ook. “Ok, nu meteen dus.” Puar begon ook te zoeken. Maar s’avonds hadden zo nog helemaal niks gevonden waar ze Puar mee terug naar huis konden krijgen. Puar voelde zich ellendig. Hoe moesten ze iets vinden als ze niet eens wisten wat het was? Ze begon te denken dat ze hier echt nooit meer weg zou komen. En ze leek gelijk te krijgen, want de volgende dag vonden ze ook niks. En de rest van de week ook niet. Ze begon zich al heel aardig thuis te voelen bij de Yoshi. Ze was niet meer de hele dag aan het zoeken, maar speelde nu ook een groot deel van de dag. De Yoshi vonden niks leuker dan spelletjes spelen. Tikkertje, verstoppertje, en nog een heleboel spelletjes die ze zelf bedacht hadden. Maar toch bestede ze elke dag wel een deel van de tijd met zoeken naar een of andere manier om deze wereld te verlaten. De Yoshi hielpen haar dan altijd mee. Maar naarmate meer tijd verstreek begon ze zich af te vragen of ze zouden denken dat ze dood was gegaan. Zelfs als ze terug zou kunnen, wat kon er wel allemaal niet gebeurd zijn? Ze kende haar vrienden, er was bijna altijd wel een of ander gevaar wat hen bedreigde. Ze waren altijd met een of andere sterke vijand aan het vechten. Stel je voor, ze kwam terug in haar eigen wereld en Yamcha was gestorven. Of Bulma, de vriendin van Yamcha. Af en toe voelde ze zich zo verdrietig dat ze zich terugtrok in haar kamer. Soms kwamen de Yoshi haar opvrolijken. Vaak ook niet. Ze schenen aan te voelen wanneer ze echt alleen wilden zijn. Maanden gingen voorbij. Op een gegeven moment was ze weer eens met de groene Yoshi aan het spelen. Ze was erachter gekomen dat hij de leider van de Yoshi was. Omdat ze hem geholpen had met de baby stond ze in heel hoog aanzien bij de Yoshi. Ze waren aan het overgooien met een ei. Hoe het kwam wist ze niet, maar het ei deed haar niks. Terwijl als er een vijand van de Yoshi aan kwam dat zelfde ei een heel sterk wapen zou zijn geweest. Ze gooide het ei terug naar Yoshi. Ze bedacht dat ze nog nooit eerder op dit deel van het eiland geweest. Ze waren heel ver van de grot afgedwaald. Ze vroeg zich af waarom. De groene Yoshi zat haar af en toe heel vreemd aan te kijken. “Is er iets, Yoshi?”, vroeg ze. Hij keek haar aan. Hij tekende weer wat op de grond. Ze keek wat hij had gemaakt. Een aantal Yoshi, en zijzelf. Er stond een pijl vanuit haar naar de Yoshi. Aan het eind van de pijl stond een vraagteken. “Je wilt weten of ik niet voor altijd bij jullie wil blijven?”, vroeg ze. Yoshi knikte. Ze keek naar de grond. “Het is hier heel mooi. Jullie zijn allemaal heel aardig voor me. Maar… mijn vrienden… af en toe mis ik ze zo…” Er kwam weer een traan in haar ooghoek. “Ik blijf me maar afvragen hoe het met ze gaat. Als ik naar huis kan, zal ik ook meteen gaan. Ik moet weten of alles goed met ze is!” Yoshi knikte. Hij legde een poot op haar schouder. Ze keek hem dankbaar aan. “Ik ben blij dat je het begrijpt.” Hij glimlachte, en gebaarde dat hij weer verder wou gaan met het ei overgooien. Ze knikte. Hij gooide het ei heel hard en hoog naar haar toe. Ze kon er niet bij, en het vloog over haar heen. Het ging richting een grot. Toen het door de ingang van de grot gong, leek de lucht te rimpelen. Het ei was verdwenen. Puar en Yoshi keken heel verbaasd. Puar liep naar de grot toe. Ze pakt een stok, en gooide die de grot in. Weer leek de lucht te rimpelen, en was de stok opeens verdwenen. Ze keek Yoshi opgewonden aan. “Misschien is dit wel een poort naar mijn wereld toe Yoshi!” Yoshi keek haar aan met een mengeling van vreugde en verdriet. Maar opeens keek hij bezorgd. Hij tekende weer wat op de grond. Puar keek ernaar. “Jij wil eerst naar binnen? Maar waarom?” Weer tekende hij iets op de grond. “Om te kijken of het veilig is?” Yoshi knikte. “Nou, ok, maar wees voorzichtig.” Weer knikte Yoshi. Hij liep de grot in. Opnieuw leek de lucht te rimpelen, en ook Yoshi verdween. Puar wachtte vijf minuten. Nog niets te zien. Weer vijf minuten later nog steeds niks. Na een kwartier kon ze niet langer wachten. Te eerste kon ze misschien terug naar haar eigen wereld. En ten tweede was er misschien iets gebeurd met Yoshi. Ze rende naar de grot. Toen ze naar binnen liep was er weer die lichtflits. |
|||||||||||
5: Back home: Toen ze haar ogen open deed voelde ze een golf van blijdschap door haar heen gaan. Ze was weer in het hutje naast dat rare apparaat! Terwijl ze naar het ding keek, zag ze het opeens verdwijnen. “Oh nee”, dacht ze, “nu kan Yoshi niet meer terug naar zijn wereld!” Maar waar was Yoshi? Ze keek om zich heen. Yoshi lag naast haar. Hij leek bewusteloos. Ze liep naar hem toe en porde hem in zijn zij. “Yoshi, word wakker! Kom op nou, sta op!” Ze begon zich een beetje bezorgd te voelen. Toen dacht ze aan het meertje waar ze zichzelf in bewonderd had. Het leek jaren geleden. Ze keek rond, en zag een emmer. Ze pakte hem op, en vloog de hut uit naar het meertje. Ze deed de emmer voor een kwart vol met water, anders kon ze hem misschien niet tillen. Ze vloog terug. In de hut vond ze Yoshi nog steeds bewusteloos. Ze gooide het water in zijn gezicht. Hij proestte, en deed zijn ogen open. Verbaasd keek hij rond. “Yoshi!” riep hij. “Je bent nu in mijn wereld Yoshi”, zei Puar. Yoshi keek heel verschrikt. Hij begon overal rond te kijken. Puar keek een beetje schuldig naar de grond. “Yoshi, ik denk niet dat je nog terug kan vanuit hier. Sorry, ik weet hoe je je voelt.” Yoshi keek haar aan en zuchtte. Hij haalde zijn schouders op. “Ik zal jou ook helpen met het vinden van je wereld. Dat is wel het minste wat ik terug kan doen. Maar vind je het erg als ik nu eerst naar mijn vrienden gaan kijken? Dan kunnen we meteen wat eten.” Bij de gedachte aan eten fleurde Yoshi helemaal op. Hij knikte dat hij dat goed vond. “Nou, volg me dan maar. Ik hoop alleen dat er niks gebeurd is met mijn vrienden.” Puar liep naar de uitgang van het bos, met Yoshi op zijn hielen. Opeens hoorde hij een stem. “He, Puar, Gaan we nou vanavond nog naar het strand?” Hij zag Oolong op zich af komen rennen. “Oolong! Ik heb je zo gemist al die maanden!” Oolong keek haar vreemd aan. “Waar heb je het over Puar, ik heb je vanochtend nog gezien!” “Maar.. ik ben.. 3 maanden weggeweest…” Oolong deed een stapje achteruit. “Puar, misschien heb je koorts of zo.” Toen zag Oolong Yoshi staan. “Kijk uit! Er staat een groen beest achter je!” Puar keek Oolong aan. “Dat is Yoshi. Hij is heel aardig. Hij heeft mijn leven zelfs gered. Maar is hier echt nog geen dag verstreken? Sinds ik jouw voor het laatst zag?” “Puar, waar heb je het over? Wat is er gebeurd?” Puar zuchtte. "Dat is een lang verhaal Oolong. Laten we naar de andere gaan, dan leg ik alles uit.” Oolong knikte. “Dat komt goed uit, iedereen is bij Master Roshi. Kom mee, Tortus wil ons wel overzetten.” Yoshi had dit allemaal nauwlettend gevolgd. Nu keek hij Puar vragend aan. “Tortus is een hele grote schildpad. Hij kan praten, net als Oolong en ik. Hij is heel aardig, hij zet jouw en Oolong wel over. Kom maar mee.” Puar vloog weg, gevolgd door Yoshi en Oolong. Ze kwamen bij de zee. Op het strand lag inderdaad een hele grote schildpad. “Hallo Tortus”, zei Puar. “Dit is Yoshi, een nieuwe vriend van mij. Zou je hem en Oolong over kunnen zetten naar het huis van Master Roshi?” Tortus knikte. “Hallo Yoshi, leuk om kennis te maken. Spring maar op mijn rug.” Yoshi keek aarzelend naar Tortus. Toen ging hij voorzichtig op Tortus staan. Oolong ging naast hem zitten. “Wees maar niet bang Yoshi, Tortus doet dit voortdurend. Hij weet heus wel wat hij doet”, zei Oolong. Yoshi keek hem aan, nog steeds niet helemaal gerustgesteld. Tortus liep de zee in, en zwom weg. Puar vloog mee. Na ongeveer een half uur kwamen ze bij een klein eilandje. Er stond een huis op het eiland. Het was bijna helemaal wit. Het dak van het huisje was rood. Naast het huis stond een palmboom. Voor het huis lag een man in een ligstoel. Hij leek heel oud, en had een hele lange baard. Hij droeg een vrolijk bloemen T-shirt. Puar vloog op hem af. “Master Roshi! Ik heb U zo gemist!” Master Roshi schrok zich dood. “Puar, waar heb je het over? Ik heb je gisteren nog gezien!” Puar kreeg zichzelf weer onder controle. “Het is een lang verhaal Master Roshi. Ik vertel het binnen wel, dan hoort de rest het ook. Trouwens, dit is Yoshi. Een nieuwe vriend van mij.” Master Roshi keek naar Yoshi. “Welkom op mijn eiland Yoshi. Een vriend van Puar is een vriend van mij.” Hij stak zijn hand uit. Yoshi likte hem. “Nou, kom maar naar binnen dan jongens, ik ben benieuwd naar je verhaal Puar.” Hij liep naar binnen, en iedereen volgde hem. Yoshi ging als laatste. Het huisje was heel gezellig ingericht. Er knapperde een warm haardvuur. De keuken van het huisje was klein, maar leek heel schoon. In de keuken stond een vrouw aardappels te schillen. Ze had een blauw wit gestreept truitje aan, en blauw gekleurd lang haar. Ze had een lichtblauwe broek aan. Voor het haardvuur stond een tafel. Om die tafel zaten een heleboel mensen. Er waren 3 mannen die helemaal rode kleren aan hadden. Ze zaten naast elkaar. De 1e had rechtopstaand zwart haar. Hij had een litteken op zijn gezicht. Naast hem zat iemand anders, ook met rechtopstaand zwart haar. Hij keek heel vriendelijk, degene met het litteken keek een beetje bars. Rechts van de vriendelijke lijkende man zat een heel klein ventje. Hij was kaal. Ook hij keek vriendelijk. Hij leek een soort gaatjes in zijn hoofd te hebben. Naast ham zat nog een man. Deze keek ook een beetje bars. Hij had geen trui aan, alleen een groene broek. Op zijn borst had hij een enorm litteken. Hij had een 3e oog in zijn voorhoofd. Naast hem zat weer een heel klein ventje. Deze was spierwit. Hij had een soort mutsje op, met een bolletje aan de bovenkant. Ook hij droeg geen trui. Hij had een kleine groene broek aan. En ook deze keek heel vriendelijk. Naast hem zat een man. Hij was helemaal groen. Hij had een soort tulband om, en een cape. Het was duidelijk dat hij van een andere planeet kwam of iets dergelijks. Deze man keek zelfs een beetje grimmig. Naast deze man zat tenslotte nog een jongen. Hij keek heel vrolijk. De jongen had enorm lang zwart haar. Hij had een blauwe trui aan, met een passende blauwe broek. Puar vloog naar de man met het litteken op zijn gezicht. “Yamcha! Ik heb je zo gemist al die maanden!” Yamcha keek haar aan. “Puar, ik heb je vanochtend nog uit gezwaaid toen je een ommetje ging maken!” Hij legde een hand op haar schouder. “Voel je je wel goed?” Puar knikte. “Het is een lang verhaal. Laat Bulma ook even komen dan vertel ik het. Master Roshi riep Bulma. De vrouw in de keuken kwam aanlopen. “Wat is er, Master Roshi?” vroeg ze. Puar keek naar de man in het rode pak zonder litteken. “Goku, is Chi-Chi er niet?” Goku glimlachte. “Jawel hoor Puar, ik zal haar even roepen. Chi-Chi, kom even naar beneden.” Er kwam een jonge vrouw de trap aflopen. Ze keek heel vriendelijk. Ze had lang zwart haar, en een hele lange blauw/zwarte jurk aan. “Wat is er Goku?” vroeg ze. “Puar wil ons wat vertellen”, antwoordde Goku. Master Roshi keek Puar aan. “Ga je gang” zei hij. “Ok, bedankt Master Roshi. Ten eerste, dit is mijn nieuwe vriend Yoshi. Yoshi, Yamcha ken je nu al wel. Naast Yamcha zit dus Goku. Naast Goku zit Krillin, Goku’s beste vriend. Naast Goku zit Tien. Het witte kereltje naast Tien is Chiau-Zu. Chiau-Zu en Tien zijn hele goeie vrienden. De groene man naast Chiau-Zu is Picollo. En naast Picollo tenslotte zit Gohan, de zoon van Goku. Chi-Chi hier ken je ook al, de vrouw van Goku. Bulma hier is de vriendin van Yamcha.” Tijdens dit hele verhaal hadden de anderen naar Yoshi zitten kijken. De groene man glimlachte nu. “Nou Yoshi, leuk om iemand anders te zien die helemaal groen is.” Puar keek de rest weer aan. “Yoshi hier heeft mijn leven gered. Hoe dat precies gebeurd is zal ik nu vertellen.” Puar vertelde het hele verhaal. Toen hij uitgesproken was, was het al donker. “Zo Puar, heb jij even een avontuur beleefd”, zei Master Roshi. “En je hebt dus 3 maanden geleefd bij de Yoshi, terwijl er hier nog geen dag is verstreken. Je bent kennelijk in een wereld met een ander tijdspatroon geweest.” Yamcha keek Yoshi aan. “Dus jij hebt Puar gered? Dankjewel!” Yoshi bloosde. Goku liep op Yoshi af. “Hmm. Het spijt me dat je in deze wereld vastzit omdat je wou kijken of die poort wel veilig was. We zullen allemaal helpen zoeken naar nog zo’n poort he, jongens?” Iedereen knikte. Piccolo zei: “Als we zo’n poort vinden wil ik wel eens kijken hoe die wereld van jouw eruitziet Yoshi.” Gohan had dit allemaal aangehoord. “Yoshi, ik bedenk me net iets… wil je het horen? Ik denk dat je het niet leuk zal vinden.” Yoshi knikte. Als Puar drie maanden in jouw wereld zit en er hier een dag voorbij gaat, dan… nou ja, ik denk dat je wel begrijpt wat ik bedoel he?” Yoshi knikte weer. “Gohan keek hem verbaasd aan. “Je neemt het wel goed op zeg.” Puar zei: “Volgens mij had je dat zelf al bedacht, niet waar Yoshi?” Opnieuw knikte Yoshi. “Oh!” riep Puar. “Dat is waar ook. Zouden we wat mogen eten?” Goku glimlachte. “Natuurlijk! Ik heb zelf ook wel trek.” Gohan proestte het uit. “Pa, jij hebt altijd trek! Trouwens Yoshi, wat eet jij graag?” Puar zei: “Gewoon fruit. Toch Yoshi?” Yoshi keek hongerig. “Yoshi!” riep hij. Goku moest lachen. “Dat zal ik maar als ja opvatten.” Even later zat iedereen te eten. Yoshi genoot van een heerlijk fruitmix, met stukjes banaan, appel, druiven, perzik, peer, aardbeien, nou ja, zo ongeveer elk fruit dat er was zat er in verwerkt. Iedereen zat grijnzend te kijken hoe Yoshi at. Zijn tong vloog ongeveer drie keer per seconde naar buiten en weer naar binnen. Gohan zei: “Zo te zien heeft je eetlust een rivaal pap.” Goku glimlachte. “Dat zullen we nog wel eens zien.” 2 uur later was iedereen klaar. Behalve Yoshi en Goku. Iedereen zat weer grijnzend toe te kijken, benieuwd wie het eerst vol zou zitten. Yoshi en Goku namen allebei nog een hap. Precies tegelijk lieten ze een zelfvoldane zucht. Iedereen barste in lachen uit. “Hahaha, jullie zouden familie kunnen zijn” proestte Gohan. Goku en Yoshi keken elkaar aan. Precies tegelijk bogen ze voor elkaar. “Je eetlust is net zo groot als die van mij Yoshi. Je bent een waardig tegenstander”, zei Goku glimlachend. “Yoshi!”, zei Yoshi met een grijns. Puar grinnikte. “Volgens mij zegt hij hetzelfde over jouw, Goku.” Bulma grijnsde ook. “Nooit gedacht dat ik iemand zou ontmoeten die jouw eetlust kon evenaren Goku. Nou, wie wil er een toetje?” “Ik!”, riep Goku. “Yoshi!”, riep Yoshi. De hele kamer barste weer in lachen uit. Na de afwas gingen iedereen in de woonkamer zitten. “Nou Yoshi, morgen zullen we beginnen met zoeken. Het word nu al laat. Vind je dat erg?”, vroeg Goku. Yoshi schudde van nee. Puar keek hem aan. “Je kan wel slapen bij mij en Bulma. Dat mag toch wel, he Bulma?” Bulma knikte. “Natuurlijk, geen enkel probleem. Maar zoals Goku al zei, het word al laat, dus laten we maar meteen teruggaan.” Nadat iedereen afscheid had genomen, gingen ze naar buiten. Puar zag Yoshi bezorgd kijken, en grinnikte. “Wees maar niet bang Yoshi, we gaan niet terug met Tortus. We nemen de zweefwagen van Bulma.” Yoshi keek rond. Hij zag niks. Bulma haalde een soort grote pil uit haar zak. Ze gooide hem op de grond. Opeens stond daar een gele auto. Yoshi knipperde verbaasd met zijn ogen. Bulma zag het, en grinnikte. “Dat is hier heel gewoon hoor. Mijn vaders bedrijf maakt deze capsules. In principe kan je overal capsules van maken. Maar goed, stap in.” Puar stapte in. Yoshi stond een beetje aarzelend naar de auto te kijken. “Wees maar niet bang Yoshi. Het is heel veilig. Stap maar gewoon in.” Yoshi leek nog even te twijfelen, maar ging toch in de auto zitten. “Hou je goed vast Yoshi, dit ding gaat nogal snel”, zei Bulma. Toen stoven ze weg. Yoshi voelde de wind langs hem heen waaien. Van plezier deed hij zijn ogen dicht. Puar keek naar hem. “Voelt goed he, die wind”, zei ze. Yoshi knikte. Na wat een paar minuten scheen kwamen ze aan bij een heel mooi huis, met een enorme tuin ervoor. Yoshi keek naar de tuin. Het leek erg veel op het grasveld in zijn wereld waar hij vaak met de andere Yoshi speelde. Hij kreeg tranen in zijn ogen. Bulma keek verbaasd. “Wat is er Yoshi?”. Puar zei: “Dit lijkt heel erg op zijn wereld. Sorry Yoshi, daar had ik niet aan gedacht. Kom, laten we naar binnen gaan.” Yoshi knikte. Binnen kreeg hij een stuk chocola. Yoshi stond er heel vreemd naar te kijken. Zoiets had hij nog nooit gezien! Hij snuffelde aan het rare bruine goedje. Het rook wel lekker. Voorzichtig likte hij er aan. Meteen schrokte hij het stuk chocola naar binnen. “Yoshi!” riep hij verbaasd. Bulma had glimlachend staat kijken. “Dat is lekker zoet he?”, zei ze. Yoshi knikte. “Kijk maar uit , voor je het weet ben je eraan verslaafd. Het word al laat, zullen we naar bed gaan?” Puar gaapte. “Goed idee. Ik ben uitgeput.” Yoshi gaapte ook. “Nou, kennelijk hebben we nog zo iemand onder ons. Puar, hij kan wel in de logeerkamer op de 2e verdieping. Breng jij hem ernaartoe?” Puar knikte. “Kom maar Yoshi.” Puar liep een trap op. Yoshi volgde. “Hier slaap jij”, zei Puar, en hij deed een deur open. Yoshi zag een hele grote kamer. Er stond een heel luxe 2 persoonsbed. De lakens die erop lagen waren van heel erg fijne zijde. Rechts stond een minibar. Tegenover het bed hing een enorme plasma TV aan de muur. De grond was belegd met hele mooie marmer tegels. Aan het plafond hingen enkele hele fraaie goudkleurige lampen. Yoshi kon een 2e kamer zien, de deur ernaartoe stond open. Hij zag een heel groot bubbelbad, een goudkleurige wc, een porseleinen wastafel met goudkleurige kranen, en een hele mooie douchecabine. Puar keek hem grijnzend aan. “Van een aantal dingen hier zal je wel niet weten wat het zijn, maar goed. Ik hoop dat je hier lekker zult slapen.” Yoshi grijnste ook. Hij sprong op het bed, krulde zich op, en viel in slaap. Puar grinnikte. “Dat zal ik maar als een ja opvatten”, zei ze lachend. Ze liep naar haar eigen kamer, en ging op bed liggen. Twee minuten later viel ook zei in slaap. Toen ze de volgende dag wakker werd, kon ze de vogeltjes horen fluiten. Ze zweefde naar haar raam en deed het gordijn open. Er scheen weer een stralende zon, en er was geen wolkje aan de lucht. Vrolijk liep ze naar de badkamer. Nadat ze zich eens goed gewassen had, droogde ze zich af en liep naar Yoshi’s kamer. Zachtjes klopte ze op de deur. “Yoshi?", vroeg ze. Er kwam geen antwoord. Zachtjes deed ze de deur open. Er was niemand te zien. Ze begon zich nu toch een beetje zorgen te maken. Opeens herinnerde ze zich de hut. Misschien was Yoshi daarheen gegaan om te kijken of de dat rare ding waarmee ze in Yoshi wereld was gekomen al weer terug was. Ze besloot meteen op te gaan en zweefde de trap af naar de gang. Er was niemand te zien, iedereen sliep kennelijk nog. Zachtjes deed ze de voordeur open, en zweefde naar het bos. Even later kwam ze bij de hut. Ze deed de deur open, maar er was niemand te zien. Peinzend liep ze naar het meer, waar ze de dag ervoor nog water had gehaald om Yoshi bij bewustzijn te krijgen. Ze ging aan de waterkant zitten. “Misschien is hij al terug naar zijn wereld”, dacht ze hardop. Maar echt beter voelde ze zich niet door die gedachte. Ze wist het tenslotte niet zeker, en als het gebeurt was zou ze daar nooit achterkomen. Ze viel in een verdrietig stilzwijgen.Opeens kwam er een groene arm uit het meer, greep haar pootje, en trok haar in het water. Toen ze van de schrik was bekomen wou ze zich losrukken, maar ze merkte dat ze al los was. Ze zwom vlug naar boven, en hapte naar lucht. Toen ze weer op adem was keek ze snel om zich heen. Ze zag niks. Opeens dook Yoshi vlak voor haar op. “Yoshi” riep hij grijnzend. Puar keek hem een beetje kwaad aan. “Wil je dat nooit meer doen? Ik schrok me te pletter!”, zei ze. Maar opeens herinnerde ze zich weer dat ze op zoek was naar Yoshi. “Oh, je bent veilig!” riep ze blij. “Ik maakte me zorgen toen je niet in bed lag”! Yoshi klopte haar geruststellend op haar schouder, en zwom naar de kant. Op het droge schudde hij zich een lekker uit, en ging tevreden onder een boom liggen drogen. Puar kwam ook het water uit en ging naast hem liggen. Even later vielen ze beide in slaap. Puar werd wakker omdat ze Yamcha hoorde roepen. “Puar! Waar ben je!” Puar gaapte, en riep: “Ik ben hier Yamcha! En Yoshi is hier ook!” Yamcha kwam aanhollen. Op zijn gezicht lag grote angst te lezen. Puar keek hem verschrikt aan. “Wat is er Yamcha?”, vroeg ze. |
|||||||||||
6: Yoshi meets Frieza. “Het is F-f-f-frieza! Hij is terug!”, riep Yamcha. Yoshi was ook wakker geworden van Yamcha, en had verbaasd gekeken naar zijn angstige gezicht. En nu begon Puar net zo te kijken. Yoshi keek Puar vragend aan. “F-f-f-f-frieza? D-d-dat k-k-kan n-n-niet! Goku had hem verslagen!”, zei Puar. Yoshi begon zich een beetje ongemakkelijk te voelen. Die Frieza moest wel erg gevaarlijk zijn. Zo te horen was hij nog erger als King Bowser. Yamcha zei : “Dat dacht ik ook, maar kennelijk heeft hij het gevecht met Goku toch overleefd.” Opeens keek Puar heel opgelucht. “Maar Goku kan hem nu toch makkelijk aan?” Yamcha dacht na. “Hmmm. Ik neem aan van wel. Nou, laten we teruggaan naar de anderen, voordat Frieza echt hier aankomt. Over een paar uur land hij hier met zijn ruimteschip.” Ze liepen met elkaar terug naar het huis van Master Roshi. Tortus bracht ze weer naar de overkant. Toen ze naar binnen liepen, zagen ze iedereen al rond de tafel zitten. Goku keek op toen ze binnenkwamen. “Ah, daar zijn jullie. Nou jongens, Frieza is over een half uur hier. We moeten meteen weggaan, anders komen we nooit op tijd bij de plek aan waar hij gaat landen. Kom op, laten we gaan.” Iedereen vertrok. Even later kwamen ze aan bij een hele grote open plek. “Hier zal hij landen”, zei Goku. “We kunnen alleen nog wachten.” Dat deden ze. Opeens zei Goku: “Yoshi, ik denk dat het maar beter is als jij weet teruggaat naar Tortus. Ik denk dat Frieza iets te sterk voor jouw is. Ik heb hem al eens verslagen, dat zal ik nu weer doen, alleen nu voorgoed!” Yoshi keek op, en schudde boos van nee. “Yoshi, je hebt geen keus. Dit is niet at je gewend bent, echt waar. Frieza is zo sterk, ik ben hier de enige die hem kan verslaan.” Yoshi stond somber op en liep weg. Puar keek naar Goku. “Moest je dat nou doen Goku? Je hebt hem gekwetst.” Goku zuchtte. “Ik had geen keus Puar, denk jij soms dat hij een kans maakt tegen Frieza?” Puar keek naar de grond. “Nee, dat zal wel niet, mompelde ze. Goku keek haar aan. “Jij en Oolong kunnen ook maar beter teruggaan.” Puar knikte, en liep terug naar Tortus, met een opgelucht kijkende Oolong achter haar aan. De rest wachtte af. Opeens stond Goku op. “Het is tijd”, zei hij. Hij deed zijn ogen dicht en leek zich te concentreren. Opeens veranderde hij. Zijn haar sprong omhoog, werd goudkleurig, en ging heen en weer alsof er een enorme storm waaide. Zijn wenkbrauwen werden ook goudkleurig, en zijn pupillen blauw groenig. Er verscheen een gouden gloed om hem heen. Inmiddels was er een ruimteschip aan de hemel verschenen. Iedereen keek toe hoe het enorme ding landde. Goku keek opeens heel bezorgd. “Wat is er Goku?”, vroeg Krillin. “Ik voel een hele grote kracht, te groot voor Frieza”, zei Goku. De deur van het ruimteschip ging open. Er kwam een wit wezen uit, ongeveer net zo groot als Goku. Het had een lange staart, maar die was bijna helemaal van metaal gemaakt. Zijn onderlichaam was ook van metaal, plus de helft van zijn romp en de helt van zijn gezicht. Hij was heel gespierd, en aan de gave kant van zijn gezicht zat een soort blauwe bult. Het wezen keek Goku aan. “Hallo Frieza”, zei die alleen maar. Frieza’s kneep zijn goede oog samen tot een spleetje. “Saiyan, kijk wat je me hebt aangedaan", siste hij woedend. Je hebt zo ongeveer mijn hele lichaam van me afgenomen. Je zal hiervoor boeten!” Goku keek hem kalm aan. “Ik heb je al eens verslagen, en ik zal het weer doen.” Frieza grinnikte. “Inderdaad ben je sterker dan ik. Daarom heb ik iemand meegenomen!” Er kwam nu een enorm wezen uit het ruimteschip, zeker twee keer zo groot als Goku en de anderen. Het was ook heel gespierd, had ook een staart, maar het had niet van die blauwe bulten. Wel had het twee grote hoorns op zijn kop. Frieza keek grijzend naar Goku. “Mag ik je voorstellen: mijn vader, King Cold!” King Cold stapt naar voren. “Dus jij hebt mijn zoon zo verminkt he? Wacht maar af, nu is het jouw beurt!” Hij liep naar Goku en bleef staan toen hij vlak bij hem was. Goku kwam met zijn hoofd net boven de knieën van King Cold. “Pak aan!”, riep King Cold, en hij schopte naar Goku. Die vloog schreeuwend van de pijn achteruit, tot hij bij een boom aan kwam en er knoerthard tegen aan vloog. Hij viel met boom en al op de grond. Kreunend stond hij op. King Cold keek hem aan, met zijn armen over elkaar. Goku deed zijn handen naar achteren, en zei: “Kaaaaaaaa-meeeeeeeeee-haaaaaaaaa-meeeeeeeee-haaaaaaaaaaaa!” Opeens kwam er een soort lichtstraal uit zijn handen, en die ging recht op King Cold af. Toen de straal King Cold raakte volgde een enorme ontploffing. Waar eerst King Cold stond was nu alleen een enorme rookwolk te zien. Goku keek grimmig toe terwijl de rookwolk optrok. King Cold kwam tevoorschijn, op zijn gezicht lag een gemene grijns.Opeens was hij weg. Goku keek achter zich, hij kon nog net een vuist zien die op zijn gezicht afkwam. Even later vloog hij door de lucht. Hij viel op de grond, en bleef stil liggen. De anderen hadden dit met verschrikking aangezien. Nu riepen ze allemaal tegelijk: “Goku”! Maar Goku zei niks. Yamcha riep: “Oh nee, hij is bewusteloos!” King Cold liep naar Goku toe. Hij grijnsde. “Ok Frieza, aan jouw de eer!”, zei hij. Frieza kwam aanlopen met een afschuwelijke grijns op zijn gezicht. Hij stond op een meter voor Goku stil, en richtte zijn hand naar beneden, op Goku. “Nou zal je zien wat er gebeurt als je spot met de grote Frieza!”, schreeuwde hij woedend. Zijn hele hand begon te gloeien. “Goku, nee!”, riep iedereen. Opeens kwam er een tong uit de bosje, en plakte zich tegen Frieza aan. Die werd vervolgens met de tong mee de bosjes ingesleurd. “AAAAAAAAAAAH”, waren zijn laatste woorden. “Goed zo Yoshi!”, klonk de stem van Puar. Yoshi kwam de bosjes uitlopen, met een ei in zijn handen. "WAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAT”, schreeuwde King Cold. “JE HEBT MIJN ZOON IN EEN EI VERANDERD? ALSOF HET NIKS WAS!” Zijn gezicht was knalrood. “DAT KAN NIET! DIT IS NIET MOGELIJK!” Hij viel op de grond. “Mijn zoon, veranderd in een ei door een groen wezen!” Hij stond op en keek Yoshi aan. “Ik weet niet hoe je het gedaan hebt, maar je zal boeten voor de moord op mijn zoon!” Hij vloog de lucht in. Toen hij ongeveer op 10 meter zat, stopte hij. “IK ZAL JULLIE ALLEMAAL TEGELIJK VAN DEZE MIEZERIGE WERELD WEGVAGEN!” Hij richtte zijn hand naar beneden. Voor hij echter iets kon doen wierp Yoshi zijn ei. Het raakte King Cold vol in het gezicht. Hij viel meteen naar beneden, en bleef levenloos liggen. De anderen hadden dit vol verbazing aangezien. “Yoshi, dat was geweldig!”, riep Puar. Yoshi liep naar het beweegloze lichaam van King Cold toe, en sprong omhoog. Hij maakte een soort salto, en kwam keihard weer naar beneden. Hij raakte King Cold vol in het middenrif. Het lichaam brak in tweeën. Yoshi keek verbaasd toen hij opeens onder het bloed zat. Hij rook aan het rode goedje, en proefte toen voorzichtig. “Yoshi!”, riep hij met een vies gezicht. Hij spuugte het snel weer uit. Iedereen keek vol verbazing naar Yoshi. Piccolo keek hem aan en zei: “Wow Yoshi, jij bent echt supersterk. Je hebt King Cold en Frieza verslagen alsof het niks is! En Puar heeft jouw geholpen in jouw wereld? En dat lukte goed?” Puar kwam uit de bosjes, en knikte. “Ja, en dat koste me niet veel moeite ook”, zei ze. “Maar dat kunnen we later wel uitzoeken. Hoe is het met Goku?” Iedereen keek verschrikt naar Goku om. Die kreunde, en stond op. “Rustig jongens, het gaat wel. Ik heb flinke klappen gehad, maar ik heb gelukkig wat sensu bonen bij me.” Hij pakte een soort boon uit een zakje en at het op. Binnen een paar seconden waren al zijn wonden verdwenen en was hij weer zo fit als een hoentje. Hij liep naar Yoshi. “Yoshi, je hebt mijn leven gered! Ik weet niet hoe ik je kan bedanken, maar…” Yoshi keek hem alleen maar aan. “Je wilt natuurlijk het liefst naar je eigen wereld terug he? Ik ben bang dat ik je daar niet mee kan helpen. Is er iets anders wat ik voor je zou kunnen doen?” Yoshi keek naar de grond. Puar liep naar hem toe. “Probeer het anders maar weer te tekenen Yoshi”, zei ze. Yoshi knikte, en pakte een stok. Hij tekende wat in het zand. Puar begon opeens te grijnzen. “Wat wil hij Puar?", vroeg Goku. “Nou”, zei Puar, “normaal vragen Yoshi’s niets voor hun hulp. Hij schaamt zich er wel een beetje voor, maar iets in deze wereld bevalt hem zo dat hij er haast wel om moet vragen.” Yoshi werd een beetje rood. “En wat is dat dan?”, vroeg Goku.“ Puar keek hem grijnzend aan. “Een chocoladereep!”, riep zij. |
|||||||||||
7: The Legend. Even later zat iedereen weer thuis bij Master Roshi. Yoshi zat een enotm stuk chocola op te eten. Hij keek dolgelukkig. Iedereen zat grijnzend naar Yoshi te kijken. Puar keek op. "Goku, hoe kan het nou dat Yoshi Frieza en King Cold zo makkelijk versloeg?" Yoshi keek ook op. "Yoshi?", zij hij vragend. Goku keek Puar aan. "Ik weet het echt niet Puar. Piccolo zei: "Het is nogal logisch als je het mij vraagt! Puar, als de tijd in Yoshi's wereld anders verloopt, dan kan het toch ook zijn dat de krachtniveaus in beide wereld verschillen? Wat voor Yoshi heel normaal is, is hier supersterk!" Master Roshi knikte. "Ja, dat had ik ook al bedacht." Maar Puar keek bedenkelijk. "Waarom was ik dan niet superslap in Yoshi's wereld?", vroeg ze. Piccolo knikte. "Ja, dat is nog zoiets. Het is kennelijk niet zo dat als Yoshi hier supersterk is, dat jij dan in zijn wereld het tegenovergestelde bent." Puar keek verbaasd op. "Maar... dat betekent... dat... In Yoshi wereld de tijd dus helemaal niet zo snel hoeft te verlopen?" Piccolo knikte. "Jup. Het kan zijn dat de tijd er net zo snel verloopt. Of langzamer. Misschien staat ie wel helemaal stil! Of nog sterker, wie weet loopt hij achteruit! Maar het zou dus bijvoorbeeld ook kunnen dat ze in Yoshi's wereld nu al miljarden jaren verder zijn! "Yoshi keek opeens een beetje bang. Piccolo keek met medelijden naar Yoshi. "Rustig maar Yoshi. Het is maar speculatie. Het hoeft helemaal niet zo te zijn." Yoshi knikte, maar echt opgelucht keek hij niet. Goku stond op. "Ok Yoshi, weet je wat? Morgen beginnen we allemaal met zoeken naar een poort naar jouw wereld. Het begint nu al donker te worden. Piccolo keek op. "Weet je Yoshi, ik zou jouw wel eens uit willen dagen voor een gevecht. Hier heb ik geen kans, maar in jouw wereld... Als we jou wereld vinden zou ik graag eens een kijkje nemen" Yoshi knikte. Maar Gohan keek een beetje bezorgd. "Maar Piccolo, hoe weet je nou of je ooit terug komen? Misschien kun je wel nooit een poort vinden terug naar deze wereld! Dan zit je daar voorgoed vast! "Piccolo glimlachte. "Weet je Puar, er is een legende... Op Namek werd die altijd verteld. Je moet het zo zien. Wij leven in een bepaalde demensie. Een soort verdieping in een toren. Deze toren bestaat uit oneindig veel verdiepingen. Elke verdieping is een andere wereld. Als er iets gebeurd is met de toren, kan dit alle andere werelden beïnvloeden. Als er iets mis gaat met de toren, komen alle werelden in problemen. Er vallen gaten tussen de verdiepingen. Hierdoor kunnen wezens en voorwerpen van de ene verdieping in de andere terechtkomen. Er zijn bepaalde wezens die de toren bewaken. Deze wezens… wij hebben er absoluut geen voorstelling van. Hun ware gedaante kunnen wij niet aan. Sowieso zijn er niveaus in de toren waar wij niet in terecht moeten komen. We zouden compleet doordraaien, omdat we gewoon niet kunnen bevatten hoe sommige werelden eruitzien. Nou, de bewakers van de toren hebben een enorme macht. Deze wezens zijn niet goed, en niet slecht. Ze bestaan, en doen hun werk. Meestal kunnen zijn de problemen die in de toren ontstaan wel oplossen. Maar soms… soms gebeurt er iets waar zij niks aan kunnen of durven doen. Af en toe kan het probleem alleen worden opgelost door middel van gevoelens. Deze wezens bezitten geen gevoelens. Zij weten wanneer ze een probleem niet kunnen oplossen. Dan roepen ze de hulp in van andere wezens, meestal stervelingen. Ze hebben de macht om zelf poorten te scheppen tussen verschillende niveaus van de toren. Ik denk dat hier ook het geval is. Puar mijn vriend, ik denk dat jouw en Yoshi nog heel wat te wachten staat. Wie weet, misschien zijn jullie nu al klaar voor de taak die jullie te wachten staat. Misschien moeten jullie eerst nog een andere wereld doorzoeken naar een derde lid voor jullie gezelschap. Misschien moeten jullie eerst nog een training ondergaan. Misschien allebei… en misschien is deze hele legende onzin, en komen die portalen door heel iets anders. Maar ik denk dat we jouw en Yoshi straks weer een tijdje zullen missen… en dat we jullie alletwee weer terug zullen zien. Waarschijnlijk met nog iemand anders.” Puar wist niet wat ze moest zeggen. Ze slikte. Piccolo keek haar glimlachend aan. “Puar, de bewakers van de toren weten wat ze doen. Als de legende waar is, en jij bent uitgekozen, dan is dat om een bepaalde reden. Ik zou me niet al teveel zorgen maken als ik jouw was.” Puar keek naar Yoshi. Die lag op de grond met zijn ogen half dicht. “Vind jij dit niet eng Yoshi?”, vroeg Puar. Yoshi deed een oog helemaal open en stak even geringschattend zijn tong naar buiten. “Je gaat me toch niet vertellen dat jij deze legende ook kent Yoshi?”, vroeg Piccolo. Yoshi knikte loom. “Als deze legende in twee werelden bekend is Puar, maakt dat hem wel een stuk aannemelijker he?”, zei Master Roshi. Puar slikte nog eens. Yoshi gaf haar een lik. Puar keek naar Yoshi. Ze zuchtte. “Nou ja, als het allemaal waar is hoef ik in elk geval niet alleen te gaan”, zei ze. Goku zei: “Kom op, we gaan nu allemaal gewoon naar bed, en morgen zien we wel wat het lot brengt.”. Iedereen knikte. Even later was het doodstil in het huis. |