F


Ik wandel door mijn huidig leven,
Ervoor had ik een stuk of zeven.
Maar dit leven is mij zo bijzonder,
Want in dit leven kwam een wonder.
īk Ken geen traan noch bittīre smart,
Er is een zonnetje in mijn hart.
Dit goud van geluk (verre van verguld),
Werd mij op zekīre dag onthuld.
Jij bent dat wonder, die zon ben jij,
Jij degene die maakt mij blij.
Aan jou mijn liefste zeg ik nu,
Ik hou met gans mijn hart van U.


D'8/10/98


back