Langs traag kabbelende beekjesbanen, Vaart het bloembladbootje voort, In haar kroontje haar laatste tranen, In haar hartje haar laatste woord, Het bloempje door 't gevoel bevangen, Drijft langzaam weg van beekjesbrug, Haar schouderblaadjes laat ze hangen, Ze wil nee, nimmer, nooit meer terug, Naar een brugje waar vol verlangen, Een jongedame hoopvol stond, Tot ze haar liefste zag gevangen, Door een ander meisjes mond. D' 22/10/99 |