Terug naar overzicht

WP 1 Speelveld en wedstrijdmateriaal

WP 1.1
Elke organiserende instantie (ontvangende vereniging) is verantwoordelijk voor de juiste afmetingen en markeringen van het speelveld, en draagt zorg voor alle voorgeschreven toebehoren en wedstrijdmateriaal.

WP 1.2
De uitvoering en markeringen van het speelveld voor een wedstrijd geleid door twee scheidsrechters moet overeenkomen met onderstaande schematische afbeelding.

WP 1.3
Bij een wedstrijd geleid door één scheidsrechter, fungeert de scheidsrech- ter aan dezelfde zijde als die van de jurytafel en nemen de grensrechters aan de overzijde plaats.

WP 1.4
De afstand tussen de doellijnen bedraagt minimaal 20 meter en maximaal 30 meter. De breedte van het speelveld bedraagt minimaal 10 meter en maximaal 20 meter. Bij dameswedstrijden, zijn de maximum afmetingen 25 meter lengte en 17 meter breedte. De speelveldbegrenzing bevindt zich aan iedere zijde op 0.30 meter achter de doellijn.

(KNZB-nr. 1 : De diepte van het speelveld mag nergens minder zijn dan 1.80 meter, bij voorkeur 2.00 meter.)

(KNZB-nr. 2 : De afmetingen voor dameswedstrijden gelden eveneens voor aspiranten II- en pupillenwedstrijden.)

(KNZB-nr. 3 : Toegestane afwijkingen van de speelveldafmetingen zijn opgenomen in Reglementsartikel E 5 resp. het betreffende competitie-reglement.)

(KNZB-nr. 4 : De minimum- en maximumtemperatuur van het water is geregeld in het Reglementsartikel E 6.)

WP 1.5
Voor wedstrijden onder auspiciën van de FINA voldoen de speelveld-afmetingen, de waterdiepte, de temperatuur en de lichtintensiteit aan het gestelde in FR 7.2, FR 7.3, FR 7.4 FR 7.5 en FR 8.3.

{(FINA-FR 7.2)
Speelveld heren: De afstand tussen de respectievelijke doellijnen bedraagt 30,0 meter. De breedte van het speelveld bedraagt 20 meter. De diepte van het water mag nergens minder zijn dan 1.80 meter (bij voorkeur 2.00 meter).

(FINA-FR 7.3)
Speelveld dames: Bij dameswedstrijden zijn de maximum maten 25,0 bij 17,0 meter. De diepte mag nergens minder zijn dan 1.80 meter (bij voorkeur 2.00 meter).

(FINA-FR 7.4)
De watertemperatuur is 26 graden Celcius, plus of min 1 graad tolerantie. (zie ook reglementsartikel E 6)

(FINA-FR 7.5)
De lichtintensiteit mag niet minder dan 600 lux bedragen.

(FINA-FR 8.3)
Bij Olympische Spelen en Wereldkampioenschappen mag de lichtintensiteit niet minder dan 1500 lux bedragen.}

WP 1.6
Aan elk van de beide speelveldzijden moeten duidelijke merktekens zijn aangebracht om het volgende aan te duiden:

witte merktekens - de doellijnen en de middenlijn
rode merktekens - de 2-meterlijnen
gele merktekens - de 4-meterlijnen
groene merktekens - de 7-meterlijnen

WP 1.7
Op elke speelveldbegrenzing achter de doellijn aan de zijde tegenover de jurytafel moet, om het terugkomvak aan te duiden, een rood merkteken zijn aangebracht op 2 meter gemeten vanuit de hoek van het speelveld.

(KNZB-nr. 5 : Bij een speelveld met een geringere breedte dan 15 meter worden deze merktekens naar verhouding dichter bij de zijlijnen geplaatst. Het aldus ontstane vak tussen doellijn, zijlijn en speelveldbegrenzing vanaf het merkteken, wordt het "terugkomvak" genoemd. Bij een speelveld waarbij de speelveldbegrenzing wordt gevormd door een lijn met drijvers, bevindt zich het "terugkomvak" direct achter deze lijn vanaf het merkteken tot aan de zijlijn.)

WP 1.8
Er moet voldoende ruimte zijn om het de scheidsrechters mogelijk te maken zich vrij van het ene naar het andere einde van het speelveld te verplaat- sen. Tevens moet ruimte voorzien zijn in het verlengde van de doellijnen ten behoeve van de grensrechters.