Animation3.gif (31947 bytes)

Nieuws

Een woord van waarschuwing aan alle bezoekers van deze site.

Tippelprostitutie is zowel in Nederland als België verboden, het is alleen toegestaan op de daarvoor door de Gemeentes aangewezen plaatsen (tippelzones). Tegenwoordig hebben veel Nederlandse gemeentes de APV (Algemene Plaatselijke Verordening) dusdanig aangepast dat OOK de prostituant (diegene die de prostituee oppikt) strafbaar is, ook prostituanten die duidelijk op zoek zijn naar een meisje in een gebied waar Illegaal getippeld wordt, kunnen hiervoor een boete krijgen, dit is dus alleen zo op de illegale tippelzones. Prostitutie is in Nederland toegestaan als men zich aan de daarvoor opgestellde regels houdt.

Verschijningsvormen van prostitutie in Nederland

In Nederland kent de prostitutie verschillende verschijningsvormen. Wij onderscheiden open vormen en gesloten vormen. Open vormen zijn straatprostitutie en raamprostitutie waar de werving (dus niet het prostitutiecontact) in het openbaar gebeurt. Bij gesloten prostitutie zoals, in seksclubs, privéhuizen en escortbedrijven vindt de werving in de beslotenheid plaats. Het aantal prostituees dat op jaarbasis in de Nederlandse prostitutie werkt wordt geschat op 25.000. De doorstroom in de prostitutie is groot. Prostituees wisselen regelmatig van werkplek. Het aantal prostituees dat op dag-of weekbasis werkt wordt dan ook geschat op 12.500.

Prostitutie wordt zowel door vrouwen als door mannen uitgeoefend. Meestal zijn de klanten mannen. In dit hoofstuk worden eerst de prostitutievormen door vrouwen voor mannen beschreven. De prostitutie voor mannen door mannen, meestal jongensprostitutie genoemd, zal daarna apart worden besproken.
Seksclubs
De grote opkomst van de seksclubs kwam in de jaren zeventig toen de seksuele moraal minder streng werd en de welvaart steeg. Seksclubs variëren in luxe, grootte, aantal prostituées.
Een seksclub is een prostitutiebedrijf met minimaal een bar. Er zijn clubs met danszalen, zwembaden, bubbelbaden en sauna’s. In de bar leggen de klant en de prostituee contact, meestal biedt de klant de vrouw ‘champagne’ aan en krijgt zij daarvan van de eigenaar een deel van de omzet. Als het ‘klikt’ gaan zij daarna naar een kamer in hetzelfde pand voor het seksuele contact. Prostituées moeten in een club actief klanten werven. De werving kan onder meer bestaan uit meedrinken, gesprekken onderhouden en stripteases uitvoeren. In hoeverre de prostituée gedwongen is om dit te doen en in hoeverre zij daar extra voor betaald krijgt hangt af van de exploitant van de seksclub. Ongeveer 45% van de in Nederland werkzame prostituees werkt in seksclubs en privéhuizen.
In clubs wordt veel met een percentagesysteem gewerkt, d.w.z. de exploitant krijgt een deel (meestal 50%) van wat de klant betaalt. Het nadeel hiervan is dat de exploitant er dus baat bij heeft dat de vrouw veel verdient. Hij zou haar kunnen aanzetten tot de verlenen van bepaalde duurdere diensten of om langer met de klant op de kamer te blijven.
Clubs kunnen ook facilitaire bedrijven zijn. In een facilitair bedrijf is de prostituee niet in dienst van de exploitant maar huurt zij faciliteiten, zoals een werkamer per tijdseenheid, schone handdoeken en lakens enzovoorts. Als een exploitant kiest voor een facilitair bedrijf is het belangrijk dat er geen enkele gezagsverhouding is; hij mag bijvoorbeeld niet tijden bepalen dat de vrouwen aanwezig moeten zijn of bepaalde kleding voorschrijven.

Privéhuizen
De opzet van een privéhuis is meestal kleinschaliger dan van een club, het bedrijf heeft het karakter van een woonhuis. Een aantal vrouwen zit in een huiskamer te wachten op potentiële klanten. Er is geen bar. De klant komt de kamer binnen en de meisjes worden één voor één aan hem voorgesteld. Als hij zijn keuze heeft gemaakt, gaat hij met de vrouw naar een kamer voor het seksuele contact.

Escort
Kenmerkend voor deze vorm is de tussenschakel die er bestaat bij de totstandkoming van een transactie tussen prostitutie en klant. Deze tussenschakel is een ‘bemiddelingsbureau’ of een advertentie met een telefoonnummer. In de escort gaat de prostituée naar de klant toe, meestal bij hem thuis of een hotel. Soms bestellen mannen ook een escort voor een avondje uit, al dan niet afgesloten met sex. De prostituée wordt per tijdseenheid ingehuurd. Het bemiddelingsbureau zorgt over het algemeen voor vervoer en zoveel mogelijk veiligheid voor de prostituée. Voor deze diensten en voor de bemiddeling krijgt het bureau een percentage. Het komt veel voor dat clubs of privéhuizen ook escortservice hebben. Van de in Nederland werkzame prostituees werkt zo’n 15% in de escort.

Thuiswerksters
De prostituée ontvangt de klanten thuis. Zij werft haar klanten via advertenties in kranten of de bekende briefjes bij de sigarenboer. Vaak hebben thuiswerksters een vaste klantenkring. De prostituée werkt geheel onafhankelijk Zij bepaalt zelf hoe het contact met de klant verloopt en welke afspraken worden gemaakt. Ongeveer 5% van de prostituees werkt zelfstandig thuis.

Straatprostitutie (tippelen)
De prostituée werft haar klanten op straat en /of in publieke ruimtes zoals een station of een café. Na onderhandelingen over prijs en diensten neemt zij haar klant mee naar een plek waar zij hem de beloofde seksuele diensten kan verlenen. Dit kan gewoon buiten of in de auto zijn, maar ook bij hem thuis of in een prostitutiehotel (hotel in rosse buurt waar kamers voor een korte periode te huur zijn). Deze vorm van prostitutie valt niet onder artikel 250bis het Wetboek van Strafrecht omdat er geen sprake is van exploitatie van prostitutie. Op veel plaatsen is er een tippelverbod ingesteld om de overlast die straatprostitutie meestal met zich meebrengt tegen te gaan.
Straatprostitutie is in principe de meest vrije vorm van prostitutie. Helaas werkt het niet altijd zo. In vroeger dagen hadden vrouwen die op straat werkten vaak een ‘beschermheer’ of ook wel pooier genoemd, die zich vaak als baas gedroegen en profiteerden van de inkomsten van hun vrouw.
Door de eeuwen heen zijn er altijd bepaalde gebieden geweest waar er getippeld werd. In de rosse buurten werd ook altijd naast de andere vormen van prostitutie, getippeld. Buurten waar van oudsher getippeld werd kwamen hiertegen in opstand toen de drug heroïne zijn intrede had gedaan in de Nederlandse samenleving en er steeds meer vrouwen waren die hun verslaving trachtten te bekostigen door middel van prostitutie. Hierdoor veroorzaakte de tippelprostitutie veel meer overlast dan toen alleen ‘professionele’ prostituées daar werkten. De verslaafde vrouwen hadden niet de werkcodes die onder prostituées gelden en met de verslaafde vrouwen kwamen de dealers. Jarenlang is er een opjaagbeleid gevoerd tegen de tippelprostitutie. Politieoptreden leidde alleen maar tot verplaatsing van het probleem naar andere buurten. Het opjaagbeleid zorgde ook voor meer onveiligheid van de verslaafde prostituees die niet meer de tijd namen om een klant te checken alvorens bij hem in de auto te stappen. Het geweld tegen (verslaafde) prostituees nam in die tijd toe. Ook ten aanzien van de tippelprostitutie zagen veel gemeentes zich genoodzaakt regulerend op te treden. In een aantal grote steden zijn sinds enkele jaren op verlaten terreinen gedoogzones ingericht, waar verslaafde vrouwen in de avond en nacht mogen tippelen. In totaal werken er op jaarbasis ongeveer 1250 prostituees op straat.
Bij sommige tippelzones is vaak een ‘huiskamer' gevestigd, waar de vrouwen even kunnen bijkomen van hun harde werk op straat. Er zijn huiskamerprojecten in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag Utrecht, Arnhem, Nijmegen en Groningen. De eerste huiskamers werden opgericht door katholieke zustergemeenschappen die zich het lot van de heroïnehoertjes aantrokken. Zij wilden een veilige plek creëren, waar de vrouwen niet werden veroordeeld, noch voor hun werk als prostituee, noch voor hun verslaving.
Inmiddels zijn de huiskamers erkende hulpverleningsinstituten geworden waar tippelaarsters terecht kunnen voor een douche, condooms kunnen kopen, spuiten kunnen ruilen, een bezoek kunnen brengen aan de arts en waar een luisterend oor of juist een moment rust kunnen vinden in hun hectische bestaan. Het laagdrempelige karakter van de huiskamer is niet veranderd.

Raamprostitutie
De prostituée huurt een raam plus werkruimte van exploitant voor een bepaalde tijdsperiode, vaak per dag of dagdeel. De prostituée is verder onafhankelijk en werft zelf haar klanten en onderhandelt ook zelf over de prijs en de te verlenen diensten. Een oude term en werkwijze in de raamprostitutie is het zogenaamde uitpezen. De prostituée bepaald een bedrag waarvoor de klant binnen mag komen. Daarna moet er voor elke extra dienst die zij aanbiedt worden bijbetaald. Raamprostitutie is een typisch Nederlandse vorm van prostitutie. Deze vorm is ontstaan door het gedogen van ‘stille’ prostitutie in de oude rosse buurt in Amsterdam rond de oude kerk. Waren in het begin de gordijnen geheel gesloten, hoe minder streng de seksuele moraal hoe verder de gordijnen open gingen. Nadat de gordijnen geheel open mochten ging de onthulling verder door middel van steeds minder kledingstukken die de prostituée droeg. Inmiddels zijn de gordijnen alleen nog dicht als de prostituée een klant heeft. Nadat de commercie in de rosse buurten zijn intrede had gedaan, werden de ramen kleiner en de vrouwen bloter.
In Amsterdam zijn de traditionele raamprostitutiebuurten de Wallen, gebied rond de singel, de Ruysdaelkade. In Rotterdam wordt de raamprostitutie sinds de jaren zeventig niet meer gedoogd. In Den Haag zijn de Poeldijkse straat, de Geleenstraat en de Doubletstraat, in Alkmaar is er een gedooggebied voor ramen op de Achterdam, in Arnhem is het Spijkerkwartier de rosse buurt. In Utrecht is een bijzondere vorm van raamprostitutie, de vrouwen zitten aan het Zandpad achter de ramen van woonboten. Twintig procent van de prostituees werkt achter de ramen.

Het is afhankelijk van de wensen van de vrouw welke vorm van prostitutie zij verkiest.
Werken in een club garandeert vrij goede veiligheid en anonimiteit. Daar staat tegenover dat een vrouw vaak niet helemaal zelf kan bepalen welke klanten bedient en welke diensten zij verleent. Daarvan is zij afhankelijk van de regels van de clubeigenaar. Aan een privéhuis zitten minder nadelen verbonden omdat de secundaire werkzaamheden als meedrinken, striptease en dergelijke daar meestal niet van toepassing zijn. Escortwerk is niet erg veilig, maar geeft de prostituée wel veel vrijheid. Thuiswerksters hebben alle vrijheid, vaak wordt de veiligheid gegarandeerd door de partner die zich ophoudt in een andere ruimte in het huis. Nadeel hierbij is dat letterlijk het werk mee naar huis wordt genomen. Raamprostitutie geeft de vrouw ook veel vrijheid, de veiligheid is redelijk, maar de anonimiteit is klein. Een ander nadeel is dat een vrouw nog voor zij geld verdient heeft de raamhuur moet betalen. Werken op straat biedt weinig tot geen veiligheid, wel biedt het alle vrijheid. De vrouw is nergens aan gebonden en werkt alleen wanneer zij besluit dat te doen.

Jongensprostitutie
Prostitutie voor en door mannen wordt vaak ‘jongensprostitutie’ genoemd. De term homoprostitutie wordt ook wel gebruikt maar is niet helemaal juist. De term jongensprostitutie vermoedt dat het om minderjarigen gaat, wat doorgaans niet het geval is. Veel van de jongens die werken in de prostitutie zijn bi- of heteroseksueel. Jongensprostitutie vindt plaats in seksclubs, privéhuizen, via escortservices, op straat en in bars. Er zijn geen jongens te vinden achter de ramen. In de jongensclubs en privéhuizen lijkt de organisatie erg op de huizen waar vrouwen werken. Hetzelfde geldt voor de escortservices. Jongens die in deze georganiseerde vormen van prostitutie werken zijn vergeleken bij de andere vormen vaker homoseksueel, staan professioneler in hun werk, en zijn mentaal en fysiek gezonder. Maar de eerste twee vormen nemen een kleiner deel van de totale markt in dan bij prostitutie door vrouwen.
Een groot deel van de jongensprostitutie speelt zich af in een meer informeel circuit. In de grote steden bestaan er zogenaamde prostitutiebars in de homo-uitgaansgebieden waar klanten en jongens elkaar ontmoeten. Andere plaatsen waar jongens en klanten elkaar vinden kunnen zijn homosauna’s, bioscopen, NS stations, parken of gebieden die bekend staan als homo-ontmoetingsplaatsen. Het komt veel voor dat de jongens die in het informele circuit werken drugs-, gok- en/of alcoholproblemen hebben. Dak- en thuisloosheid komt relatief veel voor onder deze groep. Een groeiend aantal is afkomstig uit Oost Europa en heeft ook problemen met illegaliteit.

De verdiensten van de prostitutie.
De prijs van de betaalde liefde is niet alleen in geld uit te drukken maar ook in overdrachtelijke zin. De klant koopt niet alleen sex, hij koopt discretie, en koopt de sociale verplichtingen als trouw en verzorging af. Aan de andere kant wordt de prostituée niet alleen betaald voor haar seksuele diensten, maar het geld is ook een compensatie voor haat statusverlies, zij ‘verkoopt’ haar eer.

Prostitutieprijzen
De prijzen in de prostitutie zijn heel moeilijk te geven. Vaststaat dat de prostitutie de enige economische sector is waarin de prijzen de laatste twintig jaar hetzelfde zijn gebleven. In principe komt de klant van een raamprostituée ‘binnen’ voor 50 gulden. De prostituée noemt dit dat zij haar klant aanslaat voor fl 50,-. De raamhuur per dag is ten minste fl 100,- maar vaak ook meer. De vrouw moet dus al twee klanten hebben gehad voor zij gaat verdienen.
De prijzen in een club liggen veel hoger maar daar moet een percentage worden afgedragen aan de exploitant. De meest voorkomende verdeling is fifty/fifty, maar het gebeurt ook wel dat de exploitant een groter deel krijgt.
Uit een onderzoek naar de verdiensten van de prostitutie blijkt dat als de verdiensten van de prostitutie worden omgerekend naar uurloon daar cijfers uitkomen die veel lager liggen dan algemeen werd aangenomen. Zo verdient een raamprostituee per uur slechts ƒ19,-, een tippelaarsters houdt per uur ƒ53, over, in een club verdienen vrouwen ƒ32,-. De hoogste ‘uurlonen’ zijn te vinden bij de call girls die via een escortbureau werken en de thuiswerksters. De gemiddelde verdiensten per uur zijn ƒ30,-. De oorzaken voor de grote verschillen per prostitutievorm moeten worden gezocht in het aantal uren met en zonder klantcontact. Achter het raam en in de club wordt vaak lang op klanten gewacht. De vrouwen werken dus vele uren zonder dat zij verdienen. Thuiswerksters en call girls werken alleen op het moment dat zij een klant hebben. Straatprostituees verdienen relatief meer per klant omdat zij, net als thuiswerksters trouwens, al het verdiende geld zelf kunnen houden en niet een percentage hoeven af te dragen aan de baas of de raamhuur te betalen.
Wat opvalt is dat de prijzen die de klant betaalt de laatste twintig jaar niet zijn gestegen. De inkomsten van de prostituees zijn, gezien de inflatie, in vergelijking met andere sectoren dus veel minder geworden.
Belastingen
Anders dan vaak wordt verondersteld veel exploitanten en veel zelfstandig werkende prostituees al wel belasting. Ook de belastingdienst heeft vaak een onjuist beeld van de verdiensten van de prostitutie en wordt er vaak te hoog aangeslagen en worden de aftrekposten niet meegerekend.

Belangenorganisaties

Prostituees
In 1985 werd Stichting De Rode Draad opgericht, een belangenorganisatie van prostituees en ex-prostituees. Deze vrouwen wilden opkomen voor hun rechten en het stigma hoer doorbreken. Zij hebben geen problemen met hun vak op zich, maar wel met de manier waarop er door de buitenwereld tegenaan wordt gekeken. Zij gebruiken het woord hoer, dat eeuwenlang (en nu nog steeds) een scheldwoord is geweest, als geuzennaam. Voor de meeste vrouwen die in de prostitutie werken is het nog wel heel moeilijk om naar buiten de treden met hun beroep. Uit angst voor het stigma en voor uitstoting leiden zij vaak een dubbel leven; hun omgeving weet niet dat zij prostituee zijn. Hierdoor kunnen zij niet opkomen voor hun rechten. De vrouwen van De Rode Draad werpen zich op als spreekbuis van al die vrouwen die hun anonimiteit niet willen verliezen. De Rode Draad ijvert voor de erkenning van prostitutie als beroep. De wetten die ooit gemaakt zijn om vrouwen te beschermen tegen uitbuiting, zijn er nu de oorzaak van dat prostituees zich in een rechteloze situatie bevinden. De Rode Draad is daarom voorstander van het opheffen van het bordeelverbod. De juridische positie van de prostitutie kan dan worden verbeterd. Voor een betere sociale positie van de prostituee zal er echter een mentaliteitsverandering in de samenleving nodig zijn.

Exploitanten
De eigenaren van prostitutiebedrijven hebben zich ook in verschillende organisaties verenigd. Clubs en privehuizen kunnen zich aansluiten bij de Vereniging Exploitanten Relaxbedrijven (de VER). De V.E.R. (sinds 1991) streeft naar, voor iedere betrokkene, werkbare regelgeving en goede omstandigheden in een legale situatie. Al is haar eerste zorg de leden; zij zal zich beijveren zich voor innovatie in en om de branche, op elk denkbaar terrein, om daarmee tevens het aanzien te verbeteren. Men wil de clubs, privéhuizen, massagesalons en erotische cafés en escortbedrijven graag ingebed zien in de bestaande maatschappelijke structuren, reden om in goed contact te blijven met de overheid, bedrijfsleven en publiek. Speciaal voor de exclusieve clubs van Nederland bestaat de Excellent Groep. Raamexploitanten hebben zich per stad verenigd in het Samenwerkend Overleg Raamexploitanten (SOR). De verschillende steden worden door afgevaardigden in het landelijke SOR vertegenwoordigd. (zie ook Netwerk en adressen)

Migrantenprostituees
Er zijn veel buitenlandse prostituees werkzaam in de Nederlandse prostitutie. Vrouwen uit andere Europese landen, maar ook uit Zuid-Amerika Afrika, Zuid-Azië en Oost-Europa. Personen afkomstig uit de Europese Unie (EU) hebben dezelfde arbeidsrechten als Nederlandse burgers, maar niet- EU- onderdanen mogen hier niet werken, ook al hebben ze een vergunning voor tijdelijk verblijf (bv een toeristenvisum). Er is in de Nederlandse prostitutiebranche wel een markt voor deze vrouwen, het is lucratief werk en daarnaast is het een economisch gegeven dat mensen uit armere landen naar rijke landen trekken om in de informele sector geld te verdienen. De aanwezigheid van deze vrouwen is jarenlang gedoogd. Zij verkeren door hun illegale status vaak in een veel zwakkere positie dan hun Nederlandse collega’s. Vaak kennen ze het Nederlandse rechtssysteem niet goed en beheersen ze de taal niet. Dit maakt hen vaak kwetsbaar. Er zijn personen die misbruik maken van hun situatie, bijvoorbeeld door hen tegen een forse betaling zogenaamd te beschermenen of hen te chanteren.

Vrouwenhandel
De laatste jaren is de problematiek hoger op de politieke agenda komen te staan. Vanuit de vrouwenbeweging wordt gepleit voor meer aandacht voor (de slachtoffers van) vrouwenhandel. Er is een regeling (B 17) dat slachtoffers van vrouwenhandel in Nederland mogen blijven gedurende de behandeling van haar zaak. Daarbij wordt juridische, financiële en psychologische hulp geboden. Na de afhandeling zal het slachtoffer het land moeten verlaten. Het grote aandeel dat migrantenprostituees in de Nederlandse prostitutie vormen, maakt dat ook politiek en politie zich actief met het onderwerp bemoeien. In delen van het land is de Vreemdelingenpolitie actief bij op sporen van illegale prostituees door middel van zeer frequente controle in seksclubs. In Amsterdam is in het gedoogstelsel als eis opgenomen dat een exploitant niet mag verhuren aan prostituees zonder de juiste papieren. Mocht hij daar toch op worden betrapt dan raakt hij zijn vergunning kwijt en wordt zijn seksclub gesloten.
Deze maatregelen die bedoeld zijn om zowel vrouwenhandel als de aanwezigheid van illegale vreemdelingen te bestrijden, dragen een risico met zich mee. De kans dat vrouwen werkelijk weggaan of niet meer komen is niet heel groot. De economische wetmatigheid dat arm naar rijk stroomt blijft bestaan. Als er voor de vrouwen geen mogelijkheid meer is om in het legale circuit werk te vinden zullen zij op zoek gaan naar illegale werkplekken of deze zullen voor hen worden gecreëerd. In de illegaliteit zijn zij extra kwetsbaar voor uitbuiting en afpersing. De kans is groot dat zij afhankelijk worden van de (georganiseerde) criminaliteit voor bijvoorbeeld valse papieren of werkplekken in het illegale circuit. De positie van de migrantenvrouwen zal dan worden gekenmerkt door afhankelijkheid en onzelfstandigheid zonder een enkele vorm van rechtsbescherming. Bovendien zal de greep van de georganiseerde misdaad op de prostitutiebranche steviger worden in plaats van verdwijnen. Daarmee zouden de voordelen van de regulering weer teniet worden gedaan.
De problematiek van migrantenprostituees is heel complex en is niet op te lossen door een simpel verbod. Het verdient nationale en bij voorkeur internationale belangstelling en aanpak.