Het konijntje.

Samson en Gert passen op Stampertje. Dat is het konijntje van het neefje van Marlèneke. Dat vindt Samson pas leuk! Maar hij vindt wel dat Stampertje in zo'n klein hokje zit. Samson zet daarom het konijntje in de woonkamer. Het huppelt vrolijk heen en weer. Samson kijkt ernaar. Hij is heel blij dat Stampertje nu zoveel kan bewegen als hij maar wil.

Hé, wie roept daar "Samson"? Het is Gert, hij maait juist het gras. Samson moet even helpen het gras weg te brengen. Als Samson weer in de woonkamer komt, is het konijntje weg. Samson zoekt overal. Onder de grote stoel, onder de tafel, achter de kast. Maar hij kan Stampertje niet vinden. Samson vertelt alles aan Gert. Samson toch, zegt Gert. Zo'n konijntje mag je niet zomaar los laten lopen. Het is vliegensvlug. Gert zoekt in de keuken, in de tuin, in het tuinhuisje, maar hij kan het diertje ook nergens vinden. Het is vast al heel ver weggelopen, zucht hij. Gert is een beetje ongerust. Marlène zal vast heel boos zijn als ze hoort dat Stampertje zoek is. En Samson kan wel huilen: het neefje van Marlène zal vast heel verdrietig zijn als hij zijn konijntje kwijt is. Wat moeten ze nu toch doen?

Kom, zegt Gert, we gaan bij boer Teun een nieuw konijntje kopen. Dan is het neefje van Marlène misschien niet zo verdrietig...en Marlèneke niet zo boos! Dat vindt Samson een prachtig plan.

Samen gaan ze op pad. Als Samson en Gert bijna bij boer Teun zijn aangekomen, blijft Gert ineens stil staan. Kijk, fluistert hij. En wat zien ze: een grappig klein konijntje dat lekker aan een stuk kool knabbelt terwijl het languit in het veld ligt... Het is Stampertje! Vlug pakt Gert het beestje bij zijn nekvel. En dan rennen ze blij naar huis. Stampertje moet weer in zijn hokje. Morgen mag je weer huppelen, belooft Samson hem. Maar dan blijf ik wel de hele tijd bij je!

 

 

 

terug / stoppen