De avonturen van Roderik deel
4
Jonkvrouw Cecilia wordt uitgenodigd.
Nog dezelfde middag liet Roderiks moeder de
kasteelklerk komen. Een klerk was iemand die kon schrijven. Ridders
schreven niet, op z'n best konden ze een beetje lezen. Nee, vechten
en jagen was veel belangrijker. Dames zoals Roderiks moeder konden
best lezen en schrijven, maar ze deden het niet. Schrijven was werk
voor klerken en monniken. Daarom liet Roderiks moeder de kasteelklerk
komen en die schreef een mooie brief, waarin de jonkvrouw werd
uitgenodigd voor een grote jachtpartij. Dan gingen de ridders en
jonkvrouwen overdag jagen en 's avonds aten ze al het gevangen wild
op. De brief van Roderiks moeder ging dezelfde dag nog naar jonkvrouw
Cecilia. Zou ze komen?
Jonkvrouw Cecilia's
antwoord.
Meester Beer had de koerier weg zien gaan. Hij
werd er helemaal zenuwachtig van. De rest van de dag en de hele nacht
bleef hij bij de poort in de kou staan wachten op het antwoord van
jonkvrouw Cecilia. Dat kwam gelukkig al gauw. De volgende morgen zag
meester Beer een sneeuwwolk op de weg naar Dundik. De sneeuwwolk werd
groter en groter, en ja hoor, het was de koerier. Met een brief van
jonkvrouw Cecilia.
- Lees voor, man! zei meester Beer nog voor de
koerier van zijn paard kon stappen.
- Nee, meester Beer, antwoordde hij, - ik moet de
brief aan mevrouw geven. Het spijt me.
En snel liep hij naar de kamer van Roderiks
moeder.
De koerier brengt een
brief.
Roderik zat net met z'n vader en moeder aan het
ontbijt, toen de koerier binnenkwam. Hij werd op de hielen gevolgd
door meester Beer, die er uitzag of hij naar Dundik heen en weer was
gereden. Zo had hij in spanning gezeten.
- O, kijk eens aan, zei Roderiks moeder, - dat
moet een brief van Cecilia zijn. Geef maar hier, beste man, en ga
maar iets te eten halen in de keuken.
Roderiks moeder maakte de brief van Cecilia open
en las hem voor.
Wat zou erin staan?
dat lees je volgende
keer...

terug / stoppen