Profielwerkstuk
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


                                                                                         

 

       

Activiteiten

 

             

 

 

 



 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Door: Jeroen Smit & Jurriaan Barth.

Begeleider: J.Lautenbach.

 

 

 

Inleiding.

 

Wij hebben voor dit onderwerp gekozen omdat het actueel is en wij het ook wel interesant vinden. Het is actueel omdat je heel veel mensen hoort over het kwartje van Kok (verhoging van de belasting op de benzineprijs), en de dreigende oorlog tegen Iraq. Wij wensen u dan ook veel leesplezier.

 

 

 

 

 

Pernis bij avond

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inhoudsopgave.

 

  1. Wat is shell

·        Hoe is de organisatie opgebouwd en waar zit het?

·        Wat maakt Shell

·        Wat heeft Shell met het milieu te maken?

  1. Wat is de Opec?

·        Hoe is de organisatie opgebouwd en waar zit het?

·        Wat produceert de opec en waar gaat het naartoe.

  1. Wat hebben Shell en Opec met elkaar te maken?

·        Is er een samenwerking tussen de Opec en Shell?

·        Kunnen zij de prijs bepalen?

·        De aandelen van shell vergeleken met de olieprijs.

  1. Conclusie.
  2. Bronnen.
  3. Logboek.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat is Shell?

 

1. De Geschiedenis van Shell

 

De kinderjaren

Al in de oudheid was aardolie bekend en werden er toepassingen voor gevonden. Zo gebruikten de Noord-Amerikaanse indianenstammen, die aan de kust van de Stille Oceaan woonden, aardolie die uit de zeebodem omhoogborrelde voor het waterdicht maken van dierenhuiden. Ook als geneesmiddel (door de mond in te nemen) werd ‘steenolie’ ooit aanbevolen. Het bereikte resultaat hiervan is niet bekend.

Pas in het midden van de 19e eeuw werd aardolie een stof waar bewust naar werd gezocht. ‘Kolonel’ Edwin L. Drake boorde in de Amerikaanse staat Pennsylvania in 1859 de eerste commerciële oliebron. Het begon met ongeveer 20 vaten per dag. Ondanks dat steeg de grondprijs rond Drakes primitieve boortorentje in korte tijd tot het duizendvoudige. Drie jaar later produceerden de Verenigde Staten drie miljoen vaten vloeibaar zwart goud. En dat terwijl de auto nog niet eens was uitgevonden. Omstreeks 1890 was de olie nog vrijwel uitsluitend voor verlichtingsdoeleinden in gebruik. Je had bijvoorbeeld Royal Daylight, dat was lampolie. De naam slaat meer op de goudgele kleur dan op de geur van de lampolie. De vreugde om de olielamp was overigens van niet al te lange duur, want in hetzelfde jaar 1890 stonden er in Nederland al vier elektriciteitscentrales. Weldra zou het olielicht ruimschoots worden overstraald door de gloeilamp.

Naast stookolie, lampolie en paraffine voor kaarsen ontstond bij de verwerking van ruwe olie het ‘waardeloze’ bijproduct benzine, dat in de open lucht werd verbrand. Maar toen waren er al mensen, zoals Ford en Peugeot die aan hun automobielen werkten.

 

‘Samen verder’

Rond 1900 had je oliemaatschappijen. Twee voorbeelden daarvan zijn De ‘Koninklijke’ en ‘Shell Transport’. De ‘Koninklijke’ werd geteisterd door ups en vooral downs in de oliewinning. ‘Shell Transport’ had ontdekt dat de ene olie de andere niet is. Noodgedwongen zochten de twee van tijd tot tijd toenadering. Contacten die wel eens resulteerden in een afspraak. Ze richtten bijvoorbeeld in 1903, samen met de bankiers Rotschilds, een verkoopmaatschappij op, waarmee zij in de Aziatische gebieden samen optraden, terwijl zij in de rest van de wereld volledig gescheiden werkten. De gemeenschappelijke verkooponderneming noemden zij ‘Asiatic Petroleum Company Ltd.’.

Het gezamenlijke belang bracht de beide maatschappijen dichter tot elkaar, zodat vier jaar later zelfs werd besloten tot volledige samenwerking, met behoud van eigen identiteit. Hierdoor ontstond in principe wat later de ‘Koninklijke/Shell Groep van Maatschappijen’ is gaan heten. De beide moedermaatschappijen zouden de dividenden ontvangen die uit de activiteiten van de werkmaatschappijen voortvloeiden. Samuel (directeur van Shell Transport) stelde een fiftyfifty verhouding voor, maar de toenmalige directeur van de ‘Koninklijke’, Henri Deterding, wist te bedingen dat zijn maatschappij zestig procent toekwam.

Dankzij het tijdig samengaan overleefden ze het niet alleen beide, maar groeiden ze uit van lampolieleverancier tot ‘openlegger’ van energiebronnen op wereldschaal en producent van de belangrijkste energiedragers.

 

 

 

 

 

 

Groepsstructuur

Als je nu een recent organisatieschema van de Koninklijke/Shell Groep vergelijkt met versies uit het verleden zie je dat de basisstructuur uit de beginjaren eigenlijk nooit is veranderd. Het begrip ‘Koninklijke/Shell Groep’ staat voor samenwerken – niet samenvloeien – van twee afzonderlijke maatschappijen: de N.V. Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij en The ‘Shell’ Transport and Trading Company. Ze waren eerst concurrenten, tot ze in 1907 besloten een alliantie aan te gaan. Dit deden ze door de belangen te bundelen en een verdeling van de gemeenschappelijke aandelen overeen te komen. De twee oorspronkelijke maatschappijen werden moedermaatschappijen, met belangen van 60 % voor de ‘Koninklijke’ en 40 % voor ‘Shell Transport’ in twee nieuw gevormde houdstermaatschappijen: de N.V. De Bataafse Petroleum Maatschappij in Den Haag en The Anglo Saxon Petroleum Company Ltd. In Londen. Geruime tijd later gingen ze over in respectievelijk Shell Petroleum N.V. en the Shell Petroleum Company Ltd. De 60/40 verhouding bestaat nog steeds. De Groep kent verder dienstverlenende maatschappijen, die de werkmaatschappijen op allerlei gebieden assisteren en die vaak de schakel vormen tussen de werkmaatschappijen en de houdstermaatschappijen.

De aandelen van de moedermaatschappijen kwamen voor het overgrote deel in handen van particuliere en institutionele beleggers. De moedermaatschappijen waarmee alles begon, beheren de aandelen van de houdstermaatschappijen. Deze oefenen op hun beurt een beheer- en financieringsfunctie uit voor de honderden werkmaatschappijen. Ze beoordelen de financiële resultaten en de investeringsprogramma’s. Ook verschaffen ze – soms als aandeelhouder, soms als financier – geldmiddelen waar dat nodig blijkt te zijn. Shell Petroleum N.V. en The Shell Petroleum Company Ltd. bezitten gezamenlijk dan wel afzonderlijk de aandelen van de dienstverlenende maatschappijen.

 

 

Plaatje van shell vrachtwagen van vroeger

 

 

 

 

 

Periode van W.O 1 tot en met W.O 2

Zoals elke grote oorlog, zorgde de Eerste Wereldoorlog voor stilstand, terugval en afbraak, maar tegelijk voor een versnelling van de technische ontwikkelingen. Vijandelijkheden verstoorden in hoge mate de Shell-vervoerslogistiek. De Duitse onderzeeboten waren toen al gevreesd en de Noordzee wemelde van de zeemijnen. Daar stond tegenover dat het verkeer te land, ter zee en in de lucht enorme impulsen kreeg. Snelheid en doeltreffendheid waren immers de sleutel tot overleving. Ook Shell maakte een onstuimige periode mee. Zo werden de bezittingen in Roemenië volledig vernield en werd in Rusland tijdens de revolutie alles onteigend. Maar in Californië bloeide Shell.

In 1919 maakten Alcock en Brown de eerste non-stop vlucht van Noord-Amerika naar Europa, daarbij gebruik makend van Shell-brandstof. Betere reclame was er niet! In de havensteden over de hele wereld werden bunkerstations voor stookolie gebouwd.

Nadat in 1919 Shell Aviaton Service was opgericht, bedroeg de dagproductie van de Groep een jaar later al meer dan honderdduizend vaten, dat was ruim 5 % van het wereldtotaal. Het fraaie Haagse kantoor aan de Carel van Bylandtlaan gaf eind 1920 werk aan het toen aanzienlijk aantal van 607 mannen en vrouwen. Op 20/21 mei 1927 verbond Charles Lindbergh in een klein eenmotorig vliegtuig New York met Parijs. Zijn zegetocht werd het begin van een dicht net van internationale luchtvaartverbindingen en daarmee een enorme afzetpotentieel van hoogwaardige brandstoffen.

De beruchte crisis die in 1929 begon, was voor de Koninklijke/Shell minder rampzalig dan voor vele andere ondernemingen. De behoefte aan olieproducten bleef, al moest ook Shell heel wat mensen ontslaan en in 1931 een algemene salarisverlaging doorvoeren.

 

Enkele dagen voordat in september 1939 W.O 2 uitbrak, week een kleine Haagse kern van medewerkers naar Londen uit. Op 10 mei 1940, de dag dat nazie-Duitsland Nederland overrompelde, werd het Haagse hoofdkantoor statutair naar Curaçao verplaatst. Tijdens de hele oorlog had Shell een grote taak bij de bevoorrading van brandstoffen aan de geallieerden.

Ondanks ernstige verliezen aan mensen en schepen bleef de Shell vloot varen. Er werd nauw met de geallieerde regeringen samengewerkt om de aanvoer van olieproducten zoveel mogelijk veilig te stellen. De tankers stonden onder beheer van de overheid. Tijdens de vijandelijke acties gingen 87 Shell-schepen verloren. Toen de oorlog voorbij was, volgde ook voor de Koninklijke/Shell Groep een periode van herstel. Overal moesten beschadigde en vernielde installaties worden gerepareerd of herbouwd. Voor de oorlog was de raffinaderij in Pernis al tot de verwerking van meer dan een miljoen ton aardolie per jaar gekomen.

Nu, na de oorlog, groeide Pernis uit tot een van de grootste en complexe raffinaderijen ter wereld.

In 1949 werden de opkomende chemische activiteiten op het terrein van Shell in Pernis gebundeld onder de naam Shell Chemische Fabrieken N.V.

De vraag naar olieproducten nam sterk toe en zorgde ervoor dat Shell voortdurend uitbreidde op allerlei fronten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De vondst van de eeuw

In 1959 werd er in de Nederlandse bodem gas ontdekt. De Nederlandse Aardolie Maatschappij (was in het bezit van Shell en Esso) had al gas gevonden bij Coevorden, maar boorde in 1959 de ‘gasbel in Slochteren’ aan. Ze dachten eerst dat de reserves niet zo nuttig was, omdat er niet zoveel gas in Nederland was. Maar in de jaren daarna ontdekten ze dat er een gigantisch veld onder de Groningse klei lag. Daar zat ongeveer 2700 miljard m³ in de grond. Ze gingen later ook in de Noordzeebodem boren. Daar hebben ze toen ook veel aardolie en aardgas gevonden. Na 1963 werden er speciale tankers gebouwd voor het vervoer van vloeibaar gas.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2. Wat maakt Shell?

 

Olieproducten

Olieproducten omvat alle activiteiten waarmee ruwe olie uit de put wordt omgevormd tot Shell-producten voor de klant. Daarbij gaat het om de aanvoer, de handel en het transport van ruwe olie en producten, belangen in meer dan 50 raffinaderijen overal ter wereld en de verkoop van transport- en stookolie, smeermiddelen, specialiteiten en technische diensten. Per dag bedient Olieproducten circa 25 miljoen consumenten via 56.000 tankstations – ‘s werelds grootste netwerk van tankstations onder één merk. Shell Global Solutions exploiteert Shell’s technologie en expertise door het leveren van innovatieve oplossingen aan klanten om hun prestaties te verbeteren.

 

Duurzame energie

Duurzame energie produceert en verkoopt energie uit zon, wind en andere duurzame bronnen. Er worden zonnecellen, -modules en -systemen geproduceerd in Duitsland en Nederland en verkocht in Europa, Noord-Amerika, Azië en Afrika. Shell richt zich op de ontwikkeling en exploitatie van windparken en de verkoop van groene elektriciteit, gebruikmakend van haar kracht op het gebied van projectmanagement en offshoreactiviteiten. Duurzame energie exploiteert ook duurzaam beheerde bossen.

 

Gas en Electriciteit

Gas is de schoonste conventionele brandstof. Shell verwerkt en transporteert aardgas, ontwikkelt elektriciteitscentrales en verkoopt aardgas en elektriciteit aan een diverse reeks afnemers. Shell is een voortrekker bij de ontwikkeling van de LNG-industrie en is marktleider met belangen in vijf LNG-installaties en een aantal geplande uitbreidingen en nieuwe installaties. Gas en Elektriciteit heeft belangen in aardgaspijpleidingen, elektriciteitsopwekking (hoofdzakelijk via Shell’s joint venture InterGen), verkoop- en handelsactiviteiten en een leidende positie bij technologie voor omzetting van gas in vloeibare producten.

 

Chemie

Chemie produceert en verkoopt petrochemische grondstoffen, polyethyleen en polipropyleen aan industriële afnemers over de hele wereld. Chemische producten leveren een belangrijke bijdrage aan veel aspecten van het moderne bestaan. Zij worden op grote schaal gebruikt in kunststoffen, coatings en oplosmiddelen, die weer worden verwerkt in producten zoals warmte- en elektrische isolatie, medische apparatuur en steriele hulpmiddelen, computers, lichtere en efficiëntere voertuigen, verf en biologisch afbreekbare oplosmiddelen.

 

Andere activiteiten

Shell Hydrogen investeert in waterstof- en brandstofceltechnologie om een leidende positie voor de Groep in de waterstofeconomie op te bouwen.

 

Shell Capital omvat de activiteiten van de Groep op het gebied van financiële dienstverlening en biedt financiering, creditcards en andere financiële producten aan particuliere en zakelijke klanten in de energie- en de transportsector.

 

Shell Trading omvat de handelsactiviteiten van Shell overal ter wereld, waaronder een wereldwijde portfolio van ruwe olie, raffinageproducten, aardgas, elektriciteit en chemische producten. De verhandelde volumes bedragen circa 11 miljoen vaten olie-equivalent per dag.

 

Shell Consumer onderzoekt de behoeften van de individuele consument en richt zich op uitbreiding van onze activiteiten in het consumentensegment.

 

Shell Internet Works is actief op de terreinen business-to-business, business-to-consumer en risicokapitaal en werkt samen met andere onderdelen binnen de Groep om bedrijfsprocessen versneld te digitaliseren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3. Wat heeft Shell met het milieu te maken?

 

De planeet is de basis van ons bestaan. Het is dan ook terecht dat grote groepen mensen zich zorgen maakt over het voortbestaan van de aarde. Shell moet zorgen dat ook de generaties die na ons komen kunnen genieten van een mooie en leefbare planeet. Gro Harlem Brundtland, voormalig premier van Noorwegen en tegenwoordig directeur-generaal van de World Health Organisation, definieerde duurzame ontwikkeling zo: 'Een ontwikkeling waarbij aan de behoeften van de huidige samenleving wordt tegemoet gekomen, zonder dat de behoeften van de toekomstige samenleving worden aangetast'. Een definitie die Shell volledig onderschrijft. Vanuit deze achtergrond stimuleren en ondersteunen wij projecten op het gebied van duurzame ontwikkeling zelf en projecten die het begrip hierover bevorderen.

(Dit is een stukje tekst van de site van Shell)

Het gaat over ecologische ontwikkeling. Dit is natuurlijk een belangrijk onderwerp voor Shell. Ze willen daarom dan ook goed overkomen op de mensen, want men denkt dat Shell erg milieuvervuilend is in haar activiteiten, o.a. omdat ze met olie enz. werken. Shell probeert door verschillende projecten het tegendeel te bewijzen.

Een voorbeeld van zo’n project is: ‘Koninklijke/Shell Prijs.’

De Koninklijke/Shell Prijs voor Duurzame Ontwikkeling en Energie wordt jaarlijks toegekend aan een wetenschapper voor excellent oorspronkelijk onderzoek op het gebied van duurzaamheid en de ontwikkeling van duurzame energie in de ruimste zin des woord.

De prijs bestaat uit een geldbedrag van € 100.000 en een replica van het beeldje 'Il Dottore' van de kunstenaar Eric Claus.

De winnaar van 2002 was professor Van den Bergh.

Hier is een verslag:

Jeroen van den Bergh heeft - ondanks zijn jeugdige leeftijd, 37 - al furore gemaakt in zijn vakgebied, milieu-economie. Volgens de jury, die Van den Bergh unaniem aanwees als winnaar, heeft met de toepassing van wiskundig-economische modellen 'baanbrekend en internationaal onderzoek verricht op het terrein van duurzame ontwikkeling, milieu en hulpbronnen'. De winnaar werd door een van de door de jury geraadpleegde experts beschouwd als 'de meest creatieve Nederlandse econoom' van dit moment.

 

Zijn expertise ligt, aldus de jury, op het terrein van de milieu-economie, waaronder ook de economie van natuurlijke hulpbronnen. 'Professor Van den Bergh was de eerste die succesvol ecologische en economische modellen integreerde, waarbij hij met een geheel nieuwe methodologische aanpak kwam. Tevoren hadden anderen tevergeefs getracht zulk een integratie tot stand te brengen.'

Verder gaat Van den Berghs belangstelling uit naar de evolutionaire economie, de ruimtelijke economie - in het bijzonder de regionale en de vervoerseconomie - en de milieukunde. Zijn kracht ligt volgens de jury in een grote kennis van de sociale en natuurwetenschappen, alsmede de integratie hiervan, gebruik makend van diverse methoden en technieken. 'Toepassingen liggen op het veld van materiaal- en energiestromen door de economie, internationale handel, economische groei en technologie, en ruimtelijke aspecten van milieubeleid.'

 

In Van den Bergh's publicaties komt een variatie aan combinaties van filosofische, conceptuele, theoretische, modelmatige en beleidsmatige aspecten tezamen. Een deel van zijn werk is onorthodox, en zelfs kritisch op gangbare benaderingen, wat steeds verfrissende inzichten oplevert, zo schrijft de jury. 'Zijn huidige werk omvat tevens het bestuderen en formuleren van interacties tussen eco-systemen, die door hem altijd als dynamisch en niet als statisch worden beschouwd.'

De Koninklijke/Shell Prijswinnaar heeft al veel gepubliceerd - een aantal monografieën, geredigeerde boeken, talrijke artikelen in onder meer internationale tijdschriften. Zijn 'pièce de résistance' is het 1300 pagina's tellende 'Handbook of Environmental and Resource Economics', waarbij hij als toen 33-jarige als enige editor optrad. Van den Bergh doceerde aan universiteiten in Spanje (Barcelona), Oostenrijk (Wenen), Tjsechië (Praag).

Samenvattend stelt de jury 'dat professor Jeroen van den Bergh op zijn gebied binnen de economische wetenschappen tot de wereldtop behoort. Hij is jong en ambitieus, creatief en productief.'

 

‘Milieu toekomst van Shell’

Het is over het algemeen bekend, dat de fossiele energiebronnen over een tijd zullen opraken. Hoe lang dat zal duren is niet bekend, want er zijn nog heel veel plaatsen waar fossiele brandstoffen waarschijnlijk gevonden kunnen worden. Maar als het opgaat heeft Shell een probleem, omdat Shell olie, benzine enz. produceert. In de toekomst zullen er dus ideeën moeten komen over bepaalde alternatieve energiebronnen.

Er stond een artikel in Trouw over de toekomst van Shell:

 

Vooruitblik / Shell schetst toekomstbeeld waarin het later ook groot kan blijven

door Wouter Bax

2001-11-10

 

Wat is de invloed van energiegigant Shell op de manier waarop de wereld in 2050 met energie omgaat? Shell-topman Jeroen van der Veer maakt zich daar geen illusies over. ,,Onze invloed? Totaal niets, echt helemaal niets. Wat dat betreft blijf ik gewoon met mijn voeten, schoenmaat 46, op de grond staan.'' Wat Shell wel kan doen, zegt hij, is zich proberen voor te stellen hoe die toekomst eruit komt te zien, ,,om daar dan als bedrijf zo goed mogelijk op in te spelen.''

 

In het tweede scenario schuilt 'de geest van de nieuwe tijd', waarbij de samenleving hoge eisen stelt aan een verantwoorde energievoorziening en daarvoor de techniek aanwendt. De onder meer bij auto's toepasbare brandstofcel -waarbij waterstof dient om stroom te genereren voor een elektromotor- heeft in dit scenario een grote toekomst. ,,Een motor met brandstofcel is schoon en stil, heeft lage onderhoudskosten, veel vermogen en biedt voldoende stroom om de auto nog comfortabeler te maken, bijvoorbeeld met airconditioning'', zegt Breunesse.

 

Beide scenario's komen in één opzicht tot dezelfde conclusie: de angst voor energieschaarste lijkt ongegrond te zijn. Shell-topman Van der Veer vestigt zijn hoop op technologische ontwikkelingen. ,,Nog vrij kort geleden dachten we dat olieboren onder water op een diepte van tweeduizend meter pas in de verre toekomst zou lukken. Maar nu doen we het, eerder dan we hadden gedacht en nog goedkoper ook.''

 

Maar belangrijker nog vindt Van der Veer de toestemming van de samenleving om te produceren. ,,Duurzaam werken betekent voor mij dat er een balans is tussen de economische, sociale en ecologische belangen. Wij willen dat de samenleving het goed vindt wat wij doen, en vooral: dat ze wil dat wij het doen en niet Esso of een andere club. En welke technologie straks de boventoon voert maakt me verder niet uit, als wij 'm maar te pakken krijgen.''

In dit artikel kun je dus lezen dat Shell er al druk mee bezig is, om te kijken hoe ze in de toekomst nog zo belangrijk en groot kunnen blijven. Het mooie is dat ze dat dus proberen via de alternatieve energiebronnen. Dat is goed voor het milieu.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat is de Opec?

 

 

·        Hoe is de organisatie opgebouwd en waar zit het?

 

OPEC is een internationale organisatie van 11 ontwikkelde landen die afhankelijk zijn van de export van olie, gas en petroleum. Lidmaatschap is toegankelijk voor elk land dat deze producten exporteert. De landen die nu lid zijn, zijn:

 

·        Algerije

·        Indonesie

·        Iran

·        Irak

·        Koeweit

·        Libya

·        Nigeria

·        Quatar

·        Saudi Arabie

·        De Verenigde Arabische Emiraten

·        Venezuela

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoe is het begonnen met de OPEC?

 

De organisatie van de petroleum exporterende landen is een permanente overkoepelende overheids organisatie, opgericht op de Bagdad conferentie op 10 t/m 14 September in 1960, door Iran, Irak, Koeweit, Saudi Arabie en Venezuela. Deze vijf oorspronkelijke leden werden later bijgestaan door acht andere landen namelijk: Quatar, Indonesie, Libie, Arabisch Jamahiriya, Verenigde Arabische Emiraten, Algerije, Nigeria, Equador en Gabon.

De Opec had zijn hoofdkantoor in de eerste vijf jaar van zijn bestaan in Geneve, Zwitserland. In 1965 is het hoofdkantoor verhuisd naar Wenen, Oostenrijk.

 

De conferentie van Bagdad op 14 September, 1960.

 

Het doel van de OPEC.

 

De doelstelling van de Opec is: als coordinatiepunt optreden voor het in kaart brengen van petroleum- en olie-belangen van de deelnemende landen, met als doel het veiligstellen van stabiele prijzen voor de producenten; een efficient, economisch beleid bepalen om een normale benodigheid van olie voor de consumerende landen te verschaffen; een eerlijke ruil in geld voor investeringen.

Dit klinkt ons allemaal goed in de oren door samen een grote organisatie te vormen. Nadeel is voor de consument  is dat er mischien wel sprake is van een monopoliepositie, waarbij de prijzen voor olie te hoog liggen; het is dus mischien een ‘kartel’.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Producten van de OPEC,

 

De productie is in de laatste jaren enorm gestegen van de opeclanden.

Hier volgt een tabel en een grafiek waarin de productie in aantal vaten per dag wordt weergegeven.

 

 

Iraq en Iran zijn tijdens de rode lijnen in de grafiek in opspraak gekomen omdat Irak tijdens de golfoorlog (1991) de olie in brand stak en dus niks kon produceren. In 1999 heeft Irak de wapeninspecteurs het land uitgezet en heeft niks geproduceerd om de rest van de wereld onder druk te zetten; men heeft toen het voedsel-voor –olie- project ingesteld zodat de wereld toch nog olie van Irak kreeg.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Behalve olie exporteren de OPEC- landen ook gas. De gas productie staat in de volgende tabel aangegeven.

 

 

 

 

Al deze producten worden geexporteerd. Onderstaande tabellen laten zien naar welke landen deze producten gaan:

 

 

 

Uit deze overzichten blijkt een enorme productie aan gas en oliewinningen. Men kan zich afvragen of dit altijd zo door zou kunnen gaan of dat er een limiet aan deze winningen is.

De aardgas en olie reserves lijken onuitputbaar. In onderstaande tabel staan de tot nu toe bewezen aardolie- en gasreserves vermeld.

 

 

Als men op deze snelheid zou blijven produceren dan zouden binnen 250 jaar  alle reserves op zijn.

 

 

 

 

 

Om hierop een antwoord te vinden, zal men in de toekomst moeten overstappen op andere vormen van energiewinning, zoals wind- en zonnenergie. Wat ook nog speelt is de milieuvervuiling veroorzaakt door het produceren en vervoeren van olie, benzine & aardgas. In het volgende artikel staat beschreven hoe de  OPEC maatregelen neemt om dit aan te pakken.

 

High-level Segment 8th Conference of the Parties to the UN Framework Convention on Climate Change

23 October – 1 November 2002 New Delhi, India

Over the past decade, OPEC and its Member Countries have taken a keen and active interest in the ongoing climate change negotiations.

This is because, like other countries, we seek to create a cleaner, healthier and safer world in which to live, and to do this in a manner which is consistent with sustainable development, from which present and future generations worldwide will benefit.

We recognise that, as fossil fuel producers from the developing world, we can make an important contribution to the course of these negotiations, which are wide-ranging and complex in scope.

We welcomed the inclusion of the climate change issue into the discussions at the World Summit in Johannesburg, which focused on the objectives of poverty eradication and the promotion of economic development, in harmony with social development and the protection of the environment.

Access to advanced forms of energy services has a central role to play in achieving these objectives.

However, while there is the understandable call to develop renewables, the fact remains that the technology is still in its infancy. Therefore, while the renewable energy industry is being developed, all other available resources, which are friendly to the environment, must also be accessed, enhanced and utilised to tackle the dire problems of mankind and ensure sustainable development.

Petroleum will feature prominently in this. Advances in technology continue to make oil and gas cleaner fuels. The successful development of carbon dioxide sequestration technology will ensure that fossil fuels, including oil, continue to serve the needs of mankind for the foreseeable future.

As the Conference of the Parties to the United Nations Framework Convention on Climate Change assesses the realities of implementing the Kyoto Protocol, we remind it of the need to do this in a way which avoids a net detrimental impact on fossil fuel producers — in accordance with Article 4.8 of the Framework Convention and Articles 2.3 and 3.14 of the Kyoto Protocol.

We also remind it of Article 4.9, which stipulates that adequate provision should be made for the transfer of technology and funding to the poorer countries of the world; this will enable them to develop their backward economies in a sustainable manner and in full harmony with the needs of the environment.

It should be stressed here that poorer nations have the same rights as richer nations to all the necessary support and funding for research into climate change issues, and that every effort should be made to ensure that this happens at all times.

Moreover, we need to keep our focus firmly on the principle of “common but differentiated responsibilities”. Industrialised countries, whose activities over decades — and even centuries — have been responsible for the lion’s share of adverse impacts on the environment, should recognise and honour their obligation to provide the lion’s share of the response measures.

Finally, as mentioned earlier, the whole issue of climate change is a complex one. But the benefits are simple, since we all stand to gain from making the world a cleaner, healthier and safer place to live in.

 

 

Gelukkig wordt er ook door bij de OPEC aangesloten landen gedacht aan het milieu en proberen ze niets te verspillen.

 

 

 

 

 

 

Irak

 

Hoewel de oprichting van de OPEC plaats vond in Baghdad, is Irak toch een paar keer nonproductief geweest en heeft zelfs een oorlog uitgelokt. Nu dreigt dit weer te gebeuren. Amerkika heeft bewezen dat Irak massavernietigingswapens heeft en Blix, hoofd  van de wapeninspecteurs,  vindt dat Irak niet goed genoeg meewerkt met de wapeninspecties.

Welke invloed heeft dit op de OPEC en wat doet deze dreiging met de olieprijs?

Na de aanslag van 11 september 2001 op het World Trade Centre, is de wereld in een economisch slechtere tijd beland. Amerika heeft gezegd het terrorisme te vernietigen en zegt bewijzen te hebben dat Al Qaida connecties heeft met Irak.

Wat heeft dit voor consequenties voor de olieprijs. Dit zie je in de volgende grafiek.

 

Chart: Spot Oil Price: West Texas Intermediate

Men ziet hier dat de olieprijs de afgelopen vier jaar meer dan verdubbeld is. Nu is er ook nog sprake van de factor inflatie,  maar deze valt hier in het niet in vergelijking tot de grote stijging.

De verwachting is dat de olieprijs de komende jaren zal stijgen, omdat het een steeds schaarser goed wordt en de prijs daardoor stijgt (vraag-en-aanbod mechanisme).

Dat ziet men in de volgende grafiek.

 

De aandelen van Shell vergeleken met de olieprijs.

 

Wij hebben een vermoeden dat er verband bestaat tussen de olieprijs en de koers van de aandelen van Shell, omdat als de olieprijs stijgt de benzineprijs duurder wordt.

Hierdoor zal de vraag dalen dus de omzet ook, en zal waarschijnlijk de koers van de aandelen van Shell ook dalen. Dit zullen wij onderbouwen met grafieken.

 

De olieprijs.

 

 

De aandelen van shell

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Je ziet dat het eerst daalt en dat het in 1999 weer gaat stijgen. Toen kwam de aanslag van 11 september 2001 en de prijs van de olie stijgt. Tegelijkertijd dalen de aandelen van Shell. Hierna ziet men dat de olieprijs stijgt door de dreigende oorlog. Maar de aandelen van Shell dalen. Dit komt, denken wij, omdat dat als de olieprijs stijgt, de prijs aan de pomp voor benzine ook stijgt. Dit heeft tot gevolg een omzetdaling en hierdoor dalen de aandelen van Shell.

 

 

Conclusie.

 

Kunnen Shell en de OPEC de prijs aan de pomp bepalen?

 

Wij denken dat Shell en de OPEC wel degelijk de prijs aan de pomp kunnen bepalen, omdat zij de producenten zijn en dus hun productiekosten moeten dekken.. Daar komen nog overheadkosten overheen; vervolgens moet er aan de grens belasting betaald worden en met deze prijs moet ook nog eens een keer te concurreren zijn.

Het is daarom logisch dat de OPEC is opgericht. Zij hebben daarom ook de mogelijkheid om de prijs kunstmatig hoog te houden. Dit is dus een kartel.

Wij zijn op zoek geweest naar bewijzen voor prijsafspraken en wij hebben ze niet kunnen vinden; dat is ook logisch want ze zullen dit natuurlijk verbergen.

Onze conclusie is daarom dan ook dat het best mogelijk is er geheime prijsafspraken tussen de OPEC-landen zijn. Het is ook heel goed mogelijk dat er binnen Nerderland onder pomphouders  prijsafspraken zijn. Dit omdat er ook prijsverschillen binnen Nederland zijn bij de pomphouders. De benzine in Sneek is namelijk duurder dan in de rest van Nederland.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bronnen.

 

Wij hebben heel veel vershillende bronnen gebruikt met name van het medium internet.

 

De volgende site’s hebben wij bezocht.

 

www.shell.nl

www.opec.org

www.ixquick.com (goeie zoekmachine voor grafiek en dergelijke)

www.jimrogers.com (de site van de grootste investeerder ter wereld.)

 

wij hebben ook een email naar de organisatie van Shell gestuurd met daarin de vraag of ze ons hun jaarverslag en wat informatie over de organisatie toe konden sturen na 3 werkdagen hebben wij deze ook gekregen en gebruikt.

 

Voor wat begrippen hebben wij het economie boek van school gebruikt.

 

Wij hebben ook nog een verslag van de OPEC gedownload. Hieruit hebben wij heel veel informatie gekregen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Logboek.

 

September 2002:         Samen gezocht naar een goed onderwerp. (Dat was best een moeilijke opgave)

 

Oktober 2002:             Een goede probleemstelling en deelvragen bedacht.

 

November 2002:          Shell een zakelijke brief gestuurd, waarin stond of ze ons ook wat informatie zouden kunnen sturen.

 

Januari 2003:               Alle informatie doorgelezen, en een gedeelte uitgewerkt.

 

Februari 2003:             De rest van het PWS uitgewerkt.

                                    Jeroen: De OPEC

                                    Jurriaan: Shell.

                                    We hebben het bij elkaar gevoegd en een conclusie op basis van de vragen getrokken.