Een droom van een dagverblijf
Aan de hand van enkele belangrijke momenten uit de werking, willen we trachten
een duidelijk beeld te schetsen van wat een Freinet-dagverblijf zou kunnen
zijn.
Bij het zoeken naar nieuwe wegen om de Freinet-basisprincipes ook te realiseren
in de dagelijkse praktijk werden heel wat ideeën besproken, uitgeprobeerd
en bijgeschaafd.
Wat goed loopt in één dagverblijf, loopt niet altijd elders.
Wat veel aandacht krijgt in één dagverblijf, komt minder
aan bod bij anderen.
Wat vandaag nog niet kan, kan wellicht morgen, tenminste als we rond de
werking blijven dromen, denken, uitproberen.
Het onthaal
Elk kind dat 's morgens aankomt heeft nood aan een warm persoonlijk onthaal,
wil "gezien" worden door de juf. Voor het ene kind betekent dit een knipoog,
voor de andere een rustig laten bekomen, voor nog een ander het beluisteren
van een heel verhaal over wat er nu weer gebeurde op de weg naar het dagverblijf.
Om dit te kunnen realiseren, zijn een aantal zaken vereist.
De juf moet vrij zijn van allerlei praktische beslommeringen. We denken
hierbij in de eerste plaats aan de rekening die beslist beter op een andere
moment kan geregeld worden. Omslagen of maandelijkse stortingen zijn hier
enkele mogelijkheden. De juf moet de kinderen ook kunnen zien toekomen;
vooral in een vrij grote groep loopt dit wel eens mank.
De juf zit dan best niet achteraan in één of andere speelhoek,
maar op een goede strategische plaats.
Rituelen van afscheid nemen van ouders zijn genoegzaam bekend, maar
ook rituelen van onthaal voor kinderen en ouders zijn in groepsopvang geen
overbodige luxe.
Niet alle ouders kiezen ervoor om thuis rustig de tijd te nemen voor
een gezellig ontbijt, samen met de kinderen. Voor deze kinderen (en ouders?)
biedt het dagverblijf een alternatief. Ook hier is de rol van de juf minder
praktisch gericht. Geïnspireerd door de Freinet-gedachte, waar kinderen
zelf de organisatie dragen, denken we aan een heuse ontbijthoek waar eetgerei,
drinken en misschien ook broodbeleg beschikbaar staat voor de kinderen.
De juf kan hierbij gezellig meetafelen en deelnemen aan één
of ander ochtendgesprek.
De tijd voor het kind naar school gaat verloopt in een rustige sfeer.
De ruimte waarin het onthaal plaatsvindt en het aangeboden spelmateriaal
spelen hierbij een belangrijke rol.
Vanuit
de Freinet-ideeën is het belangrijk kinderen alternatieven aan te
bieden die aansluiten bij hun belangstelling, waar ze dan ook intensief
mee kunnen bezig zijn. Rond spelmateriaal denken we bij het onthaal vooral
aan constructiemateriaal, poppenhoek, tekenhoek... Voor oudere kinderen
zijn gezelschapsspelen beslist een must.
Waar er een klim- en klautertuig binnenstaat, wordt dit 's morgens
best gesloten. De regel voor de kinderen is dan ook duidelijk: rustig spel
binnen. Voor lagere schoolkinderen is ook de buitenruimte een mogelijk
alternatief.
Naast de inrichting van de ruimte speelt natuurlijk ook de groepsgrootte
hierbij een rol. Het maximaal opsplitsen van de groep kinderen over verschillende
ruimten, zodra er meerdere begeleiders aanwezig zijn, lijkt ons een gouden
regel.
U merkte het reeds uit enkele voorbeelden: in Freinet-dagverblijven
kiest men voor een heterogene groep bij het onthaal. Het coöperatief
gedrag tussen kinderen wordt in de Freinet-beweging sterk aangemoedigd.
Vooral in de ochtendopvang kan dit aan bod komen: helpen, troosten, samen
spelen tussen jongeren en ouderen, ook met broers en zussen.
De overgang van het ochtendonthaal naar de klas verloopt op een soepele
manier. Geen bel en rijen, geen gestommel in de gang, maar een kleuterjuf
die de kinderen rustig komt afhalen. Een praatje tussen de kinderverzorgsters
en kleuterjuf, even kijken naar de mooie tekening van Karel of de toren
van Lien, en wie klaar is kan mee naar de klas.
Andere kinderen willen nog hun spel afmaken of willen nog even blijven
in het dagverblijf; ook dit kan: de kinderverzorgster komt hen later wel
in de klas brengen.
Het middagmaal
Het middagmaal is voor het dagverblijf een belangrijk moment in de werking.
Het eetmaal moet voor de kinderen een gezellig moment zijn, een aangename
bezigheid van lekker eten, gezellig samen-zijn, en nog even nakeuvelen
en natafelen. Vaak is het voor kinderen eerder een klus die zo vlug mogelijk
dient geklaard, om dan iets leuks als spelen te kunnen doen.
Hoe kunnen we nu van het eetmaal een volwaardige activiteit maken?
Ook hier vinden we inspiratie bij enkele ideeën uit de Freinet-pedagogie:
eigen verantwoordelijkheid, coöperatief gedrag tussen kinderen bevorderen,
kinderen dragen zelf de organisatie, opvoeding door het werk.
Zodra de kinderen uit de klas komen om te eten in het dagverblijf, moeten
ze rustig aan tafel kunnen gaan. De voorbereiding van het middagmaal: het
eten klaarmaken, het vlees (indien nodig) snijden, de tafel dekken, gebeurt
dan ook best vooraf samen met enkele kinderen.
Dit kan best één van de taken zijn die in de kleuterklas
worden afgesproken. Er wordt ook zorg besteed aan het uitzicht van de tafel:
tafelkleedjes (eventueel door de kinderen gemaakt), kaarsjes, bloemen of
servetten, creëren een sfeer waarbij eten meer is dan zich voeden.
Ook waterkannetjes en bekers staan op tafel, kleuters zijn zich immers
niet steeds bewust van hun dorst.
Per tafel staat een kleuter in voor de tafeldienst: opdienen, afruimen,
eten bijhalen in de verschillende kommen, behoort tot zijn taken, zodat
elk kind zelf kan uitscheppen. Het dragen van een koksmuts, een servet,
kan bijdragen om de rol van de tafeldienst kleur te geven.
En de juf? Die zit bij aan een tafel, eet samen met de kinderen en
laat zich ook door de tafeldienst bedienen. Zo creëert ze mee een
sfeer van rust en gezelligheid. Zo kan ze ook een "oog" hebben voor alle
kinderen aan haar tafel: helpen waar nodig, aanmoedigen, gezellig keuvelen.
Het belang van vaste heterogene groepen is hierbij duidelijk. Kinderen
kunnen mekaar helpen, de juf kent haar kinderen, weet zo wie goed eet,
wie reeds enkele dagen minder at... Kinderen en volwassenen zoeken daarenboven
aan tafel een "eigen" plaats waar vaak ook je vriendjes te vinden zijn.
Het slapen
Waar we in het algemeen zoveel mogelijk het ritme van elk kind willen volgen,
geldt dit zeker voor het slaapritme van vooral de jongste kleuters. Een
ganse schooldag met daarenboven nog voor- en na-opvang is voor vele kleuters
een hoge eis.
Wie moe is moet dan ook kunnen slapen. Een rustig gelegen ruimte of
hoek die kan verduisterd worden, tekeningen of posters, knuffels en kussentjes,
een schemerlampje en rustige klassieke muziek op de achtergrond geven aan
de slaapruimte een gemoedelijke sfeer.
Een juf die je helpt bij het uitkleden als je zelf te moe bent, die
je lekker instopt en een slaapzoen geeft of een liedje zingt, is voor vele
jonge kinderen geen overbodige luxe. Sommige kinderen vallen als een blok
in slaap, anderen kunnen eerst nog een boekje lezen of luisteren naar het
verhaal dat de juf vertelt.
En als je wakker wordt is de juf vlakbij. Ze helpt je indien nodig
bij het aankleden, zodat je naar de klas kan of in een rustig hoekje in
de slaapzaal kan spelen tot iedereen klaar is voor de klas.
Voor kleuters die slechts bepaalde dagen van de week slapen, is een
rooster met de dagkleuren een duidelijke hulp; je "ziet" meteen of je al
dan niet moet slapen.
Vooral rond het slapen van de kinderen hebben ook ouders hun wensen
en verlangens. Sommige willen 's avonds liefst nog lang genieten van hun
kinderen en een middagdutje kan hierbij helpen. Anderen vinden dat kinderen
"op tijd" in bed moeten 's avonds en een middagdutje kan dit bemoeilijken.
Vragen van ouders rond slapen worden besproken op het team samen met de
kleuterleidsters waarbij vooral de noden en behoeften van de kinderen centraal
staan.
Het vieruurtje
Nog meer dan bij het middagmaal geldt voor het vieruurtje dat het een gezellig
gemeenschappelijk moment is, dat verloopt in eeen ontspannen, ongedwongen
en rustige sfeer. Waar we immers bij het middagmaal nog extra aandacht
dienen te besteden aan enkele moeilijke eters, speelt dit bij het vieruurtje
amper een rol.
Ook hier geldt dat een rustige beginsituatie van het vieruurtje een
belangrijke rol speelt bij het verder verloop. De kunst bestaat er als
het ware in lawaai, rumoer, stormloop te voorkomen.
Dit kan o.a. door kinderen per klas af te halen of per groepje te laten
brengen in het dagverblijf.
Ook naar de ouders toe, die hun kinderen voor het vieruurtje komen
afhalen, dienen we duidelijk te maken dat een rustig sfeer verlangd wordt.
Deur sluiten, signaal aan de deur, een verzoek om de onderlinge gesprekken
verder te zetten in de gang, zijn enkele mogelijkheden.
De voorbereiding voor het vieruurtje zoals borden, bekers klaarzetten
gebeurt best vooraf, eventueel samen met enkele kleuters uit de klas. Het
inbouwen van rituelen zoals kaarsjes aansteken, rustige klassieke muziek
aanzetten, blijken een goed middel te zijn om kinderen duidelijk te maken
dat er rust gevraagd wordt.
Vooral bij het vieruurtje wordt het zelfinitiatief van de kleuters
gestimuleerd. Er is immers geen tijdsdruk meer (klas begint of slapen gaan)
en ook organisatorisch stelt dit geen grote eisen.
Tafeldiensten, keuze uit verschillende soorten beleg, zelf boterhammen
smeren, zelf melk uitgieten, afruimen, afwassen en opbergen zijn een greep
uit de talrijke mogelijkheden.
En natuurlijk eet elk kind op zijn eigen tempo. Wie klaar is met eten
blijft nog even of gaat ergens binnen of buiten rustig spelen. En de juf...
die zit bij aan tafel, praat gezellig mee, informeert over wat er zoal
in de klas gebeurde. Waar nodig helpt ze mee, een knipoog als aanmoediging
om ook een korstje te eten, een helpende hand om een grote boterham door
te snijden. Indien nodig "pakt" ze ook een tafel om ruzies te helpen oplossen
of om duidelijk te maken dat schoolruzies best op school worden beslecht,
en dat men in het dagverblijf deze best achterlaat.
Woensdagnamiddag
De woensdagnamiddag is tijdens het schooljaar de hoogdag voor het dagverblijf.
Een namiddag waarop er altijd iets extra gebeurt in een niet-schoolse sfeer.
De woensdagnamiddag wordt dan ook wekelijks voorbereid door het dagverblijf-team
zodat elke kinderverzorgster zich kan specialiseren in één
of ander terrein en zo de kinderen met een rijk gamma aan extra speelprikkels
worden geconfronteerd. Het hoeft geen betoog, om te stellen dat kleuters
vrij zijn op dit aanbod in te gaan. Aan het eten wordt meer tijd en aandacht
besteed: een kookploeg van juffen en kinderen zorgt voor een extra vieruurtje
of dessert.
Uitstappen in de buurt, met een kleine groep boodschappen doen, een
wandelingetje, een bezoek aan een jarige of zieke,...
Wie
niet mee op stap kan of wil, weet dat er ook in het dagverblijf zelf wat
te gebeuren valt: er is immers extra spelmateriaal voor buiten en ook de
juf heeft één of ander aanbod in petto: schminken, een goocheltruc,
een nieuw spelletje, een verhaaltje... Op woensdagnamiddag hebben we ook
ruim de tijd om kinderen nauwer te betrekken bij de werking.
Via een wekelijkse praatronde hebben kinderen meteen hun inbreng. Ideeën
voor uitstappen of activiteiten, de herschikking van een speelhoek, discussies
rond afspraken en regels kunnen hierbij aan bod komen. Ook het leefboek
kan hier een belangrijke plaats innemen. Het biedt aan kinderen en begeleiders
een mogelijkheid om een en ander vast te leggen. Tekeningen, werkjes, foto's
en teksten rond wat kinderen zoal doen, bedenken en vertellen vinden hier
hun plaats. Zo zien kinderen dat ze serieus genomen worden, zo verplicht
de begeleider zichzelf op tijd en stond stil te staan bij kleine voorvallen.
Ook ouders krijgen via dit leefboek een duidelijk beeld van wat er
zoal voor hun kind te beleven valt op een woensdagnamiddag.
Tot daar onze poging u een idee te geven over enkele belangrijke momenten
in de werking van een Freinet-dagverblijf. Over de vakantiewerking en de
klaswerking hebben we het nog niet gehad; daarover misschien een andere
keer.
Chris De kimpe
Pedagogisch Centrum

Copyright ©
1995