Terug naar Informatica Bij communicatie is er steeds een
zender die een stukje informatie naar een ontvanger stuurt. paragraaf 3.2
Taalregels in syntraxdiagrammen en BNF-notatie Een syntaxdiagram
geeft in schemavorm de regels weer die bepalen hoe een bepaalde
opdracht in die paragraaf 3.3
Communicatie met en door computers Een bekend voorbeeld van het
gebruik van informatietechnologie is de robot. Robots kunnen
namelijk
Homepage
paragraaf 3.1
Infomatie uitwisselen
Zo'n stukje informatie noemen we een bericht. Vaak kunnen
systemen afwisselend als zender en ontvanger optreden,
ze zijn communicatiepartners.
Bij communicatie kun je gebruikmaken van diverse middelen. Een
paar voorbeelden zijn: praten,
per post een brief sturen of langs de electronische weg een
e-mail bericht sturen. Comminicatiemiddelen
noemen we ook wel media of informatiedragers.
De informatie die je uitwisselt om de communicatie goed te laten
verlopen, heet stuurinformatie.
Voorbeelden zijn: contact leggen, wisselen van rol, de ontvangst
van berichten bevestigen, aangeven dat
een bericht niet goed is overgekomen en het contact verbreken.
De regels voor het opbouwen van een goed bericht in een of andere
taal noemen we ook wel een syntax.
De betekenis van uitdrukkingen in een taal heet de semantiek.
SMTP staat voor Simple Mail Transfer Protoc. Computers gebruiken
SMTP om onderling te communiceren
bij het verzenden van e-mail berichten.
programmeertaal moet worden opgeschreven. Een tweede manier om
taalregels vast te leggen is de
taalbeschrijving volgens de BNF-notatie. Dit staat voor Backus
Naur Form. Deze is genoemd naar
twee informatica.
informatie uit de omgeving waarnemen en ze kunnen de omgeving ook
beïnvloeden. Een robot doet
dit met sensoren. Er zijn veel soorten sensoren bijvoorbeeld:
temperatuursensoren en
sensoren die licht meten en ga zo maar door. Het systeem dat
motoren in een robot bestuurt
heet actuator. Er zijn allerlei actuatoren: om een kraan open of
dicht te draaien, een alarm signaal
te geven enzovoort.