© Tudor Georgescu 2002

 

Over potentieel

 

 

In Traktaat om initiatie, zegt Hermes: “De dingen […] bestonden niet voor hun geboorte, maar ze waren deel van [deze zaak] van welke ze waren gemaakt. Want […] het is [… ook] wat nog niet geboren is, […] en wat heeft geen generatieve kracht, […] die kan niets geboorte geven.”[1] En Heidegger: “Voor iets «werkelijk» is en kan «werkelijk» zijn, moet het eerst mogelijk zijn.”[2]

Zeker, “de dingen konden niet bestaan zonder iets die bevatten”[3]. We zien een fenomeen dat we niet kunnen verklaren zonder de introductie van een subtiele status van bestaan, die we hebben genoemd het potentieel. “Als dat alles existentialiteit maakt, kan het in het begin institueert worden alleen als probleem”[4], schreef Martin Heidegger. Wat is het potentieel? Volgens het woordenboek: “mogelijk te doen”. Dezelfde filosoof heeft het zo gedefinieerd: “De mogelijkheid betekent wat nog niet werkelijk is en nooit noodzakelijk zal zijn. Het karakteriseert wat alleen mogelijk is”[5]. Het is te noteren dat zijn definitie in de definitie van het potentieel de tijdelijke component zal passen, die is niet van toepassing. Dus we “nog niet” vervangen door niet en “nooit” door “in geen geval”. Volgens Lucian Iordănescu’s definitie, is het potentieel wat bestaat als mogelijkheid, het is gedefinieerd, heeft een structuur, het is volledig gestructureerd in alle elementen en alle details. De heideggerische definitie is correct als we spreken over de visioenen van de profeten welke, gezien in een potentieel, voldoen zich in dynamiek. In potentieel bestaan geen ruimte en tijd. Hermes definieert het door: “wat heeft de kracht te genereren bestaat [...] alles wat van zichzelf geboren kan worden […] de matrix van kosmos bevat in potentieel de hele natuur”[6].

            Interessant, Heidegger ziet die constitutie van Dasein (bestaan) van mogelijk - Zijn, die “met dezelfde radicaliteit van logische mogelijkheid zich onderscheidt, als van de contingentie van een subsitente zijn, aan welke kan «gebeuren» dit of dat ding”[7]. Hij gaat door: “De mogelijkheid betekent toch geen kracht om vrij drijvende te zijn in de betekenis van «indifferentie van arbitrair» (libertas indifferentiae)”[8], het “altijd gemarkeerd[9] onderscheidt is door enkele gedetermineerde mogelijkheden”[10].

 Het zijn (Het Zijn) is zichzelf (de naam van God is: “Ik ben wie Ik ben” — cf. Exodus 3:14) en het is geen andere eenheid dan zichzelf, ofschoon elke eenheid is. Als het geen zijn is, is geen zijn aan het vergelijkbaar, het bestaat alles (als archetype van archetypes) en het is toch buiten ze. Het zijn we noemen potentieel, en is we noemen dynamiek. De fusie van de twee is God: Geheel, Fundamenteel en Absoluut; de Heilige Derde: de Neutraal plus Dualiteit.

            In heideggerische taal, kunnen we verschil maken tussen het probleem van bestaan van het zijn en het zijn van bestaan. We kunnen zeggen dat het zijn is want het bestaan is bestond in het zijn (het bestaan bestaat in beide potentieel en dynamiek) en eronder. Heidegger begint Zijn en tijd door vragen over het bestaan van het zijn, door zoeken eerst de onmogelijkheden van zijn bestaan als een zijn en affirmerend de expliciete herhaling van de vraag naar het. Herhalend het bovenstaande citaat, zien we dat het zijn ziet eerst als probleem (als we niet profeten zijn om het geheel te betasten in een dynamiek). Volgens het zeggen van mijn meester, het zo modest is dat het manifesteert zich niet, waar zijn een de complementaire propositie: het is de Schepper, dus aalbestaande.

“In het Principe was het Woord. Bestond de wereld misschien voor, maar het was niet op het niveau van bewustzijn[11], volgens het existentialistische formuleren. In het kort, op een dag waren wij gegeven een wereld wij kunnen weten, het was het begin van «onze wereld»; door het Woord, we zijn ons na dit moment bewust van deze wereld”[12]. Dit is het zien van de Grote Traditionele Symbolische Loge Opéra. Ver van de interpretatie het offert, dat “een nieuwe dimensie dus was verleend over de Wereld van Objecten: die van subjectiviteit”[13], we zien hier een beschrijving van de verschijning van dynamiek door potentieel: God was het Woord betekent Hij bestond in potentieel, “voor” de wereld. Hij heeft besloten het scheppen van die en van het zijn die het bestaat, het Woord ging in de dynamiek. Het zien van de loge is in feit een bastaard tussen spiritualisme en darwinisme, en het is schuldig aan het Joegoslaaf/Oostenrijkse occultist Rudolf Steiner.

Bijvoorbeeld, om het woord “woord” te spreken, wij moeten eerst in het conceptueel plan configureren en daarna de energie ontboeien die de stembanden is (de letters van het woord), die hebben te structureren in ze keer de fonische oscillatie in het akoestische medium. Mutatis mutandi, dezelfde heeft ook God gemaakt. Dezelfde doen de decisie factoren wanner ze noemen de beslissing om een gebouw te bouwen: ze beginnen met de idee, ze formatteren het en ze het delegeren om toegepast worden. Vervolgens, bouwen de bouwers het gebouw beginnend met de materialen. De energie is de kracht die veroorzaakt “iets” passen van potentieel in dynamiek of andersom, dus een toegepaste kracht, potentialiteit in dynamiek, die de oorzaak van verandering in plaats of in staat is.

            Deze punt analyserend, we vonden uit dat er bestaat een dynamiek van het potentieel en een potentieel van de dynamiek. De dynamiek van het potentieel betekent dat in potentieel heeft plaats het configureren van en onderpotentieel om in te kommen in de dynamiek, en het potentieel van de dynamiek betekent dat de dynamiek, in haar ontwikkeling, ze respecteert de configuratie markeert in potentieel, configuratie van welke ze zal niet afleiden. De platonische participatie dingen - ideeën (dus, dynamiek – potentieel) het is wederzijds. Ook in het structureren van de boven exposé we hebben ingeschreven de vijf universen: akashiek (ideatiek of conceptueel), energetiek (informationeel, uitgelegd in de vorige paragraaf), substantieel (materieel, antimaterieel, goddelijk), structureel (stenen, planten, dieren, mensen, engels) en materieel (mineraal, plantelijk, dierlijk, menselijk). Alle vijf universen bestaan beide in dynamiek en in potentieel. “De wereld […] is de totale som van de kenmerken en materie die kunnen gecreëerd worden”[14], zegde Hermes.

            Terug aan het tijdelijke kenmerk: het voorbijgaan van een potentieel toekomst in een potentieel geleden heeft plaats door de dynamiek van tegenwoordig. De toekomstige evenementen kunnen gebeuren of niet. De gelede laten geen herinnering. In dynamiek resten de evenementen van tegenwoordig, die duren alleen een moment.

            Zo sluit Goethe Faust[15] (Chorus Mysticus, volgens de vertaling van Ştefan Augustin Doinaş):

 

1.      Het tijdelijk - sensibel

2.      Alleen als symbool komt;

3.      Hier het onaantastbaar

4.      Evidentie wordt;

5.      Hier de ware on-

6.      Telbaar was gezegd;

7.      Het Eeuwig -Feminien

8.      Trekt ons naar boven.

 

De eerste twee verzen beschrijven het verandering kenmerk van dynamiek, die is tastbaar. Ze is de tijdelijk - sensibel, de plaats van uitbeelding van potentieel. In de verzen drie en vier het onaantastbaar is potentieel, en het evidentie is dynamiek. “Hier het onaantastbaar” betekent dat het manifesteert in deze wereld. Deze verzen beschreven het voorbijgaan van potentieel naar dynamiek. In de verzen vijf en zes, “Hier de ware on- / Telbaar was gezegd;” betekent het zich heeft uitgebeeld. Het oorspronkelijke woord kan niet gesproken worden door schepselen, die door dat doen werden Scheppers, en God heeft gecreëerd alles die kan gecreëerd worden (in potentieel), zijn subordineerde eenheden alleen trekking Zijn schepselen vandaar uit en trekking die in de dynamiek, geholpen door de energie. In deze verzen, het potentieel is wat kan alleen genoemd en gedacht. We trekken uit hiervan dat een van de wegen naar God is de weg van denken. In de verzen zeven en acht “naar boven” betekent in potentieel. De verzen beschreven synthetisch de spirituele evolutie (het Eeuwig Feminien is de kracht van kunst), dus het doel van evolutie en van de twee staten.

Ook Eminescu schroefde: “Maar door stilte was ik geboren, En ik heb dorst van stilte” (Het Avond Ster). Het eerste vers betekent de herkomst van dynamiek in potentieel, en de tweede de wens om voorbijgaan van een dynamiek bestaan in potentieel bestaan. De cyclus sluit zich dus: een inferieure vorm, gekomen van potentieel, daarvan, om te reformateren, trekt in de dynamiek, krijgt een namelijk beweging individualiteit. “Alles dat bestaat [zegt Hermes] moet in een plaats bestaan […] anders kunnen niet onderscheidt worden […] dingen die nergens wonen”[16]. Zo, in potentieel welke ook eenheid heeft een identiteit, maar het heeft geen dynamiek individualiteit. Daar het zich organiseert op hogere niveaus, hoger betekend de adaptatie aan de omgeving voorwaarden.

God heeft alles gecreëerd in potentieel en heeft “daarna” geconfigureerd de dynamiek in trekking bestanden uit potentieel, die Hij plaatst in dynamiek. Hier ze evolueren van primaire fenomenen naar complexe fenomenen, die trekken terug in potentieel. Het rapport tussen een enige eenheid een bestaan is als die tussen de druppel en het oceaan: het bestaan is van toepassing als het druppel is buiten de oceaan. Wanner de druppel trekt terug in de oceaan, het trekt in potentiële staat.

In de bedoeling van deze cyclus, het potentieel kan gezien worden als absolute staat, als Nirvana, het hoogste stadium die een bestaan aankomt. In potentieel is geen evolutie. Maar, het fundamentele staat van kosmos is de dynamiek. Van binnen de dynamiek we niet kunnen denken het staat van het potentieel, en wij het niet bestaan noemen. Het is daar, maar we percipiëren het niet, want om het te percipiëren we kunnen niet gebruiken de zinnen adequaat aan dynamiek. Als men kan zien door studeren het Schreven, de profeten voelen het potentieel door het dynamisch maken (ze brengen in hun eigen dynamiek een onderpotentieel). Jonas heeft gezien een cliché van toekomende evenementen die bestond in potentieel en welke, dankzij zijn actie, hebben niet meer in de dynamiek ingetrokken. In potentieel, die is continuüm, bestaan geen sequensen, die schenden in de trekking in de dynamiek (in profetie of manifestatie). Daar de ruimte bestaat alleen ingekuild, dus ook het duurte, die is door afstand gedefinieerd, bestaat ook niet zo. De ruimte en de tijd zijn een en dezelfde term: de ruimte is de tijd in dynamiek, en het tijd is de ruimte in potentieel.

Een eenheid in potentieel heeft geen bewustzijn, want ze heeft geen metabolisme, geen ruil sequensen. Even een primitieve structuur heeft het kenmerk van perfectie in haar primitiviteit. In potentieel de structuren hebben geen interactie — zij zijn zelfstandig, toch in fusie met die anderen, ze mengen niet. Het is de situatie van een taalloze radio frequenties, die coëxisteren zonder interferenties, de chaos bestaat alleen in de drie inferieure universen.

            In de oceaan, de druppel onderscheidt niet door individualiteit, maar alleen door eenheid (archetype). Hier de druppels hebben geen distinctief individualiteiten, ze hebben geen ruimtelijkheid. In dynamiek worden gebeurd de interacties tussen eenheden. Hier schendt het discontinu. Alleen de dynamiek creëert particulariteiten. Hier bestaan precieze regels volgens die de krachten interactieneren.

Het doel van dynamiek is dat de bestaande, de primitieve, elementaire vormen, complexe te worden en te streven naar potentieel. God’s liefde is het gehele gevoel van integratie. God wil dat alles die in dynamiek is te ontwikkelen (in een oneindige tijd en daarna tijd) naar Zijn niveau en dat geen verschillen bestaan in potentieel. Maar nooit de beweging potentieel – dynamiek zal einden en nooit zal gebeuren dat God zijn doel bereid te hebben.



[1] Hermes Mercurius Trismegistus, Traktaat om Initiatie of Asclepios, VII, cf. Filosofia hermetică, Edit. Univers Enciclopedic, 1995, p. 150.

[2] M. Heidegger, Over Aristot’s physis, [287], Despre physis la Aristotel, în Repere pe drumul gândirii, Edit. Politică, Bucureşti, 1988, p. 258.

[3] Hermes, loc. cit.

[4] M. Heidegger, Zijn en Tijd, §31, [145], cf. Fiinţă şi timp, Edit. Jurnalul literar, Bucureşti, 1994, p. 145.

[5] Ibidem.

[6] Hermes, loc. cit.

[7] Heidegger, loc. cit.

[8] Ibidem.

[9] Dus, volgens hem, in tijd.

[10] Ibidem.

[11] De vertaler van Frans in het Roemeens heeft niet de mogelijkheid (beperkte taalkennis, die heb ik ook in de Nederlandse taal) om distinctie te maken tussen bewustzijn (Rom. conştienţă) en geweten (Rom. conştiinţă).

[12] Anoniem, Hoe wordt vrijmetselaar, cf. Cumdevii francmason, Edit. Lucman, Timişoara, 1999, p. 76.

[13] Ibidem.

[14] Hermes, loc. cit.

[15] J.W. Goethe, Faust, [het eind], cf. Edit. Grai şi sufletCultura naţională, Bucureşti, 1995, pp. 294-295.

[16] Hermes, loc. cit.