Sedert 1870 werd de dorpskom van de gemeente van zuid naar noord verplaatst daar de nieuwe kerk nabij het landgoed Vicogne werd gebouwd.

Meteen ontstond in de volksmond Oud- en Nieuw-Stuivekenskerke. Doch beide zijn niet van elkaar gescheiden. Gemeentelijk en kerkelijk vormen zij één geheel, maar in de loop der jaren heeft zich de dorpskom omheen de huidige kerk ontwikkeld.

In 1886 dreigde de nieuwe kerk reeds in te vallen. De grondvesten verzakten in de Poldergrond zodat de muren ernstige barsten vertoonden. Wegens geldgebrek werden de onderhoudswerken stilgelegd tot de toelagen van de staat en de provincie het herstellen van de kerk mogelijk maakten.

De oorlog 1914-1918 was een ware ramp voor de parochie.Op bevel der Belgische Legerleiding werd de kerk in oktober 1914 in brand gestoken uit vrees dat ze door de vijand als uitkijkpost zou kunnen aangewend worden.

Tijdens de verdere oorlogsjaren werd gans het dorp vernietigd. Na de oorlog ving men aan met de wederopbouw van het dorp. In afwachting van het bouwen van stenen woningen rezen barakken op. Geleidelijk kreeg het dorp dan ook haar dorpskom terug. Men begon in 1925 met de opbouw van de huidige kerk.

In 2000 werd de dorpskom volledig vernieuwd.

Onder de oorlog 1914-1918 werd de hoeve Vicogne door de Duitsers bezet. Tijdens de IJzerslag drongen de Duitsers in de morgen van 24 oktober 1914 door tot de Kloosterhoek en bezetten de steunpunten hoeve "Vandewoude", "Den Toren" en "Vicogne".De verdere bezetting van deze hoeve zou de oorzaak zijn dat de gebouwen werden beschadigd en vernietigd.

In 1925 rees de huidige kasteelhoeve uit de puinen op. Tot op heden heeft Vicogne nog wat natuurschoon bewaard, en is op heden uitgebaad als vakantiehoeve.

Naast de Vicognehoeve ligt het natuurreservaat "Viconia".

Tussen 1945 en het eind van de jaren zeventig werd, in de schaduw van het dorpje Stuivekenskerke, tussen de IJzer en de fraaie Viconiahoeve, klei gewonnen. Met wagonnetjes werd de klei tot aan een steiger aan de IJzer gevoerd, overgeladen op een schip en zo tot in de steenbakkerij te Nieuwpoort gebracht.Zo ontstonden een zevental ondiepe vijvers met een totale oppervlakte van 22 hectare: de Viconia-kleiputten. Toen de kleiwinning stopgezet werd, ontwikkelden de vijvers zich snel tot een gevarieerd en zeer waardevol natuurgebied.Oorspronkelijk was voorzien dat dit gebied na de ontginning opnieuw een landbouwbestemming moest krijgen, maar ook de plannen voor een huisvuilstort waren nooit ver weg. Gelukkig kregen de kleiputten in 1981 bij Koninklijk Besluit het statuut van staatsnatuurreservaat.

 

Tot de jaren zeventig was er een klooster en een school.

foto uit 1945